Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 februari 2015,
- de akte na tussenvonnis van Gemeente Amsterdam, met producties,
- de antwoordakte van [gedaagde].
2.De feiten
3.552,50(2,5 punten × tarief € 1.421,00)
Rechtbank Amsterdam
Op 8 juli 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam in een civiele zaak tussen de Gemeente Amsterdam en een gedaagde uitspraak gedaan. De Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer, vorderde terugbetaling van een onterecht overgemaakt bedrag van € 186.607,37 aan de gedaagde, die werd bijgestaan door advocaat mr. drs. G.L. de Gier. In een eerder tussenvonnis van 18 februari 2015 was de Gemeente Amsterdam in de gelegenheid gesteld om de hoogte van de geleden schade nader te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade, die uiteindelijk werd vastgesteld op € 166.607,37, na aftrek van een bedrag dat door derden was terugbetaald.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het schadebedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 januari 2014, en heeft ook buitengerechtelijke incassokosten van € 2.441,07 toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van beslagkosten en proceskosten, die in totaal op € 6.867,30 werden begroot. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J. Kloosterhuis, met mr. E.J. van Veelen als griffier.