ECLI:NL:RBAMS:2015:2095

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2015
Publicatiedatum
13 april 2015
Zaaknummer
3683197 CV EXPL 14-35020
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van annuleringskosten na niet afgenomen keuken

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Keukencentrum Zaandam B.V., handelend onder de naam Grando Keukens & Bad Zaandam, betaling van annuleringskosten van 30% van de koopsom van een keuken. De klant, vertegenwoordigd door [gedaagden 1] en [gedaagden 2], heeft een orderbevestiging ondertekend, maar heeft de keuken niet afgenomen. De kantonrechter oordeelt dat er geen bindende koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen partijen. De klant heeft aangegeven af te zien van de keuken en er zijn geen bewijsstukken dat de CBW-voorwaarden zijn ontvangen. De kantonrechter concludeert dat de klant niet gehouden is tot betaling van de gevorderde annuleringskosten, omdat de overeenkomst niet bindend was. De vorderingen van Grando worden afgewezen, en Grando wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil worden gesteld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 3683197 CV EXPL 14-35020
vonnis van: 31 maart 2015
fno.: 590
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Keukencentrum Zaandam B.V.
tevens handelende onder de naam Grando Keukens & Bad Zaandam
gevestigd te Zaandam
eiseres
nader te noemen: Grando
gemachtigde: DAS Rechtsbijstand (mr. J.H.E. de Beer)
t e g e n
[gedaagden 1]
en
[gedaagden 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
tesamen nader te noemen: [gedaagden tesamen]
Verloop van de procedure
  • tussenvonnis van 3 februari 2015, waarin een comparitie van partijen wordt bepaald;
  • voorafgaand aan de comparitie van partijen hebben [gedaagden tesamen] nog een stuk ingediend;
  • comparitie van partijen op 5 maart 2015, waarbij aanwezig namens Grando haar [naam 1] en gemachtigde, alsmede [gedaagden 1] en [gedaagden 2].
Rechtsoverwegingen

1.Feiten

In deze procedure staat het volgende vast:
1.1.
Grando houdt zich bezig met de verkoop en het plaatsen van keukens.
1.2.
Op 15 februari 2014 heeft [gedaagden 1] in de showroom van Grando een document
getekend waarboven staat “Orderbevestiging”.
1.3.
Dit document ziet op diverse
keukenmeubelen voor een totaalbedrag van € 9.737,00
apparatuur voor een totaalbedrag van € 5.332,00
werkblad(en) voor een totaalbedrag van € 6.509,00
met een subtotaal van € 21.578,00
een afrondingskorting van € 7.578,00
subtotaal van € 14.000,00
totaal diverse € 341,00
totaal te betalen € 14.341,00
1.4.
Aan deze bedragen ligt geen nadere specificatie (per artikel) ten grondslag. Andere bedragen, dan hiervoor genoemd, worden niet vermeld.
1.5.
Bovenaan de orderbevestiging staat als geplande leverweek “
38/2014”
en
“bezorgen”.
1.6.
In de orderbevestiging staat dat de CBW-voorwaarden deel uitmaken van de
koopovereenkomst en dat opdrachtgever verklaart de tekst van de voorwaarden
voorafgaande aan de koop te hebben ontvangen.
1.7.
Als betalingscondities wordt vermeld

Binnen 10 werkdagen na opdracht per factuur.”
1.8.
De orderbevestiging sluit af “
Wij nemen uw order in bestelling na ontvangst van uw
aanbetaling.”
1.9.
Artikel 12 van de CBW- voorwaarden bepaalt (na lezing door de kantonrechter met
behulp van een loep)

1. Bij annulering van de overeenkomst door de afnemer is deze een
schadevergoeding verschuldigd van 30% van hetgeen de afnemer bij de uitvoering
van de overeenkomst had moeten betalen, tenzij partijen bij het sluiten van de
overeenkomst anders zijn overeengekomen…..
2.De vorige percentages zijn vaststaand, tenzij de ondernemer kan bewijzen dat de schade groter is of de afnemer aannemelijk kan maken dat de schade kleiner is.”
1.10.
De keuken zou in Curaçao bezorgd en geplaatst moeten worden in een woning, waarvan de bouw nog moest beginnen.
1.11.
Op 30 september 2014 stuurt [gedaagden 1] aan Grando een e-mail van de volgende inhoud:

Ik was in de veronderstelling dat wij al eerder hebben aangegeven dat wij afzien van de keuken”
Dit is een antwoord op een e-mail van 29 september 2014 van Grando waarin [gedaagden 1] gevraagd wordt of er al meer bekend is over de levering van de keuken en wanneer de aanbetaling binnenkomt.
1.12.
Bij brief van 23 oktober 2014 maakt een gemachtigde van Grando bij [gedaagden tesamen] aanspraak op € 4.302,30, zijnde 30% van de koopsom, te betalen binnen 7 dagen.
1.13.
[gedaagden 2] reageert op 24 oktober 2014 waarin gemotiveerd wordt aangegeven dat zij en haar man nooit in de veronderstelling zijn geweest een definitieve koopovereenkomst te zijn aangegaan, door verkoper gezegd is dat zij niet vast zaten aan deze keuken, dat zij nooit de CWB-voorwaarden hebben ontvangen en bereid zijn de kosten voor het maken van de schets en keukensamenstelling te vergoeden.
1.14.
Grando heeft nog geen uitvoering gegeven aan de “orderbevestiging”.

2.Vordering

Grando vordert de veroordeling van[gedaagden 1]
primair tot betaling van een bedrag ad € 4.302,20 inclusief BTW
subsidiair tot betaling van een schadebedrag ad € 5.529,70
beiden met rente, incassokosten en de proceskosten.
Aan haar vordering legt Grando de onder 1 vermelde feiten alsmede het navolgende ten grondslag. Ingevolge de tussen partijen gesloten overeenkomst bestond voor [gedaagden 1] de verplichting de keuken af te nemen en de koopsom te voldoen. Wel waren ze bevoegd de overeenkomst te annuleren. Op de overeenkomst zijn de CBW voorwaarden van toepassing. Grando doet een beroep op artikel 12 van die voorwaarden en subsidiair, voor het geval voornoemde bepaling niet van toepassing zou zijn of onredelijk bezwarend, vordert zij haar winstderving.

3.Verweer

Op het verweer van [gedaagden tesamen] wordt hieronder, voorzover nodig ingegaan

4.Beoordeling van de standpunten

4.1.
De door Grando aan haar vordering ten grondslag gelegde orderbevestiging is, anders dan Grando stelt, alleen ondertekend door [gedaagden 1]. Het enkele feit dat hij ook gericht is aan [gedaagden 2] en zij daarbij aanwezig was, maakt bij gebreke van nadere stellingen niet dat [gedaagden 2] partij is geworden bij de door Grando gestelde overeenkomst. De conclusie in deze zaak is dan ook dat zij door Grando ten onrechte in rechte is betrokken.
4.2.
Tussen partijen staat, naar ter comparitie is gebleken, vast dat door de verkoper van Grando is gezegd dat [gedaagden 1] niet aan “deze” , te weten de door hem uitgezochte keuken, vastzat en hij een totaal andere keuken mocht uitzoeken.
4.3.
Daaruit heeft [gedaagden 1], naar zijn zeggen, afgeleid dat hij geen definitieve overeenkomst heeft gesloten. De kantonrechter acht het niet onbegrijpelijk dat [gedaagden 1] uit die mededelingen heeft afgeleid dat hij niet aan deze overeenkomst “vastzat”.
4.4.
De vraag is of [gedaagden 1] uit de ondertekening van de orderbevestiging heeft moeten afleiden dat hij wel “vastzat’ aan de overeenkomst; voorts dat hij kosten verschuldigd zou zijn, dan wel de winstderving aan Grando zou moeten vergoeden als hij van de overeenkomst afzag.
4.5.
De enkele kop van de overeenkomst “orderbevestiging” is in de gegeven omstandigheden onvoldoende om aan te nemen dat er een perfecte koopovereenkomst is gesloten, die inhoudt dat Grando zich verplicht de daarin genoemde goederen te leveren, waartegenover de verplichting voor [gedaagden 1] om de goederen af te nemen en de daarin genoemde koopsom te betalen. De tussen partijen gesloten overeenkomst houdt niet meer in dan dat Grando bereid en in staat is de in de overeenkomst benoemde artikelen te leveren voor de in die overeenkomst genoemde prijs (kortom: een bindende prijsaanbieding). Blijkens hetgeen onder 4.2. is overwogen is immers niet afgesproken dat [gedaagden 1] die goederen ook zou afnemen. Partijen zijn overeengekomen dat [gedaagden 1] nog een andere keuken mocht uitzoeken. Door op basis van een globale overeenkomst, als de onderhavige, te stellen dat een klant daaraan is gebonden, maar nog wel iets geheel anders mag uitzoeken, lijkt Grando zich een blanco cheque te verschaffen. Onderhandelen over de prijs voor de “andere” keuken, die je dan wel verplicht bij Grando moet afnemen, aldus Grando, kan dan immers niet meer, althans wordt lastig. Ook Grando beschouwt de overeenkomst kennelijk niet als een bindende opdracht; immers niet gesteld of anderszins is gebleken dat een factuur voor de aanbetaling is verstuurd ( die betaling zou binnen 10 werkdagen na opdracht per factuur moeten geschieden). Voorts kan een gemiddelde consument de conclusie dat geen bindende koopovereenkomst is gesloten, afleiden uit de slotzin van de door [gedaagden 1] getekende overeenkomst inhoudende dat de order in bestelling wordt genomen na ontvangst van de aanbetaling.
4.6.
De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen, [gedaagden 1] geen wanprestatie heeft gepleegd en niet gehouden is enig bedrag te betalen.
4.7.
De vorderingen van Grando worden afgewezen met veroordeling van Grando in de kosten van het geding, die op nihil worden gesteld.
BESLISSING
De kantonrechter
wijst de vorderingen van Grando af;
veroordeelt Grando in de kosten van de procedure, aan de zijde van [gedaagden tesamen] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. van der Kolk-Nunes en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.