ECLI:NL:RBAMS:2015:3985

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2015
Publicatiedatum
25 juni 2015
Zaaknummer
C-13-578850 - HA RK 14-407
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van ontbindingsbesluit van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juni 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de besloten vennootschap St. Martins Europe B.V. (hierna: St. Martins) tot verklaring voor recht dat het besluit tot ontbinding van de besloten vennootschap Zeearend Onroerend Goed B.V. (hierna: Zeearend) rechtsgeldig is herroepen. De procedure is gestart na een ontbindingsbesluit van de AVA van Zeearend op 30 december 2013, waarbij Alter Domus S.P.R.L. als vereffenaar werd benoemd. St. Martins, als enig aandeelhouder, heeft op 12 december 2014 het ontbindingsbesluit herroepen, wat aanleiding gaf tot deze procedure. De rechtbank heeft de relevante feiten en de procedurele stappen in detail uiteengezet, inclusief de ingediende stukken en de accountantsverklaring die inzicht biedt in de vermogenstoestand van Zeearend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor herroeping van het ontbindingsbesluit is voldaan. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest de mogelijkheid tot herroeping van een ontbindingsbesluit onder bepaalde voorwaarden toegestaan, waarbij de rechtbank heeft beoordeeld of de herroeping geen afbreuk doet aan de rechtszekerheid en de belangen van derden. De rechtbank concludeert dat Zeearend nog niet is opgehouden te bestaan, dat het herroepingsbesluit rechtsgeldig is genomen, en dat er voldoende inzicht is in de vermogenstoestand van Zeearend. Bovendien zijn er geen schuldeisers anders dan St. Martins, waardoor de belangen van derden niet in het geding komen.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het herroepingsbesluit rechtsgevolg heeft en heeft de griffier gelast om deze beschikking in te schrijven in het register waar Zeearend is ingeschreven. De beschikking is openbaar uitgesproken op 25 juni 2015.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/578850 / HA RK 14-407
Beschikking van 25 juni 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ST. MARTINS EUROPE B.V.,
gevestigd te Den Haag,
verzoekster,
advocaat mr. Z.D. Veldhoen te Amsterdam.
Verzoekster wordt hierna St. Martins genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 30 december 2014;
  • de brief met bijlagen van mr. Veldhoen, ingekomen ter griffie op 14 januari 2015;
  • de brief met bijlagen van mr. Veldhoen, ingekomen ter griffie op 19 februari 2015;
  • het e-mailbericht met bijlage van mr. Veldhoen van 15 april 2015.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden. St. Martins is van de gewijzigde beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Zeearend Onroerend Goed B.V. (hierna: Zeearend) is gevestigd te Amsterdam.
2.2.
Op 30 december 2013 heeft de algemene vergadering van Zeearend (hierna: de AVA) besloten om Zeearend te ontbinden met benoeming van de vennootschap naar Belgisch recht, Alter Domus S.P.R.L. (hierna: Alter Domus), gevestigd te Etterbeek (België), tot vereffenaar (hierna: het ontbindingsbesluit).
2.3.
St. Martins was ten tijde van het ontbindingsbesluit enig aandeelhouder van Zeearend.
2.4.
In het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is op 21 januari 2014 geregistreerd dat Zeearend met ingang van 30 december 2013 is ontbonden.
2.5.
Op 30 december 2013 heeft Alter Domus de rekening en verantwoording van Zeearend opgemaakt als bedoeld in artikel 2:23b lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW).
2.6.
Op 16 januari 2014 is de rekening en verantwoording van Zeearend ter inzage gelegd bij de Kamer van Koophandel en op 24 januari 2014 heeft Alter Domus deze terinzagelegging bekend gemaakt door middel van een advertentie in het dagblad Trouw. Op 25 maart 2014 heeft de rechtbank Den Haag een akte non-verzet ex artikel 2:23b lid 5 BW afgegeven.
2.7.
Op 17 april 2014 heeft Alter Domus een begin gemaakt met de vereffening van Zeearend door aan St. Martins € 4.953.152,31 uit te keren, waarna aan
assetsnog een bedrag van € 347,00 op de rekeningen van het bedrijf resteerde. Alter Domus heeft nadien geen verdere uitvoering gegeven aan de vereffening.
2.8.
Bij besluit van 12 december 2014 heeft de AVA het ontbindingsbesluit herroepen (hierna: het herroepingsbesluit).
2.9.
Op 17 februari 2015 heeft KMPG Accountants een accountantsverklaring opgesteld ten aanzien van de vermogenstoestand van Zeearend ten tijde van het herroepingsbesluit.
2.10.
Op 9 april 2015 heeft Alter Domus schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen het herroepingsbesluit.

3.Het verzoek

3.1.
St. Martins verzoekt de rechtbank om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren dat het ontbindingsbesluit het herroepingsbesluit rechtsgeldig is herroepen.
3.2.
St. Martins legt het volgende aan haar verzoek ten grondslag. De reden voor het herroepen van de ontbinding is gelegen in het feit dat St. Martins heeft besloten te investeren in onroerend goed in Duitsland. Gebleken is dat het bestaan van Zeearend fiscale voordelen met zich meebrengt, zoals voorwaarts verrekenbare verliezen die afgezet kunnen worden tegen toekomstige winsten. De investeringen en de fiscale voordelen waren niet voorzien ten tijde van het ontbindingsbesluit in 2013. Het ontbindingsbesluit en het besluit tot herroeping van het ontbindingsbesluit zijn binnen een kort tijdsbestek en rechtsgeldig genomen. Uit de jaarrekening blijkt dat Zeearend nog steeds activa heeft. Alter Domus heeft een rekening en verantwoording opgemaakt en een begin gemaakt met de vereffening door overmaking van een geldbedrag aan St. Martins. Verder heeft Alter Domus geen verdere vereffeningshandelingen verricht. Zeearend is dus wel ontbonden, maar is, nu zij nog activa heeft, nog niet opgehouden te bestaan. Zeearend heeft geen andere schuldeisers dan de enig aandeelhouder St. Martins, aldus steeds St. Martins.

4.De beoordeling

4.1.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3677) de in de lagere rechtspraak ontwikkelde mogelijkheid tot herroeping van een besluit tot ontbinding van een besloten vennootschap, toelaatbaar geacht, mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat daardoor in de omstandigheden van het geval geen afbreuk wordt gedaan aan de eisen van rechtszekerheid en de rechten en belangen van derden. In verband hiermee kan een herroepingsbesluit pas rechtsgevolg hebben indien de rechter een daartoe strekkende uitspraak heeft gedaan.
4.2.
In het licht van de genoemde voorwaarde gelden voor toewijzing van een verzoek als het onderhavige in ieder geval de volgende vereisten:
(i) de besloten vennootschap is nog niet opgehouden te bestaan;
(ii) het herroepingsbesluit is rechtsgeldig genomen;
(iii) inzicht dient te bestaan in de vermogenstoestand van de besloten vennootschap op de datum van ontbinding en de datum van herroeping alsmede in de ontwikkelingen in haar vermogenstoestand in de tussenliggende periode;
(iv) derden mogen geen nadeel ondervinden van de herroeping.
4.3.
De verzoeker dient de informatie te verschaffen die nodig is om te beoordelen of aan de vereisten is voldaan. Hierbij past dat tevens wordt vermeld wat de reden voor de herroeping is en welk belang daarbij bestaat.
Voorts behoort tot de bedoelde informatie in beginsel ten minste:
  • het ontbindingsbesluit;
  • het herroepingsbesluit;
  • een opgave van de vermogenstoestand op de datum van ontbinding;
  • een opgave van de vermogenstoestand op de datum van herroeping;
  • een beschrijving van hetgeen in de tussenliggende periode met betrekking tot de besloten vennootschap is geschied;
  • een verklaring van een accountant die een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de vermogenstoestand;
  • anderszins relevante financiële informatie, waaronder bijvoorbeeld:
- jaarrekeningen;
- andere (financiële) gegevens.
4.4.
Uit de in het geding te brengen informatie zal moeten blijken dat en op welke wijze bij de herroeping is voldaan aan de hiervoor vermelde eisen, met welke derden rekening moet worden gehouden, alsmede in hoeverre na de ontbinding vereffeningshandelingen zijn verricht.
4.5.
De rechtbank stelt vast dat St. Martins de voor de beoordeling relevante informatie in het geding heeft gebracht.
4.6.
Vooropgesteld wordt dat een vennootschap niet door haar enkele ontbinding ophoudt te bestaan. Zij blijft voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is (artikel 2:19 lid 5 BW). Uit de bij het verzoekschrift overgelegde jaarrekeningen en de rekening en verantwoording blijkt genoegzaam dat Zeearend nog vermogen heeft zodat aan voorwaarde (i) is voldaan.
4.7.
Het herroepingsbesluit is door de enig aandeelhouder van Zeearend in een algemene vergadering, overeenkomstig de statuten van Zeearend, rechtsgeldig genomen, zodat ook aan voorwaarde (ii) is voldaan.
4.8.
St. Martins heeft opgave gedaan van de vermogenstoestand van Zeearend ten tijde van de ontbinding en ten tijde van de herroeping en van ontwikkelingen in de tussenliggende periode. Bovendien heeft zij een accountantsverklaring over de vermogenstoestand van Zeearend overgelegd. Daarmee heeft zij afdoende inzicht verschaft en is aan voorwaarde (iii) voldaan.
4.9.
In dit geval is tussen de ontbinding van de vennootschap en de datum waarop het herroepingsbesluit is genomen iets minder dan één jaar verstreken. De Hoge Raad heeft in het hiervoor besproken arrest bevestigd dat niet in algemene zin een termijn geldt waarbinnen herroeping van een ontbindingsbesluit van een besloten vennootschap moet plaatsvinden, maar dat de tussen het ontbindingsbesluit en het herroepingsbesluit verstreken tijdsduur een relevante omstandigheid kan zijn bij de beantwoording van de vraag of in de omstandigheden van het geval door de herroeping afbreuk wordt gedaan aan de eisen van rechtszekerheid of de rechten en belangen van derden. Een andere relevante omstandigheid bij die laatste beoordeling is, zo volgt eveneens uit het arrest, de mate waarin in de tussengelegen periode vereffeningshandelingen zijn verricht.
4.10.
In casu heeft de vereffenaar na de ontbinding van Zeearend in het kader van de vereffening van de aanwezige
assetseen bedrag van € 4.953.152,31 uitgekeerd, waarna nog een bedrag van € 347,00 op de rekeningen van Zeearend resteerde.
4.11.
Hoewel in dit geval een aanvang is gemaakt met de vereffening en slechts een gering bedrag aan
assetsresteert, is de rechtbank van oordeel dat dit niet in de weg hoeft te staan aan de herroeping van het ontbindingsbesluit omdat Zeearend geen schuldeisers heeft anders dan de aandeelhouder St. Martins en de belangen van derden door de herroeping derhalve niet in het geding komen. Mochten er toch derden schade ondervinden van het herroepingsbesluit dan heeft St. Martins verklaard om deze schade te vergoeden. Hiermee heeft St. Martins in voldoende mate aangetoond dat ook aan voorwaarde (iv) is voldaan.
4.12.
Zoals uit het meergenoemde arrest van de Hoge Raad blijkt heeft het herroepingsbesluit eerst rechtsgevolg indien de rechter overeenkomstig artikel 2:19 lid 2 BW op verzoek van de besloten vennootschap een daartoe strekkende verklaring heeft gegeven en zal de in kracht van gewijsde gegane uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 2:19 lid 2 BW door de zorg van de griffier moeten worden ingeschreven in de registers waar de besloten vennootschap is ingeschreven.
4.13.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat het besluit van de enig aandeelhouder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Zeearend Onroerend Goed B.V. van 30 december 2013 tot ontbinding van de vennootschap met het besluit van de enig aandeelhouder van 12 december 2014 (het herroepingsbesluit) rechtsgeldig is herroepen,
5.2.
gelast de griffier met overeenkomstige toepassing van artikel 2:19 lid 2 BW deze beschikking, nadat deze in kracht van gewijsde is gegaan, in te schrijven in het register waar de besloten vennootschap is ingeschreven.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Dudok van Heel, bijgestaan door mr. P.C.N. van Gelderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2015.