Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2015 in de zaak tussen
de algemeen directeur van Cition BV te Amsterdam,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de algemeen directeur van Cition BV en de gemeente Amsterdam, naar aanleiding van een verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres, Cition BV, had op 12 maart 2014 een verzoek ingediend bij verweerder, de gemeente Amsterdam, om informatie over de verhoging van parkeeropbrengsten. De gemeente weigerde dit verzoek en verklaarde het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit kennelijk niet-ontvankelijk. Eiseres ging hiertegen in beroep.
De rechtbank oordeelde dat de Wob van toepassing is op het verzoek van eiseres, ondanks de stelling van de gemeente dat het verzoek niet betrekking had op een bestuurlijke aangelegenheid. De rechtbank stelde vast dat de brief van 7 mei 2014, waarin de gemeente het verzoek afwees, een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de gemeente eiseres in de gelegenheid had moeten stellen haar bezwaar mondeling toe te lichten in een hoorzitting.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de gemeente op om eiseres alsnog in de gelegenheid te stellen haar bezwaarschrift in een hoorzitting toe te lichten. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van de Wob en de verplichtingen van bestuursorganen bij het behandelen van verzoeken om informatie.