In deze zaak heeft eiser op 3 oktober 2013 bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die hem op 23 augustus 2013 was opgelegd. Tevens heeft hij een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De heffingsambtenaar heeft in een brief van 13 november 2013 meegedeeld dat het Wbp-verzoek is doorgestuurd naar Cition, wat door de rechtbank wordt geïnterpreteerd als een weigering om toepassing te geven aan de Wbp. Eiser heeft vervolgens op 6 februari 2014 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek. De rechtbank heeft op 20 januari 2015 geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de heffingsambtenaar tijdig heeft gereageerd op het verzoek door het door te sturen naar het juiste orgaan. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.