ECLI:NL:RBAMS:2015:2244

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 april 2015
Publicatiedatum
22 april 2015
Zaaknummer
JE RK 14/1725
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot ondertoezichtstelling in situatie van dreigende uitzetting minderjarigen naar het buitenland

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 april 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarigen, ingediend door de voogd. De minderjarigen, geboren in Nederland, dreigen te worden uitgezet naar Suriname, waar zij nooit eerder zijn geweest. De rechtbank heeft de minderjarigen en de voogd gehoord, waarbij de minderjarigen aangaven dat zij het fijn vinden om bij de voogd te wonen en dat zij graag in Nederland willen blijven. De voogd heeft verklaard dat hij de minderjarigen al jaren onder zijn hoede heeft en dat de dreigende uitzetting een ernstige bedreiging vormt voor hun welzijn. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook verklaard dat de situatie van de minderjarigen zorgwekkend is, gezien hun onzekere verblijfsstatus en het gebrek aan adequate hulpverlening.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen in een kwetsbare positie verkeren, met een dreigende uitzetting die hun ontwikkeling ernstig kan schaden. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name artikel 1:254 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen en geconcludeerd dat de minderjarigen onder toezicht moeten worden gesteld. De rechtbank heeft het verzoek van de voogd tot ondertoezichtstelling toegewezen en bepaald dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling zal plaatsvinden door de stichting Nidos. Het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming is afgewezen, omdat hun verzoek geen verdere behandeling behoeft nu het verzoek van de voogd is toegewezen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek om een bijzonder curator voor de minderjarigen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Ondertoezichtstelling
Zaaknummers: C/13/578814 / JE RK 14/1725; C/13/583354 / JE RK 15/304;
C/13/581613 / FA RK 15/1128
Beschikking van de meervoudige kamer in de bovengenoemde rechtbank naar aanleiding van de verzoeken van:
[naam 1]
,
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de voogd,
advocaat mr. A.M. van der Maten,
en
de
Raad voor de Kinderbeschermingte Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de Raad,
met betrekking tot de minderjarigen:
[naam 2],geboren te [geboorteplaats en datum];
[naam 3], geboren te [geboorteplaats en datum].
[naam 4],wonende te [land], is de moeder.
De vader van de minderjarigen is onbekend.
De voogd is belast met de uitoefening van het gezag over de minderjarigen.

1.Verloop van de procedure

Op 24 december 2014 heeft de voogd een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen.
Op 17 maart 2015 heeft de Raad een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen.
Op 9 februari 2015 heeft de voogd een verzoek ingediend tot het benoemen van een bijzonder curator voor de minderjarigen.
Op 30 maart 2015 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank (hierna: de rechtbank) de verzoeken ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen en gehoord zijn:
- de minderjarigen (afzonderlijk gehoord);
- de voogd, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam 5], [naam 6] en [naam 7], namens de Raad;
- [naam 8], namens Nidos;
- [naam 9] en [naam 10] namens Samen Doen en de advocaat E. Heeringa, die de minderjarigen bijstaat in de vreemdelingenprocedure.
De moeder is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen.

2.Beoordeling van het verzochte

De minderjarigen hebben ter terechtzitting verklaard dat zij het fijn vinden om bij de voogd te wonen. Hij zorgt goed voor hen. Er wonen nog meer mensen bij hen in huis. Ook op school gaat het goed. Zij blijven het liefste in Nederland wonen. Hun moeder woont in [land] en zij komt af en toe naar Nederland. Zij hebben soms Skype contact met haar. Zij hebben heel soms ook Skype contact met hun halfbroer en halfzus in Suriname.
De voogd heeft ter terechtzitting verklaard dat de minderjarigen al jaren bij hem in huis wonen. Bij een ondertoezichtstelling is er de ruggensteun van professionele hulp. Hij staat er dan niet alleen voor en de hulp heeft meer status. Hij zou de hulp accepteren. De minderjarigen hebben veel meegemaakt. Hij zit zelf ook met zijn gezondheidssituatie. Er is in Suriname niet veel familie meer. Opa is een beetje gehandicapt en oma heeft kanker. De minderjarigen kennen hun halfbroer en halfzus niet goed. Zij hebben af en toe Skype contact, maar er is geen band. De halfbroer en halfzus zijn ook pas 18 en 20 jaar.
De advocaat van de voogd heeft ter terechtzitting verklaard dat de dreigende uitzetting van de minderjarigen een ernstige bedreiging voor de kinderen is, zodat de ondertoezichtstelling dient te worden uitgesproken. Er is sprake van een combinatie van factoren. Er is de voortdurende onzekerheid over de verblijfsstatus van de minderjarigen, hun toekomstperspectief, hun verleden en het gemis van de moeder. De veiligheid van de minderjarigen kan onvoldoende worden gegarandeerd. Er wordt verwezen naar artikel 6 lid 2 EVRM. De gezondheidssituatie van de voogd speelt ook een rol. Hulpverlening in een vrijwillig kader is onvoldoende. Het is voor de voogd lastig om de juiste weg te vinden. Er is ook een leeftijdsverschil tussen hem en de minderjarigen. Er gebeurt ook veel buiten zijn weten om. Ook is het zo dat Jeugdzorg zich heeft teruggetrokken en dat de zaak aan Samen Doen is overgedragen. De school is ook weinig betrokken. De minderjarigen leven in een heel klein gesloten verband. Het onderzoek bij het Expertisecentrum is nog niet gestart en gaat half april verder. Nidos is de aangewezen instelling voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
De Raad heeft ter terechtzitting verklaard. Het is van belang om te realiseren wat het voor de minderjarigen betekent dat de uitzetting boven hun hoofd hangt. Het kan niet van de voogd verwacht worden dat hij gaat uitzoeken wat er moet gebeuren als er wel uitzetting plaats gaat vinden. De ernstige bedreiging kan niet op andere wijze worden afgewend. De hulpverlening is onvoldoende en het lukt de voogd niet om deze voldoende te krijgen. De moeder is niet in Nederland en het contact met haar is lastig. Zij is niet beschikbaar en zij heeft geen gezag. De bestaanszekerheid van de minderjarigen is onduidelijk en zij weten niet waar zij aan toe zijn. Zij hebben ondersteuning nodig. De Kopp training dient eventueel opnieuw te worden opgestart. De minderjarigen dienen in een omgeving te zijn die goed aansluit bij hun ontwikkelingsbehoefte. De dreiging is niet af te wenden zonder ondertoezichtstelling. Wanneer er geen uitzettingsdreiging zou zijn geweest, dan zouden er misschien meer stappen worden gemaakt binnen de vrijwillige hulpverlening, maar dat wordt nu geblokkeerd. Er wordt geopteerd voor Nidos als uitvoerder van de ondertoezichtstelling.
[naam 8] heeft namens Nidos ter terechtzitting verklaard dat zij al jaren ervaring hebben met dit soort zaken, op de Antillen en in Suriname. Het betreft dan niet alleen AMA-zaken.
Samen Doen heeft ter terechtzitting verklaard dat er sprake is van een gecompliceerde zaak. Er wordt tegen problemen aangelopen door de verblijfsstatus van de minderjarigen en de hieruit voortvloeiende onzekerheid. Het is dan moeilijker om hulp in te zetten. De zaak is te snel door Jeugdzorg aan hen overgedragen. Door het probleem van de financiën konden de minderjarigen niet steeds naar de Kopp therapie worden gebracht. Zij hebben als instantie ook geen budget meer. Bij een ondertoezichtstelling zou de zaak weer naar Jeugdzorg gaan. Door de illegale verblijfstatus van de minderjarigen kan er niets in het vrijwillige kader.
De advocaat van de minderjarigen in de vreemdelingenprocedure heeft ter terechtzitting verklaard dat de IND wacht op de uitkomst van deze procedure. Wanneer de ondertoezichtstelling wordt uitgesproken is de verblijfsstatus van de minderjarigen een gelopen race.
OVERWEGINGEN
De rechtbank zal allereerst het verzoek van de voogd tot ondertoezichtstelling beoordelen.
Aangezien dit verzoek is ingediend vóór 1 januari 2015 is van toepassing artikel 1:254 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, zoals die bepalingen golden vóór 1 januari 2015. Op grond van deze artikelen dient de rechtbank te beoordelen of de minderjarigen zodanig opgroeien dat hun zedelijke of geestelijke belangen of hun gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of is te voorzien dat deze zullen falen.
In het onderhavige geval speelt een kwestie van vreemdelingrechtelijke aard, namelijk dat de minderjarigen geen legale verblijfsstatus in Nederland hebben en dat zij dreigen te worden uitgezet naar Suriname. De rechtbank is van oordeel dat het van de individuele casus afhangt of een bedreiging van de ontwikkeling van een kind in het leven wordt geroepen door een (dreigende) uitzetting. Hierbij dienen de voorgeschiedenis van het kind, de psychische en lichamelijke toestand van het kind, de gezinssituatie, de worteling in Nederland en/of het buitenland en mogelijk andere ouder- en kindfactoren te worden bezien in samenhang met de (dreigende) uitzetting om te bepalen of zich al dan niet de bedreiging voordoet die er moet zijn om te komen tot een ondertoezichtstelling.
De rechtbank ziet zich thans geplaatst voor de vraag of het aannemelijk is dat de
(dreiging van) uitzetting naar Suriname voor de minderjarigen ernstige schade van psychische of lichamelijke aard ten gevolge zal hebben. Voor de beantwoording van die vraag zijn de volgende omstandigheden van belang. De minderjarigen zijn in Nederland geboren en zij hebben hun hele leven in Nederland gewoond. Zij zijn nog nooit in Suriname geweest en de enige familie die zij in Suriname hebben kennen zij nauwelijks. De moeder van de minderjarigen woont in [land] en zij is niet beschikbaar voor de opvoeding. De verblijfplaats van de vader is onbekend. De minderjarigen zijn in het verleden getuige geweest van huiselijk geweld tussen de vader en de moeder. Sinds enige tijd wonen de minderjarigen naar tevredenheid van een ieder bij de voogd, die een oudoom van moederszijde is.
Thans zorgt de dreigende uitzetting naar Suriname voor een onvoorspelbare opvoedsituatie en toekomst van de minderjarigen. De uitzetting naar Suriname zal een fysieke en psychische ontworteling van het leven van de minderjarigen betekenen. Volgens het onderzoek door de Raad zijn er bij de minderjarigen signalen zichtbaar van zowel internaliserende als externaliserende problematiek. De langdurige onzekerheid in hun leven is schadelijk voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De draagkracht en de gezondheidstoestand van de voogd zijn niet optimaal. Hij is niet in staat de voor de kinderen noodzakelijke hulpverlening in te schakelen De moeder van de kinderen is, nu zij in [land] verblijft, evenmin in de gelegenheid de nodige zorg te verschaffen. De vader van de kinderen is buiten beeld. Jeugdzorg heeft zich teruggetrokken uit de vrijwillige hulpverlening en gebleken is dat het vrijwillig kader onvoldoende is voor adequate hulp voor de kinderen en begeleiding bij een eventuele uitzetting. Ook is er weinig bemoeienis van de school en andere instanties met de minderjarigen.
Gelet op al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank met de Raad en de andere betrokkenen van oordeel dat in samenhang met de overige hiervoor genoemde gezins- en kindfactoren er sprake is van een ernstige bedreiging van de geestelijke belangen en gezondheid van de minderjarigen. De rechtbank zal het verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen dan ook toewijzen, gelet op het bepaalde in artikel 1:254 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De Raad heeft ter terechtzitting aangegeven dat het door hen ingediende verzoek geen behandeling meer behoeft als het verzoek van de voogd tot ondertoezichtstelling wordt toegewezen en dat hun verzoek dan kan worden opgevat als Raadsrapport. De rechtbank zal het verzoek van de Raad derhalve afwijzen.
Nu de rechtbank de minderjarigen ter terechtzitting heeft gehoord en zich voldoende voorgelicht acht over hun standpunt om thans te beslissen over de ondertoezichtstelling, zal het verzoek van de voogd tot het benoemen van een bijzonder curator voor de minderjarigen worden afgewezen.
Mitsdien wordt als volgt beslist.

3.Beslissing

De rechtbank:
- stelt voornoemde minderjarigen onder toezicht met ingang van 13 april 2015 voor de duur van een jaar;
- bepaalt dat de ondertoezichtstelling wordt uitgevoerd door de stichting Nidos, gevestigd te Utrecht;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door de kinderrechters mrs. R.H. de Vries, L. Baggerman en
J. Jonkers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 april 2015, in tegenwoordigheid van mr. S.M. van den Hout-Wilbers, griffier. [1]
De griffier is buiten staat te tekenen.
De oudste rechter is buiten staat te tekenen.

Voetnoten

1.