Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2015 in de zaak tussen
[naam persoon], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 april 2015.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, die beroep had ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Eiser had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat dit beroep onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank stelde vast dat eiser op 9 december 2014 op de hoogte was gesteld van de hoogte van het griffierecht en dat hij de gelegenheid had gekregen om dit binnen vier weken te voldoen. Ondanks een rappelbrief op 7 januari 2015, waarin eiser werd herinnerd aan de betalingstermijn, was het griffierecht niet voldaan. Eiser stelde dat hij niet in staat was het griffierecht te betalen, maar de rechtbank oordeelde dat hij dit beroep niet tijdig had gedaan en bovendien geen overtuigende bewijsstukken had overgelegd die zijn financiële situatie onderbouwden. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij door het niet betalen van het griffierecht niet in verzuim was geweest. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling werd genomen. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de noodzaak voor rechtzoekenden om een beroep op betalingsonmacht goed te onderbouwen.