ECLI:NL:RBAMS:2015:3235
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorbetaling van loon in kort geding na ontslag op staande voet wegens vermeende diefstal van cacao
In deze zaak vorderde de eiser, Katoen Natie Amsterdam B.V., in kort geding betaling van zijn salaris na een ontslag op staande voet door zijn werkgever, KNA. De eiser was op 28 februari 2015 als enige werknemer werkzaam op een locatie van KNA en had een vrachtwagen beladen met cacao zonder deze te wegen, wat leidde tot beschuldigingen van diefstal. KNA ontsloeg de eiser op 2 maart 2015, maar de eiser betwistte de rechtmatigheid van dit ontslag en vorderde zijn salaris over de maand maart 2015. Tijdens de mondelinge behandeling werden getuigen gehoord, waaronder de eiser zelf en twee medewerkers van KNA. De kantonrechter oordeelde dat onvoldoende bewijs was geleverd dat de eiser opzettelijk had deelgenomen aan een poging tot ontvreemding van cacao. De rechter concludeerde dat de omstandigheden niet voldoende waren om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De loonvordering van de eiser werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten werden gecompenseerd. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 juni 2015, maar de rechter beperkte de wettelijke verhoging tot nihil, gezien het verwijt dat ook aan de eiser gemaakt kon worden.