ECLI:NL:RBAMS:2015:3972

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2015
Publicatiedatum
25 juni 2015
Zaaknummer
13-751374-15
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een persoon aan Roemenië op basis van een Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot valsheid in geschrift en rijden zonder geldig rijbewijs

Op 19 juni 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie. Deze vordering betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de President van de Court of Arad in Roemenië. Het EAB, dat op 8 juli 2013 is uitgevaardigd en op 4 mei 2015 is ontvangen, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1988, die momenteel gedetineerd is in Nederland.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de inhoud van het EAB beoordeeld. Het EAB is gebaseerd op een vonnis van de Rechtbank Arad van 29 januari 2013, waarbij de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering voor het feit valsheid in geschrift kan worden toegestaan, omdat dit feit zowel onder Roemeens als Nederlands recht strafbaar is en voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. Echter, voor het feit rijden zonder geldig rijbewijs is de overlevering geweigerd, omdat dit feit niet voldoet aan de vereisten van dubbele strafbaarheid.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overlevering voor het feit valsheid in geschrift moet worden toegestaan, terwijl de overlevering voor het feit rijden zonder geldig rijbewijs moet worden geweigerd. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon, en is uitgesproken in een openbare zitting. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open volgens artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751374-15
RK nummer: 15/3133
Datum uitspraak:19 juni 2015
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 4 mei 2015 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 8 juli 2013 (ontvangen op 4 mei 2015) door de
Presidentvan het
Court of Aradte Arad (Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1988,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te [plaats] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 19 juni 2015. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. R. Vorrink.
De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsman mr. S.P.C. Wester, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Roemeense taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een vonnis van de Rechtbank Arad te Arad van
29 januari 2013 (strafvonnis nummer 156, referentienummer 17568/55/2012), onherroepelijk geworden door de strafrechtelijke beslissing van 25 april 2013 van het Hof van Appel van Timisoara (beslissing nummer 524R).
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar gevangenisstraf, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
Dit vonnis betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
3.1
Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 van de OLW
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis, dat – kort gezegd – is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, van de OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Op grond van artikel 12, sub d. van de OLW mag de rechtbank in dit geval de overlevering alleen toestaan indien de uitvaardigende justitiële autoriteit heeft vermeld (i) dat het betreffende vonnis na overlevering onverwijld aan de opgeëiste persoon zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van het oorspronkelijke vonnis en (ii) hij wordt geïnformeerd over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft brief van 5 juni 2015 het volgende verklaard:
3.4. (
x) the person was not personally served with the decision, but
- the person will be personally served with this decision without delay after the surrender; and
- when served with the decision, the person will be expressly informed of his or her right to a retrial or appeal, in which he or she has the right to participate and which allows the merits of the case, including fresh evidence, to be re-examined, and which may lead to the original decision being reversed; and
- the person will be informed of the timeframe within which he or she has to request a retrial or appeal, which will be .... Days.
4. 1f you have ticked the box under point 3.lb, 3.2 or 3.3 above, please provide information about how the relevant condition has been met:
Stating the legal warrantees: in compliance with the article 466 Criminal procedure code: the reopening of the criminal trial in case of absence of the sentenced person, paragraph (3) “For the definitively sentenced person, in his or her absence, for which a foreign state has disposed the extradition or surrender based on a European arrest warrant, the timeframe foreseen at
paragraph (1) starts on the day when, after he or is brought in the country, the sentencing decision was communicated to him or her”.
In de Roemeense en originele versie van de brief is in het Roemeens wel het aantal dagen vermeld. De tolk heeft ter zitting de laatste zin van onderdeel 3.4 van voornoemde brief vertaald en meegedeeld dat voor het instellen van beroep/verzoek tot een nieuwe terechtzitting een termijn van tien dagen is vermeld.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat deze garantie te algemeen en niet ondubbelzinnig op de opgeeiste persoon is gericht.
De rechtbank volgt de raadsman hierin niet en is met de officier van justitie van oordeel dat deze verklaring aan de eisen van artikel 12, sub d, van de OLW voldoet.
De in artikel 12 van de OLW bedoelde weigeringsgrond is dan ook niet van toepassing.

4.Strafbaarheid, feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval alleen worden toegestaan indien voldaan wordt aan de in artikel 7, eerste lid, onder a, 2e van de OLW gestelde eisen.
De rechtbank stelt vast dat het feit valsheid in geschrift, waarvoor overlevering mede wordt verzocht, zowel naar het recht van Roemenië als naar Nederlands recht strafbaar is en dat op dit feit in beide staten een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
Valsheid in geschrift
Op het feit rijden zonder geldig rijbewijs is naar Nederlands recht geen vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden gesteld.
De rechtbank zal daarom de overlevering voor dit feit weigeren.

5.Slotsom

Nu ten aanzien van het feit
valsheid in geschriftis vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor dit feit te worden toegestaan. Voor het feit
rijden zonder geldig rijbewijsmoet zij worden geweigerd.
De rechtbank kan niet beoordelen welk gedeelte van de vrijheidsstraf geacht moet worden te zijn opgelegd ter zake van het feit waarvoor de overlevering moet worden toegestaan. Een en ander staat ter beoordeling van de bevoegde autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat, die gehouden zijn om, na de feitelijke overlevering, de tenuitvoerlegging van de straf tot het hiervoor bedoelde gedeelte te beperken.

7.Toepasselijke wetsbepalingen

Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5 en 7 van de OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
Presidentvan het
Court of Aradte Arad (Roemenië) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf die is opgelegd voor het feit valsheid in geschrift, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
WEIGERTde overlevering van
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het feit rijden zonder geldig rijbewijs.
Aldus gedaan door
mr. AC. Krenning, voorzitter,
mrs. A.K. Mireku en P. Rodenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Smeets, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juni 2015.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.
[A/B/C]