ECLI:NL:RBAMS:2015:4918

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2015
Publicatiedatum
3 augustus 2015
Zaaknummer
C/13/587566 / KG ZA 15-626 MvdV/MA
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot medewerking aan ongediertebestrijding in burenpand

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, eigenaar van een pand, en een gedaagde, eigenaar van een naastgelegen pand. De eiser heeft de gedaagde aangesproken op zijn verantwoordelijkheid om te zorgen voor de bestrijding van bedwantsen en kakkerlakken die zich in zijn pand zouden bevinden en die overlast veroorzaken in het pand van de eiser. De eiser heeft herhaaldelijk kosten gemaakt voor de bestrijding van de ongedierte in zijn eigen woning, maar de problemen bleven aanhouden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de bedwantsenbesmetting in het pand van de gedaagde is ontstaan, mede door de verwaarloosde staat van het pand en het gedrag van de huurders. De gedaagde is veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de nodige maatregelen te treffen voor de bestrijding van de ongedierte, op eigen kosten. De vordering van de eiser tot het aanwijzen van een dwangvertegenwoordiger is afgewezen, maar de gedaagde is wel veroordeeld in de proceskosten van de eiser.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/587566 / KG ZA 15-626 MvdV/MA
Vonnis in kort geding van 22 juli 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 19 juni 2015 en herstelexploit van 23 juni 2015,
advocaat mr. E.L. van de Water te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

Ter terechtzitting van woensdag 8 juli 2015 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat [eiser] zijn vordering onder D heeft ingetrokken en de vordering onder E heeft beperkt tot een voorschot op de schade ten gevolge van de ongedierte-infectie. Anderzijds is de vordering vermeerderd met de kosten van onderzoek en bestrijding van een op 9 juni 2015 geconstateerde nieuwe infectie in het pand van [eiser] . [gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en [eiser] tevens een pleitnota in het geding gebracht.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van [eiser] : [eiser] met zijn raadsman en de heer [naam 1] , rapporteur van Eurodogs (hierna: [naam 1] ), en de heer Ir. [architect] , architect (hierna: [architect] ).
aan de zijde van [gedaagde] : [gedaagde] .

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van het pand aan de [adres] . Het pand is gerenoveerd. De bovenwoning, nummer [huisnummer] , is verhuurd aan expats. [eiser] zelf woont in het benedenhuis, nummer [huisnummer] .
[gedaagde] is eigenaar van het naastgelegen pand op nummer [huisnummer] . De woning op de eerste verdieping, nummer [huisnummer] , wordt verhuurd aan de familie [naam 2] .
2.2.
Bij brief van 9 oktober 2012 heeft [eiser] zich bij [gedaagde] onder meer beklaagd over illegale lozing van afvalstoffen in de achtergelegen tuin door de huurders op 1-hoog en over de aanwezigheid van kakkerlakken en hem verzocht zijn huurders aan te spreken op hun gedrag. [eiser] heeft ook de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) van gemeente Amsterdam van de problematiek op de hoogte gebracht.
2.3.
Omstreeks oktober 2012 heeft [eiser] vastgesteld dat hij met regelmaat werd gebeten door insecten. Gebleken is dat het gaat om zogeheten bedwantsen, een parasitair insect dat gemiddeld zes millimeter lang is en zichzelf voedt met het bloed van een mens of huisdieren.
2.4.
Bedwantsen (Engelse benaming: “bed bugs”) hebben volgens een artikel in de Scientific American, getiteld “Massive Resistance”, een hoge resistentie tegen bestrijdingsmiddelen, en zijn voor de mens moeilijk waarneembaar, opspoorbaar en bestrijdbaar. Dit valt onder meer te lezen in de navolgende artikelen:
2.4.1.
Website van de GGD Amsterdam van 6 maart 2014:

Bedwantsen houden niet van licht. Na een nachtelijke bloedmaaltijd bij de mens gaan ze terug naar hun donkere schuilplaats”. En verder in hetzelfde artikel:

De bedwants zit verstopt in plinten, randen van matrassen en richels van bedden”;
2.4.2. “
Ability of Bed Bug-Detecting Canines [=honden, vzr.]
) to Locate Live Bed Bugs and Viable Bed Bug Eggs”, geschreven door drie auteurs verbonden aan het “Department of Entomology, University of Florida”, in welk artikel onder andere een experiment met levende bedwantsen en bedwantsspeurhonden wordt beschreven:

Bed Bugs hide in cracks and crevices during the day where they remain unseen; they come out during the night to feed. (..) The variety of bed bug harborages makes visual detection challenging (..) Because many pest control operators will not apply insecticide if they cannot visually locate the pest, inspections are essential but they can be time consuming”. (..)
Also, many people have delayed reactions to bed bug bites or even no reaction at all(..)
When live bed bugs were present in scent-detection stations, the dogs averaged ~98% accuracy in locating them. There were no false positives for any of the dogs(..);
2.4.3. “
Bedwantsen, terug van weggeweest”, geschreven in 2013 door T.A.M. Hekker, werkzaam bij VUmc te Amsterdam, in het “Infectieziekten Bulletin”:
(..) De toename [van bedwantsen, vzr
.] is te wijten aan toenemende resistentie van het insect tegen de gebruikte bestrijdingsmiddelen. (..)
(..)
Bedwantsen bezoeken hun gastheren alleen ’s nachts voor het nemen van een, soms omvangrijke bloedmaaltijd.
(..)
Bedwantsen worden aangetrokken door CO2 in de uitgeademde lucht van mensen, de lichaamswarmte van slapende mensen en bepaalde geurstoffen.
(..)
Bedwantsen hebben stinkklieren die een kenmerkende wasachtige, wat zoetige geur produceren. (..)
Goed zoeken is zeer belangrijk. Speciaal getrainde honden – geurhonden – kunnen ingeschakeld worden via gespecialiseerde bedrijven.
(..)
Beten van bedwantsen zijn overal op te lopen. (..)
Bedwantsen kunnen ook worden meegenomen via bagage (in koffers, in naden van kleren).
En onder het kopje “
Bestrijding
(..)
Ter bestrijding kan eventueel een insecticide worden gebruikt, hoewel vaak resistentie bestaat tegen carbamaat en pyrethroiden (..)
(..)
Kieren dienen gedicht te worden met goede kit (..)
(..)
Er moet zorgvuldig gezocht worden naar de plaaggeest, eventueel met geurhonden.(..)
2.5.
[eiser] heeft aanvankelijk tevergeefs geprobeerd de bedwantsen te bestrijden met reguliere, bij tuincentra verkrijgbare, bestrijdingsmiddelen.
2.6.
In juli 2013 heeft [eiser] het bedrijf Eurodogs te Hellevoetsluis in de arm genomen. Dit bedrijf werkt met gecertificeerde speurhonden die bedwantsbesmettingen kunnen opsporen. Rapporteur [naam 1] heeft met twee speurhonden het pand van [eiser] onderzocht. De honden gaven bedwantsbesmettingen in het pand aan. Eurodogs heeft [eiser] geadviseerd de wantsen te laten bestrijden door middel van verhitting van de kamers in de woning tot 57 graden met behulp van heaters door een gespecialiseerd bestrijdingsbedrijf. [eiser] heeft bestrijdingsbedrijf BedwantsBestrijders in de arm genomen en heeft zijn woning laten verhitten. Korte tijd later kreeg [eiser] echter weer klachten.
2.7.
Op 13 november 2013 heeft [eiser] Eurodogs opnieuw ingehuurd. Wederom heeft [naam 1] met twee gecertificeerde speurhonden het pand van [eiser] onderzocht. Volgens het door [naam 1] op 14 november 2013 opgemaakte rapport hebben de beide honden op de 2e etage de bank en een stoel in het woongedeelte aangewezen als zijnde besmet met bedwants en op de 1e etage exact dezelfde plekken als bij het onderzoek in juli 2013, te weten het bed en de rechterkast van de kastenwand. Het advies in het rapport luidt:
Wij zijn er van overtuigd dat er bedwantsen aanwezig zijn en adviseren om het gehele huis te bestrijden omdat er verwijzingen zijn op plaatsen die niet gesepareerd kunnen worden. Tevens is het niet mogelijk om met gif / bestrijdingsmiddelen te werken omdat de bedwantsen in matras, bank en stoelen zitten.
2.8.
In januari 2014 is de gehele woning van [eiser] opnieuw door middel van verhitting tegen bedwantsen bestreden. Korte tijd later heeft [eiser] opnieuw klachten ondervonden.
2.9.
Op 27 februari 2014 heeft [eiser] opnieuw Eurodogs ingeschakeld, die wederom een bedwantseninfectie heeft vastgesteld. Op 28 februari 2014 heeft weer bestrijding door middel van hitte plaatsgevonden. Op 9 juni 2015 tenslotte is een nieuwe besmetting in de woning van [eiser] geconstateerd.
2.10.
De kosten die [eiser] tot op heden heeft gemaakt ten behoeve van de inzet van Eurodogs en bestrijdingsbedrijf BedwantsBestrijders bedragen ruim € 15.000,-
2.11.
Bij brief van 29 april 2014 heeft [eiser] zijn buren van de panden op nummer [huisnummer] en [huisnummer] aangeschreven met de mededeling dat hij last heeft van bedwantsen die iedere keer terugkomen en dat het bestrijdingsbedrijf heeft geconcludeerd dat de wantsen uit (een van) de buurwoningen moeten komen. Verder heeft [eiser] hen meegedeeld dat zijn huurders blijven klagen over kakkerlakken in de door hen gehuurde woning. [eiser] heeft de buren verzocht om medewerking aan onderzoeken door professionele ongediertebestrijdingsbedrijven naar de eventuele aanwezigheid van kakkerlakken (A.A.B-Rodentia) en bedwantsen (Eurodogs), met het aanbod dit onderzoek zelf te betalen.
2.12.
Bij brief van 9 mei 2014 heeft [eiser] de buren van [adres] -1 hoog, [naam 2] , wederom verzocht om op zijn kosten medewerking te verlenen aan het onderzoek naar de aanwezigheid van kakkerlakken en bedwantsen. Aangezegd is daarbij dat indien zij geen medewerking verlenen of dat indien de bestrijdingsbedrijven voor een dichte deur komen te staan, de kosten op hen worden verhaald.
2.13.
Bij brieven van 29 augustus, 5 september en 4 november 2014 heeft [eiser] [naam 2] nogmaals verzocht om medewerking aan he onderzoek. Hierop is niet gereageerd.
2.14.
Bij brief van 21 november 2014 heeft de raadsman van [eiser] [gedaagde] geschreven, voor zover relevant:
In verband met de terugkerende bedwantsenproblematiek zend ik u een kopie van mijn brief van heden aan uw huurder de heer [naam 2] (..)
Voor een definitieve oplossing van de problematiek is het noodzakelijk dat ook de woning van deze huurder wordt geïnspecteerd.
Cliënt stelt zich op het standpunt dat het in beginsel aan u is om uw huurder aan te spreken op zijn goed huurderschap en hem te dwingen op eerste verzoek zijn medewerking te verlenen aan inspectie (..)
2.15.
Op 18 december 2014 heeft er een onderzoek plaatsgevonden door Eurodogs in de appartementen aan de [adres] [huisnummer] 1-hoog, [huisnummer] bel-etage en [huisnummer] souterrain. Het pand van [eiser] is ook weer onderzocht. [naam 2] heeft pas toestemming gegeven na interventie van Steunpunt Wonen diezelfde dag. Het door [naam 1] opgemaakte rapport van 7 januari 2015 luidt, voor zover hier van belang:

Wij zijn er van overtuigd dat bedwants besmetting aanwezig is in de 3 etages [huisnummer] 1-hoog, beletage en souterrain van het pand [adres] [huisnummer] . Verder zijn we er van overtuigd dat in het pand [adres] [huisnummer] geen bedwants besmetting aanwezig is.
Advies:
(..)

De eerder genoemde 3 etages [huisnummer] 1-hoog, beletage en souterrain, en afhankelijk van de resultaten van onderzoek van de etage [huisnummer] -2 hoog wellicht ook deze laatste etage, te bestrijden door middel van een zogenoemde ‘hittebehandeling’.

Een hittebehandeling is de enige effectieve methode om deze bedwants besmetting te bestrijden. Het gebruik van gif / bestrijdingsmiddelen zal deze infectie niet oplossen.
(..)
Gezien onder andere onze vele onderzoeken sinds juli 2013, het verloop van de besmetting en de uitgevoerde bestrijdingen zijn wij er van overtuigd dat de oorspronkelijke bron van bedwants smetting zich op de onderzochte 3 etages aan de [adres] [huisnummer] bevindt. Het kan niet aangegeven worden welke van de 3 etages de bron is. Wel zijn wij er van overtuigd dat de bron zich niet in het pand van heer [eiser] bevond.
2.16.
Volgens offerte 2015-1016 van Eurodogs, gedateerd 1 maart 2015 (hierna: het Plan van Aanpak), bedragen de kosten, inclusief de kosten van het bestrijdingsbedrijf Bedwantsbestrijders te Hellevoetsluis, in totaal EUR 15.040,30.
2.17.
Bij brief van 20 maart 2015 heeft de raadsman van [eiser] aan [gedaagde] het definitieve rapport van Eurodogs gestuurd met daarbij de offertes en het Plan van Aanpak. Hij heeft [gedaagde] daarbij meegedeeld dat hij als eigenaar gehouden is er zorg voor te dragen dat de werkzaamheden deugdelijk worden uitgevoerd en besmetting van het pand van [eiser] en andere panden voorkomen wordt. Hij heeft [gedaagde] verzocht te laten weten of hij bereid is tot het voeren van overleg en of hij bereid is de verschillende opdrachten aan Eurodogs en BedwantsBestrijders op korte termijn te verstrekken.
2.18.
Bij e-mail van 27 maart 2015 heeft de raadsman van [eiser] aan [gedaagde] , voor zover relevant, geschreven:
U gaf aan bereid te zijn om de heer [eiser] te helpen in de strijd tegen de in uw pand aanwezige bedwantsen, maar u was verder niet bereid om kosten voor uw rekening te nemen.
De heer [eiser] gaf aan dat nu Eurodogs de aanwezigheid van de bedwantsen in uw pand heeft vastgesteld, het op uw weg ligt, als eigenaar van het pand, de benodigde maatregelen te treffen en opdracht te verstrekken aan Eurodogs en het bestrijdingsbedrijf. Daarbij komt nog dat cliënt van uw huurder heeft vernomen dat er ook kakkerlakken in het pand zitten, waarvoor geldt dat cliënt wil voorkomen dat deze zijn pand intrekken.
Ik wil u (..) nogmaals verzoeken mij schriftelijk te berichten of u bereid bent de benodigde maatregelen te treffen, (..) aangezien de heer [eiser] anders genoodzaakt is rechtsmaatregelen te treffen.
(..)
2.19.
Bij e-mail van 27 maart 2015 heeft [gedaagde] aan de raadsman van [eiser] geschreven:
Ik heb contact ge had met de GGD en het probleem besproken.
Ze willen een soort buurt onderzoek plannen.
Ik houd u op de hoogte.
2.20.
Bij e-mail van 20 april 2015 heeft de heer [naam 4] namens [gedaagde] aan de raadsman van [eiser] geschreven dat zij op 2 maart jl. [2 april j.l., vzr.] contact hebben opgenomen met de bestrijdingsdienst van de GG&GD en dat zij tevens contact hebben opgenomen met [naam 3] en via hem met de heer [naam 5] en dat zij hebben gevraagd om een onmiddellijk ingrijpen.
2.21.
Bij e-mail van 20 mei 2015 heeft [gedaagde] [naam 3] nogmaals dringend verzocht in te grijpen.
2.22.
Bij brief van 27 mei 2015 heeft A.A.B-Rodentia aan [eiser] het volgende geschreven, voor zover hier van belang:
In 2012 zijn wij, AAB-Rodentia plaagdierbeheersing, gestart met bestrijdingswerkzaamheden tegen kakkerlakken aan de [adres] [huisnummer] . (..) Sindsdien zijn wij op zijn [ [eiser] , vzr.] verzoek verscheidene malen op dit adres geweest voor herhalingsbehandelingen tegen dit plaagdier.
Als snel werd duidelijk dat in het gehele pand, [adres] [huisnummer] , de hygiënische situatie meer dan op orde was. Omdat dit plaagdier doorgaans in onhygiënische situaties manifesteert zijn wij een onderzoek zijn gestart t.b.v. het lokaliseren van de bron. Toen wij vernomen dat een buurman ( [adres] [huisnummer] II) al enige tijd enorme overlast ondervond kregen wij toestemming om daar een inspectie uit te voeren. De overlast was duidelijk aanwezig en hierdoor konden wij concluderen dat de overlast op huisnummer [huisnummer] naar alle waarschijnlijkheid werd veroorzaakt door migrerende kakkerlakken vanuit huisnummer [huisnummer] .
Na deze conclusie hebben wij ons ingespannen om met de huiseigenaar van nr [huisnummer] (Dhr. [gedaagde] ) in contact te komen en zodoende onze diensten aan te bieden. Helaas bleek contact leggen niet mogelijk.
(..)
Onze laatste behandeling was in mei 2015. Naar verwachting zullen wij binnenkort, nadat onze middelen zijn uitgewerkt, weer een melding van overlast krijgen.
2.23.
Bij brief van 29 mei 2015 heeft AAB-Rodentia [eiser] bericht dat zij voor een adequate bestrijding van de Duitse kakkerlak een prijs hanteren van € 65,00 ex BTW per bestrijding en per oppervlakte met keuken tot 75 m2.
2.24.
Bij brief van 15 juni 2015 aan [gedaagde] heeft de heer [naam 6] , adviseur Dierplaagbeheersing van de GGD (hierna: [naam 6] ), geschreven:
Naar aanleiding van uw verzoek om het gehele pand aan de [adres] [huisnummer] te onderzoeken op de aanwezigheid van bedwantsen (..) en of ander ongedierte kan ik u mededelen geen sporen van insecten te hebben gevonden.
2.25.
En bij e-mail van 7 juli 2015 van [naam 6] aan [gedaagde] :
Op het moment van inspectie geen bedwantsen aangetroffen.
Bedwantsen en hun sporen (uitwerpselen) zijn goed zichtbaar. Als bewoner van een door bedwantsen aangetaste woning heb je last van beten die duidelijk zichtbaar zijn.
De in Nederland verplicht gediplomeerde dierplaagbeheerder is goed in staat om vast te stellen of er wel of geen bedwantsen aanwezig zijn in een huis.
(..)

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – na wijziging van eis:
[gedaagde] te gelasten om voor eigen rekening en risico tot uitvoering over te gaan van het Plan van Aanpak als verwoord in het als productie 11 overgelegde rapport van 7 januari 2015 van Eurodogs en wel door het verstrekken van een opdracht conform de aan dat rapport gehechte offertes genummerd 2015-1008, 2015-1009 en 2015-1010 van BedwantsBestrijders, alsmede de offerte genummerd 2015-1016 van Eurodogs, alsmede om tot uitvoering over te gaan van de als productie 18 aan deze dagvaarding gehechte offerte d.d. 29 mei 2015 betreffende de door A.A.B. Rodentie aangeboden bestrijdingswerkzaamheden tegen kakkerlakken, en daarbij te bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) dezelfde kracht heeft als de voor acceptatie van genoemde offertes door [gedaagde] benodigde rechtshandeling;
over te gaan tot aanstelling van [architect] tot dwangvertegenwoordiger ex artikel 3:300 lid 1 BW en hem voor rekening en risico van [gedaagde] te belasten met de deugdelijke uitvoering van de hiervoor genoemde werkzaamheden;
[eiser] te machtigen op de voet van artikel 3:299 BW om voor rekening van [gedaagde] zelf opdracht te geven voor uitvoering van de onder A. genoemde werkzaamheden conform de onder A. genoemde offertes;
ingetrokken
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een in redelijkheid vast te stellen voorschot op de door [eiser] geleden schade, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten;
[gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vordering onder meer het volgende gesteld.
[eiser] heeft meerdere keren de bedwantsen in zijn pand laten bestrijden. Zijn pand is steeds daarna voor korte tijd bedwantsvrij geweest. Door Eurodogs en A.A.B. Rodentia is bij de huisbezoeken vastgesteld dat de hygiëne in het pand van [eiser] in orde is. Nu in het pand op nummer [huisnummer] geen bedwantsen zijn aangetoond door de speurhonden en in het pand van [gedaagde] wel, moet de bron van de bedwantsinfectie derhalve in het pand van [gedaagde] zijn gelegen. Het pand van [gedaagde] verkeert al jaren in een zwaar verwaarloosde staat van onderhoud en heeft de laatste jaren veel wisselende bewoners gekend. De huurders op de eerste etage, de familie [naam 2] , zijn verzamelaars, zij halen allerlei spullen, waaronder tweedehands meubelen, van de straat. Ook de zolderverdieping is volgestouwd met oude troep en van de straat gehaalde meubelen. Bekend is dat bedwantsen zich in tweedehands meubelen, bagage en beddengoed verstoppen. Op 20 juni 2014 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [eiser] , [architect] en [gedaagde] over de bedwantsen- en kakkerlakkenoverlast. Daarbij is onder meer afgesproken dat [gedaagde] in zijn pand en in het pand van [eiser] de plafonds zou openmaken en de balkkoppen dicht zou zetten, alsmede de plafonds zou herstellen. Op die wijze zouden bedwantsen en kakkerlakken niet langer kunnen migreren naar de woning van [eiser] . [gedaagde] is de gemaakte afspraken echter niet nagekomen. Bij brief van 20 maart 2015 heeft [eiser] aan [gedaagde] een kopie van het rapport van Eurodogs verstrekt en [gedaagde] gevraagd of hij uit eigener beweging tot uitwerking van het Plan van Aanpak zou overgaan. [gedaagde] heeft zich hiertoe niet bereid verklaard. Hij wilde [eiser] wel helpen, maar alleen als [eiser] alle kosten voor zijn rekening zou nemen. [eiser] maakt al sinds 2013 kosten voor een probleem dat wordt veroorzaakt in het pand van [gedaagde] . Het is, doordat [gedaagde] zijn pand jarenlang heeft verwaarloosd en in gebruik heeft gegeven aan toeristen, Oost-Europeanen en illegalen, echter aan [gedaagde] te wijten dat er in het pand een bedwantsen- en kakkerlakkenbesmetting is ontstaan en het is dan ook aan hem als eigenaar van het pand om de noodzakelijke maatregelen te treffen. [gedaagde] veroorzaakt onrechtmatige hinder aan [eiser] , hetgeen tot aanzienlijke schade bij [eiser] heeft geleid. Tussen partijen zijn vele gesprekken gevoerd, maar [gedaagde] onderneemt vervolgens niets.
Om een deugdelijke aanpak conform het Plan van Aanpak te garanderen en omdat er een huurder is in het pand van [gedaagde] die mogelijk geen toestemming wenst te verlenen, verzoekt [eiser] om [architect] , die goed bekend is met beide panden, aan te stellen als dwangvertegenwoordiger.
Het belang van [eiser] bij zijn vorderingen is spoedeisend: op 9 juni 2015 is vastgesteld dat er in het pand van [eiser] , pal tegen de muur van het pand van [gedaagde] , opnieuw een bedwantsenbesmetting is. Het leven van [eiser] is ontwricht door de ongedierteplaag. Hij woont al zeven maanden elders uit angst de bedwantsen weer terug te krijgen, hij durft niet meer bij vrienden op bezoek te gaan uit angst de bedwantsen daar te importeren en hij is bevreesd dat de bedwantsenplaag ook naar zijn huurders zal overslaan. De verhuur van een deel van het pand vormt voor [eiser] zijn (enige) bron van inkomsten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer, kort samengevat erop neerkomende dat hij bestrijdt dat zich in zijn pand bedwantsen en kakkerlakken bevinden. [gedaagde] beroept zich daarbij op de aan hem gerichte brief en e-mail van de GGD (2.23 en 2.24).
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser] een voldoende spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen. Er heeft inmiddels drie keer verhitting van zijn pand plaatsgevonden om de bedwantsen te bestrijden. [eiser] heeft daarvoor in totaal ongeveer € 15.000,- moeten betalen. In december 2014 is het pand opnieuw verhit en vrij van bedwantsen verklaard. [eiser] woont sinds december 2014, inmiddels al zeven maanden, elders om geen nieuwe besmetting ‘aan te trekken’. In juni 2015 is er echter weer een nieuwe besmetting geconstateerd. [eiser] is bang dat de bedwantsen ook in het door hem verhuurde deel van het pand zullen trekken, waardoor zijn bron van inkomsten op de tocht kan komen te staan. [eiser] heef kortom een groot belang bij bestrijding van de bedwantsen.
4.2.
De voorzieningenrechter ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of voldoende aannemelijk is dat de nieuwe bedwantsenbesmetting die in juni 2015 is vastgesteld uit het pand van [gedaagde] afkomstig is. Deze vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Allereerst wordt gewezen op de onderzoeken van Eurodogs, waarbij de speurhonden op de door Eurodogs onderzochte etages in het pand van [gedaagde] de bedwantsen hebben geroken. De stelling van Eurodogs dat de slagingsgraad bij het gebruik van daartoe getrainde honden 97% is, wordt ondersteund door het onder 2.4.2. aangehaalde artikel “Bed-bug detecting Canines” , waarin het daar beschreven experiment met speurhonden in een hotelkamer een slagingspercentage van ongeveer 98% opleverde. Na de onderzoeken door Eurodogs heeft in het pand van [eiser] in juli 2013, in januari 2014 en in februari 2014 bestrijding door middel van verhitting plaatsgevonden. Uit de in 2.4 aangehaalde wetenschappelijke literatuur volgt dat bestrijding van bedwantsen door middel van verhitting de aangewezen methode is. Voorts was het pand van [eiser] steeds direct na de verhittingen bedwantsvrij . Het feit dat de bedwantsen toch steeds weer zijn teruggekeerd, duidt erop dat zij uit een naastgelegen pand komen. Aangezien in het pand op nummer [huisnummer] geen bedwantsbesmetting is geconstateerd, hetgeen [gedaagde] niet heeft betwist, moet, mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, de bron van de besmetting wel in het pand van [gedaagde] gelegen zijn. Bovendien heeft [gedaagde] niet bestreden dat zijn pand ernstig verwaarloosd is en hebben [naam 1] en [gedaagde] ter zitting verklaard dat [naam 2] een verzamelaar is van oude spullen van de straat, zelfs in die mate dat volgens [naam 1] , die uiteindelijk in de woning van [naam 2] is toegelaten, het niet mogelijk was om ergens te zitten vanwege de vele spullen. Dit verhoogt het risico op besmetting. Ook is de in juni 2015 vastgestelde besmetting in het pand van [eiser] opgetreden bij de muur aan de kant van het pand van [gedaagde] .
4.3.
[gedaagde] betwist dat er bedwantsen en/of kakkerlakken in zijn pand aanwezig zijn. Hij verwijst daarbij naar de brief (zie 2.24) en de e-mail (zie 2.25) van de GGD. Dit vormt echter onvoldoende verweer. Uit de summiere berichten van de GGD blijkt immers niet op welke etages het onderzoek is uitgevoerd, of van [naam 2] toestemming is verkregen, of met de bewoners is gesproken en of de bewoners aan een lichamelijk onderzoek zijn onderworpen. Uit alle onder 2.4 aangehaalde artikelen, waaronder dat van de GGD zelf, blijkt dat de aanwezigheid van bedwantsen voor een mens visueel moeilijk is vast te stellen. De opmerking van [naam 6] dat bedwantsen goed waarneembaar zijn, staat hier lijnrecht tegenover. Het is bovendien goed voorstelbaar dat in het verwaarloosde, volgestouwde pand van [gedaagde] de bedwantsen en/of hun uitwerpselen niet opvallen en in elk geval niet als zodanig herkenbaar zijn. De opmerking van [naam 6] dat je als bewoner ook last moet hebben van beten die goed zichtbaar zijn, wordt voorts weersproken door het artikel van de hand van de wetenschappers van de Universiteit van Florida (zie 2.4.2), waarin wordt betoogd dat een bedwantsenbesmetting ‘time consuming’ is, onder meer omdat niet bij alle mensen die zijn gebeten door wantsen, sprake is van een reactie. De rapportage van [naam 6] is kortom te oppervlakkig en weinig concreet om waarde aan toe te kennen. Tegenover de uitgebreide onderzoeken van Eurodogs waaruit sterke aanwijzingen zijn af te leiden dat het pand van [gedaagde] besmet is, de vele kostbare pogingen van [eiser] om de bedwantsen uit zijn woning te verdrijven, de aanhoudende overlast sinds het najaar van 2012 en de vele verzoeken van [eiser] aan [gedaagde] om mee te werken aan een oplossing, en de niet nagekomen toezegging van [gedaagde] om de balkkoppen af te dichten, kan [gedaagde] thans niet volstaan met het beperkt onderbouwde verweer zoals hij dat ter zitting heeft gevoerd. Eerst in 2015 heeft [gedaagde] , na de dreiging met rechtsmaatregelen door de raadsman van [eiser] , een e-mail gestuurd naar de GGD met het verzoek om onderzoek. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om eerder en actiever op te treden, en zelf onderzoek te laten verrichten. Het verweer van [gedaagde] wordt derhalve verworpen.
4.4.
Ingevolge artikel 5:37 BW mag een eigenaar van een erf geen hinder toebrengen aan de eigenaar van een ander erf in een mate of op een wijze die volgens artikel 6:162 BW onrechtmatig is. Dat de ongedierteplaag hinder oplevert die onrechtmatig is, behoeft geen betoog.
4.5.
Het verweer van [gedaagde] dat bestrijding van de bedwantsen met gif via de GGD goedkoper is en dat van hem niet kan worden verlangd mee te werken aan de duurdere bestrijding met hitte, wordt eveneens verworpen. Uit de in 2.4. aangehaalde artikelen blijkt immers dat bedwantsen resistent zijn tegen (het meeste) gif. Gelet op de grote belangen van [eiser] had het op de weg van [gedaagde] gelegen om tegenover de uitvoerig gedocumenteerde offertes aan de zijde van [eiser] onderbouwd passende alternatieven aan te dragen. Dit heef [gedaagde] echter nagelaten.
4.6.
Een belangenafweging tussen partijen maakt het voorgaande niet anders. [eiser] heeft tot dusver alle moeite en kosten van de onderzoeken en bestrijdingen op zich genomen. Het op korte termijn voorkomen van verdere verspreiding naar de verhuurde bovenwoning van [eiser] is voor hem van groot belang omdat de huurpenningen zijn bron van inkomen zijn. Daarbij komt dat [eiser] sociale leven is ontwricht nu hij al zeven maanden niet in zijn pand durft te wonen, terwijl [gedaagde] behalve een paar korte e-mails geen moeite heeft gedaan en ook geen last ondervindt van de plaag. Het voorgaande maakt dat [gedaagde] nu op korte termijn op eigen kosten moet meewerken aan onderzoek en bestrijding van ongedierte in zijn pand. De vordering tot het meewerken aan onderzoek in zijn pand en de bestrijding conform de offertes van Eurodogs en BedwantsenBestrijders zal dan ook worden toegewezen. Indien [gedaagde] problemen mocht ondervinden met toegang tot de woning van [naam 2] , ligt het op de weg van [gedaagde] om als verhuurder tegen zijn huurder op te treden op grond van overlast. Niet optreden levert onrechtmatig handelen op jegens zijn buurman [eiser] , zoals ook voortvloeit uit het arrest van de Hoge Raad in de zaak Van Gent/Wijnands, HR 16-10-1992, nr. 14764, NJ 1993, 167 .
4.7.
Ook voor de bestrijding van de kakkerlakkenplaag geldt hetgeen hiervoor is overwogen. Tegen de stelling van [eiser] dat ook de kakkerlakken uit zijn pand komen heeft [gedaagde] zich niet verweerd en gelet op de verwaarloosde staat van het pand van [gedaagde] is voldoende aannemelijk dat de bron van de kakkerlakkenplaag eveneens dit pand is. [gedaagde] zal derhalve tevens worden veroordeeld tot medewerking aan bestrijding van de kakkerlakkenplaag door A.A.B. Rodentia.
4.8.
De vordering tot het aanwijzen van een dwangvertegenwoordiger ex artikel 3:300 lid 1 BW zal worden afgewezen. Een dwangvertegenwoordiger kan immers alleen worden benoemd voor het verrichten van rechtshandelingen. Wat [eiser] wil is een toezichthouder. Mogelijk kan in onderling overleg wel worden afgesproken dat [naam 7] als toezichthouder zal optreden.
4.9.
Het gevorderde onder E. strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is.
4.10.
De voorzieningenrechter overweegt dat, hoewel daarvoor wel aanwijzingen zijn, op dit moment niet met voldoende zekerheid is vast te stellen dat de bron van de bedwantsenbesmettingen is gelegen in het pand van [gedaagde] . Dit zal mogelijk duidelijk worden nadat de bestrijding in het pand van [gedaagde] heeft plaatsgevonden. Daarop kan in dit kort geding echter niet vooruit worden gelopen. In dit stadium dient iedere partij belast te blijven met de kosten van onderzoek en bestrijding voor zijn eigen pand. De vordering onder E., een voorschot op schadevergoeding, zal dan ook worden afgewezen. Dit geldt ook ten opzichte van de eisvermeerdering, de kosten van ruim € 6.000,= voor onderzoek en bestrijding van de in juni 2015 geconstateerde bedwantsenbesmetting in het pand van [eiser] .
4.11.
De wettelijke rente wordt afgewezen nu de geldvordering wordt afgewezen. De buitengerechtelijke kosten zijn niet gespecificeerd en worden daarom eveneens afgewezen.
4.12.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 96,16
- griffierecht 285,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.197,16

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis voor eigen rekening en risico tot uitvoering over te gaan van het Plan van Aanpak als verwoord in het als productie 11 aan dit vonnis gehechte rapport van 7 januari 2015 van Eurodogs, en wel door het verstrekken van een opdracht conform de aan voornoemd rapport gehechte offertes genummerd 2015-1008, 2015-1009 en 2015-1010 van Bedwants Bestrijders, alsmede de offerte genummerd 2015-1016 van Eurodogs, alsmede om tot uitvoering over te gaan van de als productie 18 aan dit vonnis gehechte offerte d.d. 29 mei 2015 betreffende de door A.A.B. Rodentia aangeboden bestrijdingswerkzaamheden tegen de kakkerlakkenplaag,
5.2.
bepaalt dat dit vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de medewerking van [gedaagde] , indien hij niet binnen drie dagen na betekening van dit vonnis opdracht heeft gegeven als bedoeld in 5.1.,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.197,16,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.H. Abbas, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2015. [1]

Voetnoten

1.type: