ECLI:NL:RBAMS:2015:260

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
13/693031-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden van verdachte in strafzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte overleden voordat de zaak kon worden voortgezet. De rechtbank heeft op 19 januari 2015 uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/693031-12. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 9 en 10 december 2014 en op 5 januari 2015. De officier van justitie, mr. H. Oppe, heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij niet-ontvankelijk is in de vervolging, nu de verdachte op [datum van overlijden] is overleden. De rechtbank heeft dit standpunt overgenomen en vastgesteld dat op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Zuithoff, en is openbaar gemaakt op de zitting van 19 januari 2015.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/693031-12
Datum uitspraak: 19 januari 2015
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
overleden op [datum van overlijden].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 en 10 december 2014 en van 5 januari 2015 .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H. Oppe en van de raadsman van verdachte, mr. C. Flokstra naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 31 oktober 2012 te Amsterdam ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf van moord en/of doodslag en/of diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging, in ieder geval enig misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is gesteld, opzettelijk een of meer (twee) vuurwapen(s), te weten een doorgeladen pistool (Walther P22, kaliber .22) (met verwijderd serienummer en de veiligheidspal in de stand F. (Fire)) en/of een doorgeladen pistool (CZ 2075 RAMI, kaliber 9x19) (met verwijderd serienummer en de veiligheidsstand niet ingeschakeld) en/of een kogelvrij vest en/of een pruik en/of handschoenen en/of een panty (welke zodanig was geprepareerd dat deze als gezichtsbedekking kon dienen) en/of een of meer zonnebril(len) en/of een of meer communicatiemiddel(en) (mobiele telefoon(s)) en/of een auto en/of een of meer scooter(s) bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf/die misdrijven, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
(artikel 289 en/of 287 en/of 312 en/of 317 jo 46 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 31 oktober 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s) van categorie III en/of munitie van categorie III, te weten een doorgeladen pistool (Walther P22, kaliber .22) (met verwijderd serienummer en de veiligheidspal in de stand F (Fire)) en/of een of meer (10) patro(o)n(en) (.22 Remminton) en/of een doorgeladen pistool (CZ 2075 RAMI, kaliber 9x19) (met verwijderd serienummer en de veiligheidsstand niet ingeschakeld) en/of een of meer (11) patro(o)n(en) (9mm Luger), voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben gedragen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 26 jo 55 Wet Wapens en Munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 1 november 2012 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapen(s) van categorie III, te weten een pistool (CZ model 83, kaliber 9mm Browning), en/of munitie van categorie III, te weten een of meer patro(o)n(en) (9mm Kort Sellier & Bellot), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 26 jo 55 Wet Wapens en Munitie jo 47 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 oktober 2012 tot en met 1 november 2012, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer voorwerp(en), te weten
- a) een geldbedrag (bestaande uit onder meer een of meer coupure(s) van 500 euro) van (totaal) (ongeveer) 9.424,55 euro, althans enig geldbedrag, en/of
- b) een of meer (4) horloge(s) (merk: Audemars Piquet en/of Rolex (3)) en/of
- c) een of meer (9) telefoon(s) (merk: Blackberry (6) en/of Nokia en/of iPhone (2)) en/of
- d) een of meer (4) telefoonkaart(en) van 20 euro en/of
- e) een kogelwerend vest en/of
- f) een vuurwapen en/of
- g) een jammer,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een of meer voorwerp(en), te weten
- a) een geldbedrag (bestaande uit onder meer een of meer coupure(s) van 500 euro) van (totaal) (ongeveer) 9.424,55 euro, althans enig geldbedrag, en/of
- b) een of meer (4) horloge(s) (merk: Audemars Piquet en/of Rolex (3)) en/of
- c) een of meer (9) telefoon(s) (merk: Blackberry (6) en/of Nokia en/of iPhone (2)) en/of
- d) een of meer (4) telefoonkaart(en) van 20 euro en/of
- e) een kogelwerend vest en/of
- f) een vuurwapen en/of
- g) een jammer,
gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(artikel 420bis en/of 420ter en/of 420quater jo 47 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op of omstreeks 1 november 2012 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk een of meer radiozendappara(a)t(en), te weten een GSM-jammer heeft aangelegd en/of geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat/die radiozendappara(a)t(en) op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend.
(artikel 10.9 Telecommunicatiewet jo 1 en 2 Wet op de Economische Delicten jo 47 Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Ontvankelijkheid van de officier van justitie.
3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gesteld dat hij, nu verdachte op [datum van overlijden] is overleden, niet-ontvankelijk is in de vervolging.
3.2.
Oordeel van de rechtbank
Zoals blijkt uit een kopie van het verslag betreffende een niet natuurlijke dood d.d. 23 mei 2014 van drs. [forensisch arts], forensisch arts i.o., is [verdachte] op [datum van overlijden] overleden.
Op grond van het bepaalde in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt door de dood van verdachte het recht tot strafvordering. Daarom is de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.M. Wieland, voorzitter,
mrs. M.E. Leijten en P. Sloot, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Zuithoff, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 januari 2015.