Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
4.Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
5.Waardering van het bewijs
[website A]stond vermeld. Deze advertentie was sinds 21 december 2013 in gebruik. De telefoon werd opgenomen door een Nederlandssprekend meisje en met haar heeft hij een seksafspraak voor 18:00 uur gemaakt. Ter plaatse heeft verbalisant [verbalisant] nogmaals telefonisch contact opgenomen met “[naam 1]”. Zij zou hem op straat ophalen. [verbalisant] is naar haar toegelopen en net als zij bij de toegangsdeur van het adres [adres 2] naar binnengegaan. Daar heeft hij zich – evenals zijn collega’s die inmiddels ook binnen waren – als politieagent geïdentificeerd. “[naam 1]” verklaarde vervolgens dat haar echte naam [persoon 3] (hierna: [persoon 3]) is en dat zij op [geboortedag] 1996 is geboren.
[website B]met de werknaam “[naam 2]” zijn de historische gegevens gevorderd bij
[website B]. Uit die gegevens is gebleken dat de advertentie op 26 december 2013 is aangemaakt. Anders dan de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat [persoon 1] zich vanaf deze datum met prostitutie heeft beziggehouden.
[website B]met de werknaam “[naam 4]” zijn de historische gegevens gevorderd bij
[website B]. Uit die gegevens is gebleken dat de advertentie op 13 januari 2014 is aangemaakt. Anders dan de officier van justitie en met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat [persoon 2] zich vanaf deze datum met prostitutie heeft beziggehouden.
6.Bewezenverklaring
- die [persoon 1] gevraagd of zij geld wilde verdienen en
- de accounts van die [persoon 1] op een of meer sekssites beheerd en
- een woning aan die [persoon 1] ter beschikking gesteld, waar zij klanten kon ontvangen om prostitutiewerkzaamheden uit te voeren en
- die [persoon 1] meermalen met de auto gehaald en gebracht vanuit [plaats 1] naar [plaats 2], zodat zij in de woning in [plaats 2] haar prostitutiewerkzaamheden kon uitvoeren en
- dicht bij de locatie verbleven waar die [persoon 1] haar seksklanten ontving en die [persoon 1] geïnstrueerd dat zij hem, verdachte, moest berichten/melden wanneer een prostitutieklant kwam en voor hoe lang en
- via whatsapp-contact met die [persoon 1] controle uitgevoerd op de af- en aanwezigheid van seksklanten van die [persoon 1] en
- die [persoon 1] de ingangscode van de sekssite waarop zij stond gegeven en
- die [persoon 1] een deel van haar verdiensten uit prostitutiewerkzaamheden af laten staan aan hem, verdachte.
Feit 3
- die [persoon 2] voorgesteld om in de prostitutie te gaan werken en
- toen nadat die [persoon 2] instemde met het werk in de prostitutie accounts met daarop seksadvertenties op naam van [naam 4], zijnde de werknaam van die [persoon 2], aangemaakt te weten onder andere [website A] en [website B]. en in die seksadvertenties foto's van die [persoon 2] geplaatst en de prijzen bepaald die die [persoon 2] diende te vragen voor haar prostitutiewerkzaamheden en die sekssites een of meermalen omhooggehaald en
- de prostitutiewerktijden voor die [persoon 2] geregeld en haar prostitutiewerkschema heeft onderhouden en
- die [persoon 2] een prostitutiewerktelefoon verstrekt en
- een woning heeft geregeld waar die [persoon 2] haar prostitutiewerkzaamheden kon uitvoeren en
- die [persoon 2] met de auto naar haar werkplek gebracht en na haar prostitutiewerkzaamheden weer terug te brengen, onder meer naar haar woning in [plaats 3] en
- de condoomvoorraad ten behoeve van de prostitutiewerkzaamheden van die [persoon 2] heeft bijgehouden en
- die [persoon 2] te kennen heeft gegeven dat hij in geldnood zat en daarvan in de stress zat en daardoor slecht gehumeurd was en
- telkens ongeveer de helft van de prostitutieverdiensten van die [persoon 2] in ontvangst genomen en met die [persoon 2] afgesproken dat hij, verdachte, de helft van haar verdiensten uit de prostitutiewerkzaamheden zou ontvangen en
- een huurprijs van 25 euro per dag gevraagd en ontvangen van die [persoon 2] voor het prostitutiegebruik van een kamer in de woning [adres 3, te plaats],
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
-niet nader met concrete feiten en omstandigheden kon onderbouwen. De rechtbank heeft daarbij meegedeeld dat zij een bevel gevangenneming bij een eventueel veroordelend vonnis zou overwegen. Zowel de officier van justitie als de raadslieden zijn in de gelegenheid geweest zich hierover uit te laten.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte],daarvoor strafbaar.
25 (vijfentwintig) maanden.
5 (vijf) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.