Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1],
1.De procedure
2.De feiten
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
3.Het geschil
4.De beoordeling
De vordering van Hondosan
7. Voor zover zinvol, worden alle overdrachten naar Sun&Sea Resort en eventueel andere gegadigden (uitsluitend geaccepteerd na schriftelijke toestemming van elk der drie (3) voornoemde eigenaren geregeld via de derdenrekening van mij notaris, die ook na overdracht een betalingsbewijs zal vervaardigen voor de Tapu-overdracht in Turkije en de afrekening zal verzorgen na aangave van de in artikel zes genoemde kosten."
Voor zover zinvol” wordt bedoeld. De bepaling dient dan ook te worden gezien in het licht van wat verder is opgenomen in de vaststellingsovereenkomst. Hiervoor is tevens relevant dat boven voornoemde bepaling in artikel 2 (zie hiervoor onder 2.5.) is opgenomen dat de aandeelhouders van de nog op te richten Turkse Limited er geen bezwaar tegen hebben wanneer de aandeelhouders hun aandelen in de Limited overdragen aan een door de desbetreffende aandeelhouder aan te wijzen vennootschap. Voorts is in artikel 10. (zie eveneens hiervoor onder 2.5.) opgenomen dat ten einde overdracht van de Tapu’s in Turkije te regelen partijen onderling een afzonderlijke machtiging zullen geven aan elkaar over en weer om in Turkije rechtshandelingen te verrichten. In het licht van al deze bepalingen is de rechtbank van oordeel dat aan artikel 7 niet de uitleg kan worden gegeven die [eiser sub 1] voorstaat. Indien partijen het uitgangspunt dat het een eigenaar vrij staat zijn eigendomsrecht te vervreemden hadden willen beperken, had het op hun weg gelegen dit in duidelijke bewoordingen overeen te komen. Uit voornoemde bepalingen blijkt juist dat partijen er geen bezwaar tegen hebben gehad dat de aandeelhouders hun aandelen overdragen aan een door de desbetreffende aandeelhouder aan te wijzen vennootschap (zie artikel 2) en dat partijen elkaar over en weer hebben gemachtigd om in Turkije rechtshandelingen te verrichten waarbij de Tapus’s worden overgedragen aan nieuwe kopers (zie artikel 10). Dat met vennootschap in de vaststellingsovereenkomst alleen zou worden bedoeld een vennootschap toebehorend aan partijen, zoals door [eiser sub 1] is betoogd, blijkt niet uit hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is opgenomen. Waarom de bepaling dan toch zo door [gedaagde] had moeten worden begrepen is onvoldoende door [eiser sub 1] onderbouwd. In het licht van al deze bepalingen in hun onderling verband en samenhang beschouwd kan [eiser sub 1] niet worden gevolgd in zijn stelling dat het [gedaagde] niet vrij zou hebben gestaan zijn aandeel in de Tapu’s te vervreemden. Voor zover [eiser sub 1] heeft betoogd dat de vereiste toestemming zou blijken uit de omstandigheid dat ook nu voor de verkoop van de appartementen toestemming nodig is van alle partijen waaronder de Turkse B.V., faalt dit betoog reeds omdat dit een andere situatie betreft; namelijk waarbij de gehele eigendom - dus alle Tapu’s - worden overgedragen. Het betreft niet een deel van de eigendom van de Tapu’s. De conclusie is dan ook dat [eiser sub 1] niet kan worden gevolgd in zijn uitleg van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst en dat van toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van [gedaagde] geen sprake is. Dat [gedaagde] door de overdracht van 1/3 deel van de eigendom de vaststellingsovereenkomst heeft geschonden kan niet worden gevolgd, omdat in de vaststellingsovereenkomst de eigendomsverhouding van de appartementen niet is geregeld.
3.576,00(4,0 punten × tarief € 894,-)