Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
aan de zijde van de Gemeente Amsterdam: [naam 1] , senior projectmanager bij de Gemeente Amsterdam, [naam 2] , werkzaam bij de dienst Tram & Metro van de Gemeente Amsterdam, [naam 3] , werkzaam bij M+P raadgevende ingenieurs B.V. (hierna: M+P), [naam 4] , werkzaam bij het GVB, afdeling infrastructuur, [naam 5] , werkzaam bij het GVB, afdeling reizigerszijde/exploitatie, met mrs. Wiersema en A.Q. Vis.
2.De feiten
Het berekenen van de geluidsbelasting op de gevels van de bebouwing waar omzetting van niet-geluidsgevoelige bebouwing naar geluidsgevoelige bebouwing mogelijk is.
Het toetsen van de geluidsbelasting aan de normen van de Wet geluidhinder.
- Over het algemeen worden de hoogste geluidsniveaus veroorzaakt door het tramverkeer.
- Op de 5e etage is het geluidsniveau lager dan op de 1e etage.
- (…)
- Alle trampassages waarbij gemeten is, veroorzaken een geluidsniveau > 65 dB(A).
- De LAeq over de dagperiode (7:00 – 19:00 uur) ligt tussen de 64 en 67 dB (A).
- De LAeq over de avondperiode (19:00 – 23:00 uur) ligt tussen de 63 en 67 dB (A).
- De LAeq over de nachtperiode (23:00 – 7:00 uur) ligt tussen de 59 en 66 dB (A).
3.Het geschil
4.De beoordeling
mogelijktot een reductie van de gemeten trillingswaarden kunnen leiden, doch dat derhalve niet zeker is dat dit het gewenste effect zal sorteren. Het betreffen immers zeer ingrijpende maatregelen waarvan ook nog maar de vraag is of de Gemeente Amsterdam deze zelf kan doorvoeren.
816,00