ECLI:NL:RBAMS:2015:375

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2015
Publicatiedatum
29 januari 2015
Zaaknummer
C/13/576594 / KG ZA 14-1482
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over uitvoering samenwerkingsovereenkomst tussen Nederlandse eiser en Amerikaanse gedaagde met betrekking tot audioapparatuur

In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [X] Audio B.V., een in Nederland gevestigde besloten vennootschap, en Harman International Industries Incorporated, een in de Verenigde Staten gevestigde onderneming, evenals Harman Consumer Nederland B.V. De zaak betreft de uitvoering van een samenwerkingsovereenkomst die in 2012 werd gesloten tussen [X] Audio en Harman International voor de ontwikkeling en distributie van een audiosysteem, de Maestro 100.

[X] Audio heeft in kort geding vorderingen ingesteld tegen Harman c.s. met betrekking tot gebreken aan de Maestro 100, waaronder problemen met de lijmrand van de exciters en displayproblemen. [X] Audio vorderde onder andere dat Harman c.s. de volledige voorraad van de Maestro 100 zouden terugnemen en de koopprijs zouden terugbetalen. Harman c.s. voerden verweer en stelden dat de voorzieningenrechter onbevoegd was, omdat er een arbitragebeding in de overeenkomst was opgenomen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel er een arbitragebeding was, de Nederlandse rechter bevoegd was omdat de overeenkomst in Nederland moest worden uitgevoerd. De voorzieningenrechter weigerde de gevraagde voorzieningen, omdat nader feitelijk onderzoek nodig was om de gegrondheid van de vorderingen vast te stellen. [X] Audio werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/576594 / KG ZA 14-1482 MvdV/MRSB
Vonnis in kort geding van 28 januari 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] AUDIO B.V.,
gevestigd te Hengelo,
eiseres in conventie bij dagvaarding van 10 december 2014,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. T.P. Huizinga te Eindhoven,
tegen
1. de vennootschap naar buitenlands recht
HARMAN INTERNATIONAL INDUSTRIES INCORPORATED,
gevestigd te Stamford (USA),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HARMAN CONSUMER NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden in conventie,
eiseressen in voorwaardelijke reconventie,
advocaten mrs. K. Dadi en A.M.E. Voerman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [X] Audio, Harman International en Harman Nederland worden genoemd. Waar gezamenlijk bedoeld zullen gedaagden (in meervoud) worden aangeduid als Harman c.s.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 7 januari 2015 heeft [X] Audio gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Harman c.s. hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen, en vervolgens in voorwaardelijke reconventie gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte akte. [X] Audio heeft de vordering in voorwaardelijke reconventie bestreden. Partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren - voor zover van belang - aanwezig:
aan de zijde van [X] Audio: [X], directeur, met mr. Huizinga;
aan de zijde van Harman c.s.: [persoon], [functie] bij Harman Nederland, met mrs. Dadi en Voerman.

2.De feiten

2.1.
[X] Audio houdt zich (onder meer) bezig met de ontwikkeling en exploitatie van audiosystemen voor integratie in keukens en meubels.
2.2.
Harman International is een in de USA gevestigde (beursgenoteerde) onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verkoop van producten op het gebied van audio en infotainment.
2.3.
Harman Nederland maakt deel uit van de Harman Groep en is onder meer verantwoordelijk voor de marketing en verkoop van producten van Harman in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.
2.4.
[X] Audio en Harman International zijn in de zomer van 2009 onderhandelingen gestart over de ontwikkeling en distributie van een audiosysteem voor integratie in keukens. De onderhandelingen hebben geleid tot de productie van een systeem dat onder de naam ‘MaestroKitchen 100’ (hierna Maestro 100) op de markt is gebracht. De Maestro 100 is een geluidssysteem dat in een keuken kan worden geïntegreerd. Het geluid wordt geproduceerd door zogenaamde exciters, die aan de achterzijde van de keukenkastjes worden aangebracht en de keukenkastjes gebruiken als membraam voor de doorgifte van geluid.
2.5.
[X] Audio en Harman International hebben de afspraken over de ontwikkeling en distributie van de Maestro 100 in februari 2012 geformaliseerd in een schriftelijke overeenkomst (hierna de Overeenkomst). In de Overeenkomst staat - voor zover voor deze procedure van belang - het volgende:
2.Product Development.
2.1.
[X]’s Contribution to Product Development.Subject to the terms and conditions of this Agreement, [X] will develop the exterior design and appearance of the Products, including its chassis, faceplate and rear panel including without limitation, the specific combination of the dimensions, shapes, sizes, colors, lighting and surface texture and contours. (…)
2.2.
Harman’s Contribution to Product Development.Except for those items defined in Section 2.1, Harman will, or will hire a third party to, design, engineer and otherwise develop all other aspects of the Products including without limitation, all portions of the graphical user interface, owner’s manual, packaging, electronics and software for the Product.
(…)
5.1
Inspection.[X] will, within fifteen days following the receipt of any Products at [X]’s facilities, inspect the Products and may reject and return at Harmans’s cost any Products that are defective or otherwise non-conforming (…)

6.Customer Support.

6.1
Product Warranty.(…) Harman warrants to [X] that the Products shall be free from defects in materials and workmanship under normal and correct use for a period of 30 months from the date of delivery of the Products to [X], or 24 months from the date of original purchase by an end-user, whichever is longer. (…)
(…)
6.6
Installation.Harman will have no obligation to install the Product and shall have no obligation whatsoever for any product failure or other problem resulting from installation of the Product. [X] will provide all necessary resources to install or support the installation of the Products.
(…)
11.3
Disputes
(a)
Any controversy or claim related to or arising out of this Agreement shall be settled by binding arbitration conducted under the arbitration rules of the International Chamber of Commerce where such arbitration will be held in Frankfurt, Germany. Judgment on the arbitrator’s award may be entered and enforced in any court of competent jurisdiction. Neither party will be precluded from seeking provisional remedies in the courts including, but not limited to, temporary restraining orders and preliminary injunctions, to protect its rights and interests, but such relief will not be sought as a means to avoid or stay arbitration.
(…)
11.6
Governing Law.This Agreement shall be governed by, and interpreted and construed in accordance with the laws of the State of New York.”
2.6.
[X] Audio heeft van een groot aantal klanten klachten ontvangen over de Maestro 100. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de aansprakelijkheid voor gebreken aan de Maestro 100 met betrekking tot de loslatende lijmrand van de exciters, displayproblemen en andere gebreken.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[X] Audio vordert samengevat - dat Harman c.s. hoofdelijk worden veroordeeld - op straffe van verbeurte van dwangsommen - binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis bij [X] Audio en Ballerina (een van de grootste Duitse afnemers van [X] Audio) de volledige voorraad van de Maestro 100, met inbegrip van alle daarbij behorende onderdelen, op te halen en terug te nemen, onder terugbetaling van de door [X] Audio en Ballerina betaalde koopprijs. [X] Audio vordert verder - eveneens op straffe van verbeurte van een dwangsom - dat Harman c.s. hoofdelijk worden bevolen de in het lichaam van de dagvaarding genoemde gebreken van de Maestro 100 binnen vier weken na betekening van dit vonnis te verhelpen, zodanig dat de Maestro 100 voldoet aan de in artikel 6.1. van de Overeenkomst genoemde garantie. Ten slotte vordert [X] Audio dat Harman c.s. hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten.
3.2.
Harman c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie

4.1.
Harman c.s. vorderen- samengevat en onder de voorwaarde dat het beroep van Harman c.s. op de niet-ontvankelijkheid van de voorzieningenrechter wordt gepasseerd - dat [X] Audio wordt veroordeeld aan Harman International een bedrag van € 250.000,- te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente, en dat [X] Audio wordt geboden - op straffe van verbeurte van een dwangsom - te gehengen en gedogen dat Harman International Maestro Kitchen Units verhandelt, al dan niet middels een tussenpersoon.
4.2.
[X] Audio voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie

5.1.
Harman c.s. hebben voor alle weren een beroep gedaan op de onbevoegdheid van de voorzieningenrechter. Daartoe hebben zij ten eerste aangevoerd dat [X] Audio en Harman International in de Overeenkomst, waarop [X] Audio al haar vorderingen baseert, een arbitragebeding zijn overeengekomen. Ingevolge het op 1 januari 2015 in werking getreden artikel 1074d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mag de voorzieningenrechter die in kort geding wordt aangezocht zich slechts bevoegd verklaren indien de gevraagde voorziening niet of niet tijdig in arbitrage kan worden verkregen. Volgens Harman c.s. biedt de overeengekomen arbitrageprocedure bij the International Chamber of Commerce (ICC) voldoende wegen waarlangs een beslissing op de gevraagde voorzieningen kan worden verkregen. De voorzieningenrechter is volgens Harman c.s. bovendien onbevoegd, nu Harman International de enige contractspartij van [X] Audio is en Harman International is gevestigd in de USA. Harman Nederland is in deze procedure slechts betrokken om bevoegdheid te creëren. [X] Audio heeft volgens Harman International geen enkele vordering op Harman Nederland aannemelijk gemaakt.
5.2.
[X] Audio heeft gesteld dat Harman Nederland partij bij de Overeenkomst is geworden nu zij de Overeenkomst feitelijk heeft uitgevoerd, althans dat zij onrechtmatig jegens [X] Audio heeft gehandeld zodat [X] Audio een legitieme vordering op Harman Nederland heeft. De voorzieningenrechter is bevoegd jegens Harman Nederland nu zij in Nederland is gevestigd. Uit artikel 107 Rv vloeit volgens [X] Audio voort dat de voorzieningenrechter ook jegens Harman International bevoegd is.
5.3.
De voorzieningenrechter overweegt dat zij bevoegd is van de vordering jegens Harman Nederland kennis te nemen, nu Harman Nederland in Nederland is gevestigd. Met betrekking tot de bevoegdheid inzake Harman International dient de voorzieningenrechter, nu Harman International is gevestigd in de USA, haar bevoegdheid om van de vorderingen kennis te nemen vast te stellen aan de hand van de in Rv neergelegde bevoegdheidsregels. Artikel 6 sub a Rv bepaalt dat de Nederlandse rechter - ook indien de gedaagde zijn woonplaats niet in Nederland heeft - rechtsmacht toekomt indien de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt in Nederland is uitgevoerd of in Nederland moet worden uitgevoerd. De vorderingen van [X] Audio zien op het terugnemen van de aan [X] Audio verkochte units van de Maestro 100 die in Nederland zijn geleverd en zich (onder andere) in Nederland bevinden. Dit artikel schept dus rechtsmacht voor de Nederlandse rechter.
5.4.
Wat betreft het beroep op het arbitragebeding in de Overeenkomst is tussen partijen niet in geschil dat zij zijn overeengekomen eventuele geschillen ten gronde aan de ICC te Frankfurt voor te leggen. De geldigheid van deze overeenkomst is niet in geschil. In geschil is of de voorzieningenrechter bevoegd is in kort geding voorlopige voorzieningen te treffen. In dat verband overweegt de voorzieningenrechter dat op 1 januari 2015 de Wet van 2 juni 2014 tot wijziging van Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de modernisering van het Arbitragerecht (Stb. 2014, 200) in werking is getreden. In de overgangsbepaling van deze wet (artikel IV) is bepaald dat de wet van toepassing is op arbitrages en bij dagvaarding ingeleide procedures over die arbitrages, voor zover die arbitrages na
1 januari 2015 aanhangig zijn geworden. Nu tussen partijen geen arbitrage aanhangig is gemaakt vóór 1 januari 2015 is voorshands op de vorderingen van [X] Audio de nieuwe regelgeving van toepassing. Naar aanleiding van de wetswijziging zijn aan artikel 1074 Rv onder meer de artikelen 1074 a en 1074 d toegevoegd. Deze artikelen luiden als volgt
“Artikel 1074a Rv
De overeenkomst waaruit voortvloeit dat arbitrage buiten Nederland moet plaatsvinden, belet niet dat een partij de Nederlandse rechter verzoekt om een maatregel tot bewaring van recht of zich wendt tot de voorzieningenrechter van de rechtbank of de kantonrechter in kort geding overeenkomstig artikel 254.
Artikel 1074d Rv
Indien in de gevallen, genoemd in de artikelen 1074a tot en met 1074c, een partij zich voor alle weren beroept op het bestaan van een overeenkomst tot arbitrage, verklaart de rechter zich uitsluitend bevoegd, indien de gevraagde beslissing niet of niet tijdig in arbitrage kan worden gekregen.”
Uit deze bepalingen blijkt dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd dient te verklaren tenzij [X] Audio in de arbitrageprocedure niet of niet tijdig een beslissing op de gevraagde voorzieningen kan verkrijgen. Harman c.s. heeft een aantal bepalingen uit de ICC arbitration rules geciteerd waaruit zou blijken dat de arbitrage bij de ICC voldoende mogelijkheden biedt om voorlopige voorzieningen te verkrijgen. De voorzieningenrechter constateert evenwel dat de arbitrageprocedure nog niet aanhangig is gemaakt en dat dus ook nog geen arbiters zijn benoemd. Niet concreet inzichtelijk is gemaakt hoeveel tijd met de benoeming, de behandeling van het geschil en beslissing in de arbitrageprocedure zal zijn gemoeid. Nu [X] Audio heeft gesteld dat hij ten gevolge van de onderhavige kwestie in liquiditeitsproblemen is komen te verkeren, is bij deze stand van zaken voorshands onvoldoende aannemelijk dat [X] Audio in de arbitrageprocedure binnen een aanvaardbare termijn een beslissing op de thans gevraagde voorzieningen zal kunnen verkrijgen. De conclusie is dus dat artikel 1074d Rv voorshands niet aan de bevoegdheid van de voorzieningenrechter in de weg staat.
5.5.
De voorzieningenrechter komt thans toe aan de beoordeling van de vorderingen. Het gegeven dat Harman International de feitelijke uitvoering van de Overeenkomst heeft gedelegeerd aan haar dochter Harman Nederland betekent niet dat Harman Nederland partij bij de Overeenkomst is geworden. Daartoe is tenminste een verklaring van Harman Nederland of Harman International vereist, die ontbreekt. Dat [X] Audio ook niet in de veronderstelling verkeerde dat Harman Nederland contractspartij was (geworden), vindt steun in het gegeven dat (de advocaat van) [X] Audio zich in de overgelegde correspondentie ter zake de gebreken aan de Maestro 100 uitsluitend tot Harman International heeft gericht. Tussen [X] Audio en Harman Nederland bestaat voorshands dan ook geen contractuele verhouding. [X] Audio heeft voorts haar vordering jegens Harman Nederland uit hoofde van onrechtmatige daad niet, althans onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [X] Audio dan ook jegens Harman Nederland niet aan haar stelplicht voldaan. De vorderingen jegens Harman Nederland zullen derhalve worden afgewezen.
5.6.
De vorderingen van [X] Audio jegens Harman International zien op het terugnemen van de aan [X] Audio en Ballerina geleverde units tegen terugbetaling van de koopprijs en onder de verplichting om de gebreken aan de Maestro 100 te verhelpen. De vorderingen zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter gelet op de door [X] Audio gestelde liquiditeitsproblemen, die door Harman International niet zijn weersproken, spoedeisend.
5.7.
[X] Audio heeft gesteld dat de Maestro 100 niet voldoet aan de technische vereisten, onder meer doordat de lijmrand van de zogenaamde exciters op bepaalde kastdeuren na verloop van tijd loslaat. Als de exciters, die de kastdeuren als membraam voor de overdracht van geluid gebruiken, niet (deugdelijk) op de kastdeuren kunnen worden aangebracht, produceert het systeem geen geluid. Volgens [X] Audio vloeit uit artikel 2.2. van de Overeenkomst voort dat de verantwoordelijkheid voor het ontwerpen van een deugdelijke bevestigingsmethode van de exciters bij Harman International ligt. Uit artikel 5.10 in combinatie met de door Harman International in artikel 6.1. gegeven garantie volgt volgens [X] Audio voorts dat Harman International gehouden is de aan [X] Audio verkochte units van de Maestro 100 terug te nemen en haar de koopprijs terug te betalen. [X] Audio stelt verder dat ook andere gebreken zijn geconstateerd. Dit betreft problemen met het display van de head-units alsmede andere problemen zoals volgens haar blijkt uit een als productie 17 bij dagvaarding overgelegd klachtenoverzicht.
5.8.
Harman International heeft betwist dat zij voor het ontwerp van de bevestigingsmethode van de exciters aansprakelijk is. Volgens haar vloeit uit artikel 2.1 van de Overeenkomst, waarin het (industriële) design van de Maestro 100 aan [X] Audio is toebedeeld, voort dat deze verantwoordelijkheid bij [X] Audio ligt. Harman International heeft daartoe voorts onder meer gewezen op artikel 6.6. van de Overeenkomst waarin is bepaald dat [X] Audio zorg draagt voor de installatie van de Maestro 100, op het octrooi voor de wijze van bevestiging dat door [X] Audio is aangevraagd, op de wijze van bevestiging die in hoge mate afhankelijk is van de in de keuken gebruikte materialen, waarop Harman International in de praktijk geen zicht heeft en op de expertise van [X] Audio op het gebied van de inbouw van audiovisuele producten in keukens. Uit al deze omstandigheden volgt volgens Harman International dat [X] Audio voor het ontwerp van de bevestigingsmethode van de exciters verantwoordelijk is. Daarnaast heeft Harman International bestreden dat de Overeenkomst grond biedt voor terugname van de aan [X] Audio verkochte units en dat - gelet op de grote hoeveelheid klachten - sprake is van ‘epidemische’ gebreken die tot het terugnemen van de gehele voorraad verplichten. Ook heeft zij aangevoerd dat de gevorderde restitutie van de koopprijs niet toewijsbaar is nu dit een geldvordering betreft, aan de toewijzing waarvan in kort geding zware eisen worden gesteld, waaraan [X] Audio niet voldoet.
5.9.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Niet in geschil is dat partijen in de Overeenkomst het recht van de staat van New York van toepassing hebben verklaard. Dat betekent dat naar dat recht dient te worden beoordeeld wie van partijen voor de problemen met de bevestiging van de exciters, de niet functionerende displays en de andere gebreken verantwoordelijk is. Harman International heeft de gestelde gebreken, althans haar aansprakelijkheid daarvoor, uitvoerig gemotiveerd betwist. Om te kunnen beoordelen of met betrekking tot de exciters, de displays en de andere gestelde gebreken sprake is van (ontwerp)fouten van Harman International, dan wel van (uitvoerings)fouten aan de zijde van [X] Audio is nader feitelijk onderzoek vereist naar de aard en omvang daarvan en de rechtsgevolgen die het recht van de staat van New York aan de resultaten van dat feitenonderzoek verbindt.
Daarbij komt dat als al komt vast te staan dat Harman International aansprakelijk is voor gebreken, de Overeenkomst in artikel 6.1 weliswaar een garantieclausule bevat, maar dat niet expliciet is bepaald dat [X] Audio op grond daarvan het recht heeft van Harman International te verlangen dat zij de aan [X] Audio verkochte units terugneemt onder terugbetaling van de koopprijs. Dat blijkt evenmin (expliciet) uit artikel 5.10. van de Overeenkomst. Harman International heeft verklaard de garantieclausule gestand te zullen doen, maar zij heeft gemotiveerd bestreden dat uit artikel 6.1. of 5.10 een verplichting voortvloeit om gebrekkige producten onder terugbetaling van de koopprijs terug te nemen, laat staan om alle aan [X] Audio verkochte producten terug te nemen, zoals [X] Audio heeft gevorderd. Harman International heeft voorts gemotiveerd aangevoerd dat het aantal klachten over de (latere) leveringen van de Maestro 100 binnen de overeengekomen foutmarge ligt en heeft er bovendien op gewezen dat een belangrijk aantal van de bij [X] Audio binnengekomen klachten ziet op het ontbreken van handleidingen en afstandsbedieningen, waarop de garantieclausule in geen geval betrekking heeft. Nu de Overeenkomst naar een rechtstelsel moet worden beoordeeld waarbij, zo heeft [X] Audio niet weersproken, de letterlijke tekst van de overeenkomst doorslaggevend is, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands onvoldoende aannemelijk dat de Overeenkomst een deugdelijke grondslag voor toewijzing van de vorderingen biedt.
5.10.
De conclusie uit het voorgaande is dat de gegrondheid van de vordering voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden. De gevraagde voorzieningen zullen derhalve worden geweigerd.
5.11.
[X] Audio zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Harman c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.424,00
5.12.
Nu de voorwaarde waaronder de reconventionele vordering is ingesteld niet is vervuld, wordt aan de behandeling van deze vordering niet toegekomen.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
6.2.
veroordeelt [X] Audio in de proceskosten, aan de zijde van Harman c.s. tot op heden begroot op € 1.424,00,
6.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.R.S. Bacon, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: MRSB