ECLI:NL:RBAMS:2015:3029

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2015
Publicatiedatum
22 mei 2015
Zaaknummer
C-13-562552 - HA ZA 14-357
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vaststellingsovereenkomst en eigendomsrechten van appartementen in Turkije

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen eiser sub 1 en de besloten vennootschap Hondosan B.V. enerzijds en gedaagde anderzijds, met betrekking tot een vaststellingsovereenkomst en de eigendomsrechten van appartementen in Turkije. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte verschillende conclusies en een pleidooi. De kern van het geschil draait om de vraag of gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst door een aandeel in de appartementen te verkopen zonder toestemming van de andere eigenaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eigendomsbewijzen (Tapu's) van de appartementen niet op naam van Hondosan staan, waardoor de vordering van Hondosan werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat gedaagde niet in strijd heeft gehandeld met de vaststellingsovereenkomst, omdat de eigendomsverhouding niet expliciet was geregeld. Bovendien was er geen schade voor eiser sub 1, aangezien de nieuwe eigenaar van de Tapu's akkoord was gegaan met de afgesproken eigendomsverhoudingen. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser sub 1 en Hondosan afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/562552 / HA ZA 14-357
Vonnis van 27 mei 2015
in de zaak van

1.[eiser sub 1],

wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HONDOSAN B.V.,
gevestigd te Maarsbergen,
eisers,
advocaat mr. drs. F.P.A.M. Uytdewillegen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. R.J.B. Baarspul.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers gezamenlijk] worden genoemd en afzonderlijk [eiser sub 1] en Hondosan. Gedaagde zal hierna worden aangeduid met [gedaagde].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 16 juli 2014 waarbij de zaak is verwezen voor conclusie van repliek,
- de conclusie van repliek tevens wijziging eis, met producties,
- de conclusie van dupliek tevens antwoord gewijzigde eis, met producties,
- het proces-verbaal van pleidooi en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[bestuurder BV] is bestuurder van Hondosan.
2.2.
[gedaagde] is bestuurder van [bedrijf] (hierna: [bedrijf]).
2.3.
[eiser sub 1] en de besloten vennootschap ARA Informatica Services B.V. (hierna ook: ARA) hebben in 2007 ieder een bedrag van € 500.000,= geleend aan de stichting Sun & Sea Residences (hierna: de stichting). [gedaagde] (via [bedrijf]) heeft een bedrag van € 250.000,= geleend aan de stichting. De stichting heeft appartementen (hierna: de appartementen) laten bouwen in Turkije.
2.4.
Op enig moment is het toenmalig bestuur van de stichting teruggetreden. [eiser sub 1] en [bestuurder BV] zijn als bestuurders van de stichting benoemd. Vervolgens is ook [eiser sub 1] afgetreden als bestuurder van de stichting.
2.5.
Op 23 januari 2009 is een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij onder andere [bestuurder BV] (mede in zijn hoedanigheid van bestuurder van Hondosan, waar bij Honsodan handelde in de hoedanigheid van bestuurder van ARA), [eiser sub 1] en [gedaagde] (mede in zijn hoedanigheid van bestuurder van [bedrijf]) partij waren. In deze vaststellingsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:

IN AANMERKING NEMENDE DAT:
1. Sun & Sea Resort economisch eigenaar is van twee (2) appartementsgebouwen (…)
2. [bedrijf] op (…) (21-6-2007) aan de Stichting Sun & Sea Residences een lening heeft verstrekt van (…) € 250.000,00 (…)
3. [eiser sub 1] op (…) (22-6-2007) aan de Stichting Sun & Sea Residences een lening heeft verstrekt van (…) € 500.000,00 (…)
4. ARA op (…) (6-8-2007) aan de Stichting Sun & Sea Residences een lening heeft verstrekt van (…) € 500.000,00 (…)
6. De aflossingsdatum van Sun & Sea Resort aan Stichting Sun & Sea Residences en daarmee van Stichting Sun & Sea Residences aan [bedrijf]., [eiser sub 1] en ARA in zicht komt en Sun & Sea Resort reeds heeft aangegeven niet aan haar aflossingsverplichting te kunnen voldoen (…)
7. Met [naam] [rechtbank: als toenmalig bestuurder van Sun & Sea Resort] is overeengekomen dat alle hiervoor onder 1. genoemde appartementen zullen worden overgedragen aan een door, [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde], casu quo hun genoemde vennootschappen, op te richten besloten vennootschap naar Turks recht als onderpand voor de leningen, renten en kosten.
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
1. Sun & Sea resort levert per (…) (1.1.2009) de beide appartementsgebouwen (…) als borgstelling voor (…) verschuldigde aflossing en renten (…) aan [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde] en zorgt ervoor dat de Tapu’s [rechtbank: eigendomsbewijzen naar Turks recht] op naam worden gesteld van de hiervoor onder 7. genoemde, nieuw op te richten Turkse Limited, waarin zij ([eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde]) voor respectievelijk, veertig procent (40%), veertig procent (40%) en twintig procent (20%) zullen deelnemen.
2. De Turkse Limited Sti. zal worden opgericht door natuurlijke personen. De aandeelhouders van deze Turkse Limited, hebben er over en weer geen bezwaar tegen wanneer aandeelhouders hun aandelen in de Limited overdragen aan een door de desbetreffende aandeelhouder aan te wijzen vennootschap.
(…)
7. Voor zover zinvol, worden alle overdrachten naar Sun&Sea Resort en eventueel andere gegadigden (uitsluitend geaccepteerd na schriftelijke toestemming van elk der drie (3) voornoemde eigenaren geregeld via de derdenrekening van mij notaris, die ook na overdracht een betalingsbewijs zal vervaardigen voor de Tapu-overdracht in Turkije en de afrekening zal verzorgen na aangave van de in artikel zes genoemde kosten.
(…)
10. Om de overdracht van de Tapu’s naar [bestuurder BV], [eiser sub 1] en [gedaagde] en/of een andere door hun aan te wijzen rechtspersoon, in Turkije ter plekke te regelen en tevens om de Tapu-overdracht naar nieuwe kopers mogelijk te maken zullen partijen onderling een afzonderlijk machtiging geven aan elkaar over en weer, in genoemde hoedanigheden, om in de Republiek Turkije rechtsgeldige handelingen te verrichten.”
2.6.
Volgens het recht van Turkije is de aannemer die de appartementen heeft gebouwd in eerste instantie eigenaar daarvan. Deze aannemer heeft twaalf van de appartementen op naam van [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde] laten zetten, waarbij ervan is uitgegaan dat zij allen voor een gelijk deel eigenaar zouden worden (dus ieder voor 1/3 deel). Bij de verkoop van het dertiende appartement is vermeld dat [eiser sub 1] en [bestuurder BV] beiden een aandeel van ieder 40% en [gedaagde] een aandeel van 20% in de onverdeelde eigendom zou verkrijgen.
2.7.
Op 25 mei 2012 zijn [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde] protocol overeengekomen waarin, kort gezegd, is opgenomen dat een Turkse makelaar tegen vergoeding van een commissie de appartementen zou verkopen en de opbrengst zou onderbrengen bij een Turkse advocaat, voor wiens diensten eveneens een vergoeding zou worden betaald.
2.8.
Nadat vijf (van de in totaal 13) appartementen waren verkocht weigerde [gedaagde] in te stemmen met uitbetaling van de ontvangen gelden. [gedaagde] beriep zich onder meer op de gelijke eigendomsverhouding van 1/3 ieder. Daarop hebben Hondosan en [bestuurder BV] een vordering tegen [gedaagde] ingesteld bij de voorzieningenrechter. Op 20 augustus 2013 is een kortgeding vonnis gewezen waarin onder meer is overwogen dat, wat er ook zij van de bedoeling van partijen omtrent de verdeling van de eigendomsrechten van de appartementen, deze onverlet laten dat ten aanzien van de verdeling van de opbrengst van de verkoop van die appartementen de afspraak is gemaakt dat ieder van de leningverstrekkers daarin zou delen naar rato van de omvang van het door hem geleende bedrag. [gedaagde] is in het kortgeding vonnis - kort gezegd - veroordeeld mee te werken aan uitbetaling van de verkoopopbrengst van de appartementen naar rato van de geleende bedragen, zijnde 40% ieder voor Hondosan en [eiser sub 1] en 20% aan [bedrijf].
2.9.
[gedaagde] heeft op 2 augustus 2013 het aandeel in de eigendom van de overige acht appartementen dat op zijn naam stond, zijnde 1/3 deel, verkocht en overgedragen aan Arge Sistem Bilgisayar lletisim Teknolojileri Ticaret Limited Sirketi (hierna: de Turkse B.V.).
2.10.
Op 11 oktober 2013 mailt de Turkse advocaat van partijen aan onder meer [eiser sub 1], [gedaagde] en [bestuurder BV]:
“The sale had now been cancelled due to the fact the new owner [rechtbank: hiermee wordt de Turkse B.V. bedoeld] does not accept the split and bram [rechtbank: hiermee wordt [bestuurder BV] bedoeld] and [eiser sub 1] [rechtbank: hiermee wordt [eiser sub 1] bedoeld] do not accept the sale on this basis.”
2.11.
Op 30 juni 2014 heeft de Turkse advocaat van partijen aan [bestuurder BV], [eiser sub 1] en [gedaagde] bericht:
“(…) I have today received the attached letter from the accountant of Arge System [rechtbank: de Turkse B.V.] who as you know is the company that [gedaagde] sold his share too and who are the 3rd partner on the title deed of the properties in Turkey. Previously sales have stopped due to the fact they wanted 33% which is the amount of their share but it now seems they have agreed to accept 20% as per the Dutch court ruling.”

3.Het geschil

3.1.
[eisers gezamenlijk] vordert, na wijziging van eis (onder andere ter gelegenheid van het pleidooi waarbij de vorderingen tot vergoeding van aandeelschade zijn ingetrokken), kort samengevat, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de vertragingsschade, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten die [eisers gezamenlijk] moet maken voor onderzoek in Turkije, te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de toekomstige daling van de waarde van het aandeel van [eisers gezamenlijk] in de appartementen, te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de kosten van juridische procedures in Turkije die [eisers gezamenlijk] moet maken om de verkoop van de appartementen af te dwingen en veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente. [eisers gezamenlijk] baseert de vorderingen op tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst, dan wel onrechtmatig handelen door [gedaagde]. De tekortkoming en het onrechtmatig handelen bestaat er volgens [gedaagde] c.s. in dat hij zonder toestemming van de mede-eigenaren een aandeel in de appartementen heeft verkocht, welk aandeel bovendien groter is dan hem toekwam.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De vordering van Hondosan

4.1.
Als meest verstrekkend verweer heeft [gedaagde] aangevoerd dat Hondosan niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu zij geen eigenaresse is van de Tapu's.
4.2.
Dit verweer slaagt in zoverre dat de vordering van Hondosan zal worden afgewezen. In de vaststellingsovereenkomst van 23 januari 2009 is overeengekomen dat de eigendomsbewijzen (ofwel Tapu's) van de beide appartementsgebouwen op naam van [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde] worden gesteld en dat deze daarna zullen worden ingebracht in de nieuw op te richten Turkse Limited, waarin [eiser sub 1], [bestuurder BV] en [gedaagde] naar rato van de oorspronkelijk verstrekte leningen aan de stichting, zijnde in de verhouding van respectievelijk 40-40-20%, zouden deelnemen. Vaststaat dat de Turkse Limited niet is opgericht. De Tapu's staan derhalve op naam van [eiser sub 1] en [bestuurder BV] en inmiddels op naam van de Turkse B.V. De Tapu's staan dus niet op naam van Hondosan. Voor zover Hondosan heeft willen aanvoeren via ARA eigenaresse te zijn geworden faalt dit betoog. Weliswaar blijkt uit de door Hondosan overgelegde stukken dat er sprake is geweest van een fusie en een naamswijziging in Hondosan, maar daaruit blijkt niet dat de Tapu’s op naam van Hondosan of ARA zijn gesteld. Dat dit anders zou zijn is onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd, sterker nog, ter gelegenheid van het pleidooi heeft Hondosan erkend dat de Tapu’s op naam van [bestuurder BV] staan. Dat Hondosan (wat daar verder ook van zij) met [gedaagde] afspraken heeft gemaakt middels de vaststellingsovereenkomst omtrent de verdeling van de verkoopopbrengst van de appartementen maakt nog niet dat Hondosan een vordering kan instellen jegens [gedaagde] die betrekking heeft op de eigendom van de Tapu’s. Dit betekent dat de vordering van Hondosan zal worden afgewezen. Nu zij geen eigenaresse is van de Tapu's heeft zij uit dien hoofde ook geen vordering op [gedaagde]. In het hierna volgende zal de vordering van [eiser sub 1] op [gedaagde] worden beoordeeld.
Toerekenbaar tekortschieten?
4.3.
[eiser sub 1] betoogt dat [gedaagde] door de overdracht van 1/3 deel van de eigendom van de appartementen de vaststellingsovereenkomst heeft geschonden. Volgens [eiser sub 1] staat op pagina 4 sub 7 van de vaststellingsovereenkomst dat alle overdrachten naar Sun & Sea Resort en eventueel andere gegadigden uitsluitend worden geaccepteerd na schriftelijke toestemming van elk der drie eigenaren. Deze afspraak is door [gedaagde] geschonden, aldus [eiser sub 1] hetgeen een toerekenbare tekortkoming oplevert. [gedaagde] betwist dat hij gehouden was schriftelijke toestemming van [eisers gezamenlijk] te verkrijgen voor de vervreemding van zijn aandeel in de appartementen. Volgens [gedaagde] ziet de schriftelijke toestemming alleen op doorbetaling van de gelden van de derdenrekening.
4.4.
Partijen leggen de vaststellingsovereenkomst op dit punt ieder op een andere wijze uit. Bij beantwoording van de vraag welke uitleg de juiste is staat voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract, in het onderhavige geval de vaststellingsovereenkomst, de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.5.
Voorts staat voorop dat het een eigenaar in beginsel vrij staat zijn eigendomsrecht te vervreemden. De bepaling waarnaar [eiser sub 1] verwijst luidt:

7. Voor zover zinvol, worden alle overdrachten naar Sun&Sea Resort en eventueel andere gegadigden (uitsluitend geaccepteerd na schriftelijke toestemming van elk der drie (3) voornoemde eigenaren geregeld via de derdenrekening van mij notaris, die ook na overdracht een betalingsbewijs zal vervaardigen voor de Tapu-overdracht in Turkije en de afrekening zal verzorgen na aangave van de in artikel zes genoemde kosten."
In deze bepaling is niet zonder meer duidelijk waarop de schriftelijke toestemming van elk van de drie eigenaren ziet. Ziet deze op de eigendomsoverdracht van de appartementsrechten (de Tapu's) of ziet deze op uitbetaling door de notaris van de gelden van de derdenrekening? Bovendien is - zonder nadere toelichting die ontbreekt - niet duidelijk wat met “
Voor zover zinvol” wordt bedoeld. De bepaling dient dan ook te worden gezien in het licht van wat verder is opgenomen in de vaststellingsovereenkomst. Hiervoor is tevens relevant dat boven voornoemde bepaling in artikel 2 (zie hiervoor onder 2.5.) is opgenomen dat de aandeelhouders van de nog op te richten Turkse Limited er geen bezwaar tegen hebben wanneer de aandeelhouders hun aandelen in de Limited overdragen aan een door de desbetreffende aandeelhouder aan te wijzen vennootschap. Voorts is in artikel 10. (zie eveneens hiervoor onder 2.5.) opgenomen dat ten einde overdracht van de Tapu’s in Turkije te regelen partijen onderling een afzonderlijke machtiging zullen geven aan elkaar over en weer om in Turkije rechtshandelingen te verrichten. In het licht van al deze bepalingen is de rechtbank van oordeel dat aan artikel 7 niet de uitleg kan worden gegeven die [eiser sub 1] voorstaat. Indien partijen het uitgangspunt dat het een eigenaar vrij staat zijn eigendomsrecht te vervreemden hadden willen beperken, had het op hun weg gelegen dit in duidelijke bewoordingen overeen te komen. Uit voornoemde bepalingen blijkt juist dat partijen er geen bezwaar tegen hebben gehad dat de aandeelhouders hun aandelen overdragen aan een door de desbetreffende aandeelhouder aan te wijzen vennootschap (zie artikel 2) en dat partijen elkaar over en weer hebben gemachtigd om in Turkije rechtshandelingen te verrichten waarbij de Tapus’s worden overgedragen aan nieuwe kopers (zie artikel 10). Dat met vennootschap in de vaststellingsovereenkomst alleen zou worden bedoeld een vennootschap toebehorend aan partijen, zoals door [eiser sub 1] is betoogd, blijkt niet uit hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is opgenomen. Waarom de bepaling dan toch zo door [gedaagde] had moeten worden begrepen is onvoldoende door [eiser sub 1] onderbouwd. In het licht van al deze bepalingen in hun onderling verband en samenhang beschouwd kan [eiser sub 1] niet worden gevolgd in zijn stelling dat het [gedaagde] niet vrij zou hebben gestaan zijn aandeel in de Tapu’s te vervreemden. Voor zover [eiser sub 1] heeft betoogd dat de vereiste toestemming zou blijken uit de omstandigheid dat ook nu voor de verkoop van de appartementen toestemming nodig is van alle partijen waaronder de Turkse B.V., faalt dit betoog reeds omdat dit een andere situatie betreft; namelijk waarbij de gehele eigendom - dus alle Tapu’s - worden overgedragen. Het betreft niet een deel van de eigendom van de Tapu’s. De conclusie is dan ook dat [eiser sub 1] niet kan worden gevolgd in zijn uitleg van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst en dat van toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van [gedaagde] geen sprake is. Dat [gedaagde] door de overdracht van 1/3 deel van de eigendom de vaststellingsovereenkomst heeft geschonden kan niet worden gevolgd, omdat in de vaststellingsovereenkomst de eigendomsverhouding van de appartementen niet is geregeld.
Onrechtmatige daad?
4.6.
Resteert de vraag of [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door 1/3 deel van de Tapu’s te verkopen terwijl wist of hij behoorde te weten dat hem slechts een aandeel van 20% toekwam. [gedaagde] heeft niet betwist dat de Tapu's bij vergissing voor 1/3 deel op zijn naam zijn komen te staan in plaats van de tussen partijen overeengekomen 20%. Dit betekent dat [gedaagde] bewust meer heeft verkocht dan waar hij, gelet op de bedoeling van partijen, recht op had. Echter staat ook onbetwist vast dat de nieuwe eigenaar van de Tapu's, de Turkse B.V., bij de verdeling van de verkoopopbrengst akkoord is gegaan met 20% van die opbrengst (zie hiervoor onder 2.11). Aldus handelt de Turkse B.V. overeenkomstig de tussen partijen overeengekomen eigendomsverhoudingen. Dit betekent dat er door [eiser sub 1] (vooralsnog) geen schade is geleden ten gevolge van het verkopen van een groter aandeel in de Tapu’s door [gedaagde] dan 20%, althans is van dergelijke schade onvoldoende gebleken. Zonder schade kan geen sprake zijn van een onrechtmatige daad. Dit betekent dat de vordering, voor zover gegrond op een onrechtmatige daad, eveneens zal worden afgewezen.
4.7.
Voor zover [eiser sub 1] heeft betoogd dat het enkele overdragen van zijn aandeel in de Tapu’s door [gedaagde] schade heeft veroorzaakt, doordat van de Turkse B.V. geen contactgegevens bekend zijn bij [eisers gezamenlijk], heeft te gelden dat ook dit betoog faalt, reeds omdat uit de e-mail van de Turkse advocaat van partijen van 30 juni 2014 (zie hiervoor onder 2.11) blijkt dat contact met de Turkse B.V. wel mogelijk is.
4.8.
In het licht van hetgeen hiervoor is overwogen behoeft hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht (onder ander voor wat betreft de geleden schade) geen verdere bespreking.
4.9.
[eisers gezamenlijk] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht 868,00
- salaris advocaat
3.576,00(4,0 punten × tarief € 894,-)
Totaal € 4.444,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers gezamenlijk] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 4.444,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eisers gezamenlijk] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers gezamenlijk] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Kloosterhuis, rechter, bijgestaan door mr. A. Vogelzang, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2015. [1]

Voetnoten

1.*