Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
de apenerbij waren, waarmee hij doelt op verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 2]. Uit andere ovc- en tapgesprekken blijkt dat tussen [medeverdachte 1] enerzijds en verdachte en [medeverdachte 2] anderzijds sprake is van een conflict betreffende geld, welk conflict voortkomt uit de verdeling van de opbrengst van de overval.
apen. Deze term is echter te algemeen om te kunnen vaststellen dat daarmee verdachte wordt bedoeld en medeverdachte [medeverdachte 2]. Voor het aangetroffen DNA-materiaal op het tape op de plaats delict heeft verdachte een plausibele verklaring gegeven. Het onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) met betrekking tot het aantreffen van DNA-materiaal van verdachte op de binnenkant van de rol tape die bij hem thuis is aangetroffen, kan niet voor het bewijs worden gebruikt omdat aan de onderzoeksresultaten geen bewijswaarde kan worden toegekend. Subsidiair heeft verdachte een verklaring voor het resultaat gegeven. Omdat het bovendien om verplaatsbaar materiaal gaat is voorzichtigheid geboden, met name nu voor het overige geen concreet bewijs aanwezig is voor betrokkenheid van verdachte bij de overval. Tot slot is van belang dat verdachte niet past binnen de omschrijving van de daders. Hij heeft geen Marokkaans accent, maar heeft wel een opvallende bos met rastahaar. Ook is verdachte geen logische dader. Hij heeft geen documentatie voor dergelijke feiten en heeft een baan, een vrouw en kinderen. Hij zou dat nooit op het spel zetten.
waarschijnlijkerwanneer de onderzochte stukken tape afkomstig zijn van de rol tape die is aangetroffen in de woning van verdachte, dan wanneer de stukken tape afkomstig zijn van meerdere rollen willekeurige tape.
extreem veel waarschijnlijker(ordegrootte bewijskracht > 1.000.000) wanneer het betreffende stuk tape één geheel heeft gevormd met het uiteinde van de rol tape dan wanneer een ander (niet onderzocht) tapedeel daarmee één geheel heeft gevormd. Van de op de vloer aangetroffen stukken tape is bovendien gebleken dat het zeer veel waarschijnlijker is dat die aangetroffen delen één geheel hebben gevormd met elkaar en ook met de stukken tape aangetroffen op de broek van [slachtoffer 2].
hun kennen die schilderijen niet kwijt. Alleen ik ken ze kwijt. Dus ze gaan mij niet wegspelen”); met een uitzending van Opsporing Verzocht over de overval ([verdachte] en [medeverdachte 2] moeten Opsporing Verzocht maar terugkijken zodat ze kunnen zien “
hoe wij hebben lopen rennen om die kanker onzin te verkopen, want dat was gewoon onverkoopbaar”); en het verdelen van de buit (
“Ik maak een afspraak, ik zeg tegen die gozer, luister, ik heb kopers voor die schilderijen, zorg dat die andere 2 jongens er ook bij zijn, dan kunnen ze gelijk zien om hoeveel geld het gaat. Wordt het gelijk ter plekke verdeeld”).
5.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen en op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, bewezen dat verdachte:
- een aantal foto's en
- een familieboek en
- mobiele telefoons (merk: Nokia en Samsung Galaxy Note II en
- een bankpas van ING en
- een geldbedrag van 6500 euro, en
- een kentekenbewijs deel II behorende bij een Suzuki Splash en
- paspoorten op naam gesteld van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en
- een hoeveelheid sieraden en
- een schoudertas en
- geldkistjes met daarin gulden munten en
- een Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau op naam van [slachtoffer 2] en
- een consoleklok in boulle-stijl en
- een schilderij van Matthijs Schoevaerdts (Spaans landschap met kerk) en
- schilderijen van Frans van Severdonck (Dieren in landschappen) en
- een schilderij van Arnold Marc Gorter (Bebost landschap) en
- een schilderij van Isaac Israels (Bois de Boulogne) en
- een schilderij van L. Barberini (Zuid-Europese marktscene) en
- een schilderij van J. Bosboom (Kerkinterieur met figuren) en
- een beeld van gekleurd glas (gemaakt door [dochter van slachtoffer 1 en 2]) en
- een collectie judaïca zilver (ter waarde van 150.000 euro) en
- een cameoglazen vaasje van Emile Galle en
- een Hollandse geelkoperen Chanoeka lamp en
- een schildpad parelmoer en een zilveren besnijdenisdoos en
- een zilveren filigrein bruidskistje en
- een rococo bronzen Menora en
- een stel zilveren tafelkandelaars en
- zilveren bekertjes en schaaltjes en
- een collectie van 11 grote stuks zilveren speelgoed en
- een collectie van 26 stuks zilveren speelgoed en
- grote zilveren sauskommen (met elk twee oren) en
- antieke zilveren breipenhouders en
- een zilveren lepeldoos (met oud-Hollands reliëfdecor) en
- een zilveren antiek gegraveerde Chanoeka reiskandelaar en
- een 3-delig achtkantig peper- en zout-mosterdstelletje met blauwglazen binnenbakjes en
- een zilveren Hollands pepermuntdoosje en
- een Hollands Empire kristallen mosterdpot en
- zilveren speelgoed (te weten een kruiwagentje van [naam 1] te Antwerpen) en
- zilveren vaasvormige tafelstrooiers en
- een zilveren baluster tafelstrooier (met greep) en
- een zilveren gecontourneerd ovalen bonbonschaaltje en
- een zilveren achtkantige trommel (neo barokstijl met reliëfdecor van figuren) en
- een zilveren schuitvormig dienblad (Louis XVI stijl) en
- een zilveren bonbonmandje (Louis XVI stijl) en
- een of meer zilveren tafelkandelaars en
- een of meer zilveren gecontourneerde baluster tafelkandelaars en
- 7 zilveren en pleet bekers (enkele met Hebreeuwse teksten) en
- zilveren tafelkandelaars (laag model) en
- een 5-delig Rouaan aardewerk polychroom kaststel en
- een personenauto (Suzuki Splash [kenteken 1]) met overschrijvingsbewijs,
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf en maatregelen
9.Beslag
10.Benadeelde partijen
[slachtoffer 1], niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade, gelet op de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, op € 6.000,- (zesduizend euro). De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
[slachtoffer 2],die inmiddels is overleden, niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade, gelet op de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, op € 6.000,- (zesduizend euro). De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen en is op de voet van artikel 6:106 tweede lid, tweede volzin, van het Burgerlijk Wetboek, vatbaar voor overgang onder algemene titel op diens erfgenaam.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
(en/of heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op andere wijze) getracht (een deel) van bovengenoemde goederen te verkopenbetreft.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
5 (vijf) jaren.