ECLI:NL:RBAMS:2015:260
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden van verdachte in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte overleden voordat de zaak kon worden voortgezet. De rechtbank heeft op 19 januari 2015 uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/693031-12. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 9 en 10 december 2014 en op 5 januari 2015. De officier van justitie, mr. H. Oppe, heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij niet-ontvankelijk is in de vervolging, nu de verdachte op [datum van overlijden] is overleden. De rechtbank heeft dit standpunt overgenomen en vastgesteld dat op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Zuithoff, en is openbaar gemaakt op de zitting van 19 januari 2015.