ECLI:NL:RBAMS:2015:5168

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2015
Publicatiedatum
12 augustus 2015
Zaaknummer
4323834 EA VERZ 15-820
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever wegens verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft de stichting Stichting Altra, gevestigd te Amsterdam, op 27 juli 2015 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, hierna te noemen [verweerder]. De werknemer is sinds 1 augustus 2012 in dienst als leraar en ontvangt een salaris van € 2.739,02 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. Altra heeft het verzoek onderbouwd met de stelling dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, waardoor van de werkgever niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De werknemer erkent de verstoorde arbeidsverhouding en heeft zich refererend aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft beoordeeld of het verzoek van Altra geen verband houdt met opzegverboden en is tot de conclusie gekomen dat er een redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarbij herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is. De kantonrechter heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2015 toegewezen, in overeenstemming met de door partijen voorgestelde datum. Altra heeft aangeboden de kosten voor een outplacementtraject te vergoeden tot een bedrag van maximaal € 6.000,00 en de werknemer is tot 1 oktober 2015 vrijgesteld van werkzaamheden. De kantonrechter heeft bepaald dat elk der partijen de eigen proceskosten draagt en heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht – team kanton
zaaknummer: 4323834 EA VERZ 15-820
beschikking van: 10 augustus 2015
func.: 364

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de stichting Stichting Altra

gevestigd te Amsterdam
verzoekster, nader te noemen: Altra
gemachtigde: mr. M. Stiebner Bergman
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder, nader te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. M. Leniger.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Altra heeft op 27 juli 2015 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Naderhand heeft Altra het verzoek aangevuld. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Beschikking is bepaald op heden.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1982, is sedert 1 augustus 2012 in dienst van Altra als leraar. Het salaris bedraagt € 2.739,02 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag.
Altra verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel
7: 671b lid 1 sub a BW. Altra stelt dat daarvoor een redelijke grond aanwezig is, als bedoeld in artikel 7: 669 lid 3, onderdeel g BW, waarbij herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt.
Altra heeft haar verzoek onderbouwd door er op te wijzen dat sprake is van:
- een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van Altra in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. [verweerder] kan hiervan geen verwijt worden gemaakt.
[verweerder] erkent dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Pogingen om het probleem op te lossen hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. [verweerder] kan daarom niet anders dan zich refereren aan het oordeel van de kantonrechter.
Als eerste heeft de kantonrechter zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop de opzegverboden betrekking hebben.
Naar aanleiding van hetgeen over en weer is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een redelijke grond, waarbij herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt. De arbeidsovereenkomst zal derhalve worden ontbonden.
Overeenkomstig artikel 7:671b lid 8 BW bepaalt de kantonrechter het einde van de arbeidsovereenkomst op de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure.
Nu de door partijen voorgestelde datum van 1 oktober 2015 daarmee overeenstemt, kan de ontbinding tegen de verzochte datum worden toegewezen.
Altra heeft [verweerder] aangeboden de kosten voor een outplacementtraject, welke reeds is aangevangen, te vergoeden tot een bedrag van maximaal € 6.000,00 (inclusief btw). Daarnaast is [verweerder] tot 1 oktober 2015 vrijgesteld van werkzaamheden.
Los hiervan heeft [verweerder] (mogelijk) aanspraak op een bovenwettelijke werkloos-heidsuitkering uit hoofde van de WOPO. Partijen zijn het erover eens dat Altra aan [verweerder] als gevolg van het voorgaande geen transitievergoeding is verschuldigd.
Er zijn termen de proceskosten te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2015;
bepaalt dat elk der partijen de eigen proceskosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op
10 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter