ECLI:NL:RBAMS:2015:3796
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopige voorziening en gegrondverklaring beroep inzake handhaving illegale woning op scheepswerf
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer. De zaak betreft een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van de gemeente waarin verzoeker werd gelast om de illegale bewoning van zijn woning op een perceel te staken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de woning niet rechtmatig was gebouwd, aangezien er nooit een vergunning voor was verleend. Het overgangsrecht was niet van toepassing, omdat dit enkel geldt voor rechtmatig gebruik dat onder een gewijzigde bestemming voortgezet mag worden. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep van verzoeker gegrond, omdat de begunstigingstermijn van zes maanden te kort was. De termijn werd verlengd tot 1 januari 2016, maar het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op € 980,- werden vastgesteld, en moest het griffierecht van € 167,- vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van handhaving van bestemmingsplannen en de voorwaarden waaronder handhaving kan plaatsvinden.