ECLI:NL:RBAMS:2015:2071

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
10 april 2015
Zaaknummer
C/13/584623 / KG ZA 15-423
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van het Maagdenhuis te Amsterdam na bezetting door studenten

Op 10 april 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van het Maagdenhuis, gelegen aan het Spui 21 te Amsterdam. De Universiteit van Amsterdam (UvA) had de gedaagden, die het pand bezet hielden, aangeklaagd voor ontruiming. De bezetting was begonnen op 25 februari 2015 en was het gevolg van onvrede over de voorgenomen reorganisatie van de Faculteit Geesteswetenschappen en bredere klachten over het universiteitsbestuur. De UvA vorderde dat de gedaagden het pand binnen vier uur na betekening van het vonnis zouden verlaten, met de mogelijkheid van een dwangsom bij niet-naleving.

Tijdens de zitting op 10 april 2015 heeft de UvA haar vordering toegelicht en verweer gevoerd tegen de gedaagden, die onder leiding stonden van verschillende advocaten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bezetting onrechtmatig was en dat de UvA als eigenaar recht had op ontruiming. De rechter stelde vast dat de bezetting niet voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, en dat er onvoldoende garanties waren voor een veilige voortzetting van de bezetting, vooral gezien de aangekondigde evenementen door de bezetters.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de UvA toegewezen en de gedaagden veroordeeld om het Maagdenhuis te verlaten. Tevens werd een dwangsom van € 1.000,- per dag opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan de ontruimingsverplichting voldeden. Het vonnis werd uitgesproken door mr. C.M. Berkhout, en de kosten van het geding werden aan de gedaagden opgelegd. Dit vonnis is van belang voor de rechtspositie van universiteiten en de mogelijkheden tot ontruiming van bezette panden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/584623 / KG ZA 15-423 CB/SvE
Vonnis in kort geding van 10 april 2015
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
eiseres bij (gelijkluidende) dagvaardingen op verkorte termijn van 9 april 2015,
advocaten mr. J. Berckenkamp en mr. M.A. Moolhuizen te Amsterdam,
tegen
1.
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK GENAAMD “HET MAAGDENHUIS”, AAN HET SPUI 21 TE (1012 WX) AMSTERDAM,
van wie zijn verschenen:
[gedaagde sub 1a],
wonende te [woonplaats],
[gedaagde sub 1b],
wonende te [woonplaats],
[gedaagde sub 1c],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaten van de verschenen gedaagden mr. R.K. Uppal te Amsterdam ([gedaagde sub 1a] en [gedaagde sub 1b]) en mr. M.A.R. Schuckink Kool te Den Haag [gedaagde sub 1c]),
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te Sint Maartensvlotbrug,
gedaagde,
advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool te Den Haag,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te Alkmaar,
gedaagde,
advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool te Den Haag,
4.
[gedaagde sub 4],
feitelijk verblijvende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
Eiseres zal hierna de UvA worden genoemd en de verschenen gedaagden zullen gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagden sub 2 c.s.] Gedaagden sub 1 tot en met 4 zullen gezamenlijk worden aangeduid als gedaagden.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 10 april 2015 heeft de UvA gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding op verkorte termijn, met dien verstande dat zij haar eis ter zitting heeft gewijzigd als blijkt uit de eveneens in fotokopie aan dit vonnis gehechte eiswijziging. [gedaagden sub 2 c.s.] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. De UvA en [gedaagde sub 1a] en [gedaagde sub 1b] hebben producties in het geding gebracht en hun standpunt toegelicht aan de hand van een pleitnota. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. Tegen de niet verschenen gedaagden is verstek verleend. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 10 april 2014 de beslissing gegeven in de vorm van een ‘kop-staart vonnis’ en is medegedeeld dat de uitwerking daarvan zal volgen op vrijdag 24 april 2015. Het onderstaande bevat die uitwerking, die naar zijn strekking mede omvat de reeds op 10 april 2014 gegeven mondelinge motivering van de beslissing.
Ter zitting waren aanwezig, voor zover van belang:
aan de zijde van de UvA: [persoon 1] (voorzitter College van Bestuur, hierna [persoon 1]), [persoon 2] (vice-voorzitter College van Bestuur), [persoon 3] (persvoorlichter), [persoon 4] (hoofd juridische zaken) en [persoon 5] (secretaris) met mrs. Berckenkamp en Moolhuizen;
aan de zijde van [gedaagden sub 2 c.s.]: [gedaagde sub 1a] met mr. Uppal en [gedaagde sub 1c], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] met mr. Schuckink Kool.

2.De feiten

2.1.
De UvA is eigenaar van het pand gelegen aan het Spui 21 te Amsterdam, genaamd “Het Maagdenhuis” (hierna ook het Maagdenhuis of het pand), dat wordt gebruikt als bestuursgebouw van de UvA en de Hogeschool van Amsterdam.
2.2.
Op woensdagavond 25 februari 2015 omstreeks 19.30 uur is het Maagdenhuis bezet door een groep personen. Op diezelfde dag heeft [persoon 6], lid van het College van Bestuur van de UvA, namens de UvA bij de politie aangifte gedaan van huisvredebreuk.
2.3.
De bezetting van het Maagdenhuis is voorafgegaan door een protestmars van ongeveer 1.000 studenten en docenten van de UvA vanaf het Bungehuis, eveneens toebehorend aan de UvA. Het Bungehuis, gelegen aan de Spuistraat 210 te Amsterdam, werd van dinsdag 13 tot en met dinsdag 24 februari 2015 bezet door een actiegroep die zich “de Nieuwe Universiteit” noemt. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis van 19 februari 2015 de vordering van de UvA om het Bungehuis te ontruimen toegewezen.
2.4.
Voorafgaand aan de bezetting van het Bungehuis is van 7 september 2014 tot en met 2 januari 2015 het aan de UvA toebehorende Spinhuis, gelegen aan de Oudezijds Achterburgwal 185 te Amsterdam, bezet. De voorzieningenrechter heeft bij (eind)vonnis van 29 december 2014 de vordering van de UvA om het Spinhuis te mogen ontruimen toegewezen.
2.5.
De aanleiding voor de bezettingen is enerzijds de voorgenomen reorganisatie van de Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) en anderzijds een bredere onvrede met het universiteitsbestuur, die de bezetters in een manifest kenbaar hebben gemaakt.
2.6.
Op de avond van de bezetting omstreeks 22.00 uur heeft [persoon 1] een gesprek gehad met de bezetters en hen verzocht het pand te verlaten en de volgende dag terug te komen om de dialoog met het College van Bestuur aan te gaan. Ook de burgemeester van Amsterdam heeft zich tot de bezetters gericht met de woorden “
Ik begrijp jullie problemen, maar dat betekent niet dat ik jullie acties steun” en kondigde een “
vreedzame uitzetting” aan. (Een deel van) de bezetters hebben de bezetting voortgezet.
2.7.
De bezetting van het Maagdenhuis heeft de nodige media-aandacht en is (mede) daardoor ook onder de aandacht van de politiek gekomen. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Jet Bussemaker, heeft op 26 februari 2015 kamervragen beantwoord over het onderwerp. Ook nodigde zij vertegenwoordigers van de verschillende actiegroepen – naast de Nieuwe Universiteit ook Rethink UvA en de Humanities Rally – uit voor overleg. Op 3 maart 2015 heeft zij vervolgens een “Kamerbrief over de Geesteswetenschappen en het bestuur van het hoger onderwijs” gestuurd.
2.8.
Vanaf 26 februari 2015 heeft de UvA gesprekken gevoerd met de academische gemeenschap. Dit heeft ertoe geleid dat de UvA op 10 maart 2015, als inhoudelijke reactie op de eisen van de verschillende actiegroepen, 10 uitgangspunten heeft geformuleerd die erop gericht zijn de UvA en het hele hoger onderwijs democratischer, transparanter en minder rendementsgedreven te maken (hierna ook het 10-puntenplan). Het 10-puntenplan luidt, voor zover van belang:
“(…)
Investeren in en versterken van de medezeggenschap, onder andere door (1) leden van de medezeggenschap meer ondersteuning en middelen te geven; en (2) instemmingsrecht te geven op het verdeelmodel (…).
Werk maken van democratisering door (1) op een andere manier, vroegtijdig, de gehele academische gemeenschap te betrekken bij cruciale besluiten die iedereen aangaan; en (2) een breed samengestelde werkgroep in te stellen naar vormen van bestuur en directe democratie – het advies zal ter instemming worden voorgelegd aan de COR en CRS.
Inzetten op verdere decentralisering van onderwijs en onderzoek door (1) bevoegdheden zo laag mogelijk in de instelling te beleggen; en (2) vertrouwen vooraf en verantwoording achteraf als principe in te voeren.
Volledige financiële openheid geven, onder andere door de inrichting van een web-based platform waarop alle relevante informatie voor de gehele academische gemeenschap toegankelijk is.
Besluit over de bouw van een nieuwe Universiteitsbibliotheek voorleggen aan de gehele academische gemeenschap en volledige transparantie bieden omtrent huisvesting.
Creativiteit en vernieuwing voorop zetten in onderwijs en onderzoek: (1) het nieuwe evaluatieprotocol voor onderzoek biedt de disciplines ruimte voor het vaststellen van de criteria daarvoor; en (2) vernieuwingen in het onderwijs worden op basis van het advies van de werkgroep onderwijsvernieuwing versneld doorgevoerd; de onderwijsevaluaties van studenten worden betrokken bij het monitoren hiervan.
Band tussen onderwijs en onderzoek versterken en onderwijs even hoog waarderen als onderzoek, o.a. door het invoeren van een nieuw loopbaanmodel.
Paal en perk stellen aan tijdelijke arbeidscontracten, door een nieuw percentage af te spreken met de bonden in overleg met de UCLO en COR.
Hal van het Maagdenhuis beschikbaar stellen als plek voor debat (onder voorbehoud van afspraken over beheer en veiligheid).
10. De politiek nadrukkelijk wijzen op haar verantwoordelijkheid: (1) regeldruk drastisch te verlagen; (2) meer autonomie aan de universiteiten te geven; (3) adequate bekostiging op basis van kwaliteit in te voeren. (…)”
2.9.
Bij brief van 20 maart 2015 heeft de UvA het tien-puntenplan nader uitgewerkt. Dit naar aanleiding van gesprekken met studenten en medewerkers van de UvA.
2.10.
De “General Assembly”, waarin de bezetters besluiten nemen, heeft ingestemd met het instellen van onafhankelijke commissies die toezicht gaan houden op de implementatie van het 10-puntenplan. De diverse actiegroepen, de medezeggenschapsorganen, de vakbonden en de UvA hebben op 1 april 2015 overeenstemming bereikt over de samenstelling, de onderzoeksopdracht en het mandaat van de commissies.
2.11.
In de week van 1-7 april 2015 heeft de UvA onafgebroken gesproken met de bezetters om tot een vrijwillige beëindiging van de bezetting te komen. Woensdagochtend 7 april 2015 om 11.46 uur hebben de bezetters een aantal eisen gestuurd, waaronder zij bereid zouden zijn “
over te gaan naar de volgende fase van het Maagdenhuis”. De eisen luiden, voor zover relevant, als volgt:
“- Ten eerste zullen er geen disciplinerende, juridische of academische maatregelen getroffen worden tegen studenten, docenten en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam, die deelnamen aan de huidige of afgelopen protesten.
- Ten tweede eisen wij dat het college geen maatregelen zal treffen om het studenten en medewerkers moeilijker te maken te protesteren. Daaronder verstaan wij bijvoorbeeld verdergaande registratie dan reeds het geval is of dreigen met repercussies.
- Ten derde: Hoewel wij de overnachtingen staken, blijft De Nieuwe Universiteit aanwezig in het Maagdenhuis in de ruimtes zoals overeengekomen.
Wij stellen de volgende condities omtrent deze punten:
- Er komt, met onze instemming, een transparante en open procedure om de hal te blijven gebruiken als plek voor het organiseren van bijvoorbeeld lezingen en vergaderingen. De hal moet publiekelijk toegankelijk zijn.
(…)
Wij willen dat op ons gebruik van het gebouw geen enkele surveillance zal plaatsvinden. (…)
- Iedereen, inclusief de politie, mag onze ruimtes enkel betreden met de toestemming van De Nieuwe Universiteit.
(…)”
Ook kondigden de bezetters aan dat zij in het weekend van 11 en 12 april 2015 een afsluitend evenement (“Festival of Science and Humanities”, hierna het festival) wilden organiseren met onder meer lezingen, workshops en team-building activiteiten. Daarvoor is een oproep geplaatst op Facebook.
2.12.
In de loop van woensdagmiddag 7 april 2015 hebben afgevaardigden van het College van Bestuur en afgevaardigden van de bezetters een akkoord bereikt over de voorwaarden waaronder de bezetters na afloop van het afsluitende evenement, zondagavond 12 april 2015 om 21.00 uur, het Maagdenhuis zouden verlaten. In een gezamenlijk tot stand gekomen statement dat partijen naar buiten zouden brengen, staat het volgende:
“Na overleg tussen vertegenwoordigers van De Nieuwe Universiteit, bezetters van het Maagdenhuis en het bestuur van de Universiteit van Amsterdam is vandaag een akkoord bereikt over de beëindiging van de bezetting. Hierdoor is het mogelijk dat een geplande manifestatie dit weekend nog doorgang kan vinden.
De bezetting van het Maagdenhuis wordt opgeheven op zondag 12 april om 9pm. De Nieuwe Universiteit draagt verantwoordelijkheid voor het leeg opleveren, niemand blijft achter. (…)
Hierna zal het gebouw ongeveer twee weken gesloten worden voor renovatie, waarna de centrale hal toegankelijk zal zijn voor debat voor de gehele academische gemeenschap, volgens de geldende regels van de Universiteit van Amsterdam.
Na de renovatie blijven twee kamers omstreeks vier weken beschikbaar, in elk geval tot de commissies van start zijn gegaan, echter deze kamers zijn niet exclusief voor DNU of actiegroepen maar staan ter beschikking van iedereen die werkt aan modernisering van de universiteit. De kamers staan daarna ter beschikking aan de twee commissies waarover eerder akkoord is bereikt. (…)
De UvA zal geen maatregelen nemen tegen betreffende personen die in de afgelopen periode deel hebben genomen in het debat of protest.”
Bij het accepteren van het onderhandelaarsakkoord zouden de UvA en de bezetters nadere afspraken maken over de organisatie en de beveiliging van het festival.
2.13.
Het onderhandelaarsakkoord is voorgelegd aan de General Assembly. Op woensdagochtend 8 april 2015 heeft een deel van de bezetters een persconferentie georganiseerd, waarin zij bekend hebben gemaakt dat zij het onderhandelaarsakkoord verwerpen en dat er “hardere” acties zullen volgen.
2.14.
Op woensdagmiddag 8 april 2015 heeft de UvA de bezetters gesommeerd het Maagdenhuis voor 18.00 uur die dag te verlaten. De bezetters hebben hieraan geen gehoor gegeven.
2.15.
Op donderdag 9 april 2015 heeft de Nieuwe Universiteit de UvA per e-mail laten weten het Maagdenhuis maandag 13 april 2015 om 12.00 uur te zullen verlaten.

3.Het geschil

3.1.
De UvA vordert, na wijziging van eis, om gedaagden bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren, te veroordelen om binnen vier uur na betekening van dit vonnis, eveneens op alle dagen en uren, het Maagdenhuis blijvend te verlaten met al de hunnen en het hunne, onder afgifte van de sleutels en de ruimten ontruimd ter beschikking te stellen aan de UvA, met bepaling dat eventuele kosten van ontruiming voor rekening komen van gedaagden, onder bepaling dat het ontruimingsvonnis gedurende één jaar na de datum waarop het is gewezen tegen een ieder die nadien zonder toestemming in het Maagdenhuis verblijft of daar binnentreedt ten uitvoer kan worden gelegd, alsmede op straffe van een dwangsom, althans een voorziening te treffen die de voorzieningenrechter juist acht. Tot slot vordert de UvA veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
3.2.
De UvA heeft aan haar vordering, samengevat, ten grondslag gelegd dat de bezetting van het Maagdenhuis onrechtmatig is. De onrechtmatigheid kan niet gerechtvaardigd worden met een beroep op de burgerlijke ongehoorzaamheid, omdat de bezetters dat beroep niet toekomt en bovendien niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan. Gebleken is dat de actievoerende studenten en docenten geen controle hebben over (de toegang en gedragingen in) het Maagdenhuis. Daardoor raakt de veiligheid steeds meer in het geding. In het Maagdenhuis houden zich inmiddels ook beroepskrakers en andere indringers schuil die niets te maken hebben met een studentenprotest. Diverse bestuurskamers zijn opengebroken waardoor vertrouwelijke informatie ‘op straat ligt’ en er zijn andere vernielingen aangericht. Er hebben al schermutselingen plaatsgevonden waarbij een bewaker van de UVA gewond is geraakt. Voorts hebben de bezetters voor het weekend van 11 en 12 april 2015 een groot, openbaar festival aangekondigd waarvoor op Facebook een evenement is aangemaakt. Tot op heden hebben zo’n 700 mensen aangegeven naar het festival te zullen komen, terwijl in het Maagdenhuis slechts plek is voor maximaal 300 mensen. Er dreigt een ongereguleerd en in omvang onbepaald evenement plaats te vinden, waarvan de organisatie en beveiliging in handen is van een groep studenten en docenten, die daarvoor niet gekwalificeerd zijn, met alle mogelijke veiligheids- en aansprakelijkheidsrisico’s van dien. Door het verwerpen van het onderhandelaarsakkoord en de kennelijke tweespalt die binnen de groep van bezetters is ontstaan, is de situatie voor de UvA alleen maar complexer en risicovoller geworden en zijn er geen betrouwbare afspraken te maken De UvA kan, kortom, niet toestaan dat een dergelijk evenement zonder haar instemming in haar eigen pand plaatsvindt. Bovendien kan het Maagdenhuis sinds de aanwezigheid van de bezetters niet op een veilige en verantwoorde manier worden gebruikt door UvA-medewerkers of UvA-studenten en loopt het Maagdenhuis in toenemende mate schade op. De UvA heeft derhalve een zwaarwegend en spoedeisend belang bij directe ontruiming, aldus de UvA.
3.3.
[gedaagden sub 2 c.s.] voert verweer waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Uitgangspunt is dat de UvA als eigenaar dient te kunnen beschikken over het Maagdenhuis en een inbreuk op haar eigendomsrecht door een bezetting in beginsel niet hoeft te aanvaarden. Voorts is het uitgangspunt in de onderhavige zaak dat er geen woonrechten van betrokkenen in het geding zijn.
4.2.
Zoals reeds eerder is overwogen in de (tussen)vonnissen van de voorzieningenrechter van 19 februari 2015 (het Bungehuis) en 10 november 2014 (het Spinhuis) kan een bezetting als de onderhavige worden gezien als daad van burgerlijke ongehoorzaamheid. Alhoewel er geen vastomlijnde definitie van het begrip ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ is, wordt dit in het algemeen gebruikt voor situaties waarbij op een geweldloze wijze wordt geprotesteerd tegen een bestaande situatie, waarbij men een politiek-maatschappelijk doel, en niet het eigenbelang, op het oog heeft. Veelal wordt gesteld dat het gaat om een wijze van actievoeren die in het openbaar geschiedt en waarbij de gevolgen van een eventueel strafrechtelijk ingrijpen, alsmede de mogelijke aansprakelijkheid voor schadevergoeding worden aanvaard. Voorshands wordt geoordeeld dat de bezetting van het Maagdenhuis aan deze definitie voldoet. Dit betekent echter niet zonder meer dat de actie daarmee gelegitimeerd is, aangezien deze tevens dient te voldoen aan eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, dat wil zeggen dat de actievoerders geen andere middelen meer ten dienste staan om hun doel te bereiken en dat de gehanteerde middelen ter bereiking van dat doel niet onevenredig zijn aan het toegebrachte nadeel aan degenen wier rechten in het geding zijn.
4.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is aan die eisen (van proportionaliteit en subsidiariteit), na een langdurige bezetting en gelet op de vele gesprekken die zijn gevoerd tussen (afgevaardigden van) de UvA en (afgevaardigden van) de bezetters en de maatregelen die op stapel staan, niet langer voldaan. Dit betekent dat de vordering tot ontruiming voor toewijzing gereed ligt. De vraag is echter op welke termijn de bezetters het Maagdenhuis dienen te verlaten. De bezetters, althans De Nieuwe Universiteit, hebben aangegeven het Maagdenhuis op maandag 13 april 2015 om 12.00 uur te zullen verlaten, na het festival. De UvA wil echter, gelet op alle (veiligheids)risico’s, dat het festival geen doorgang vindt en wenst daarom onmiddellijke ontruiming van het Maagdenhuis.
4.4.
De voorzieningenrechter is met de UvA van oordeel dat er onvoldoende garanties zijn dat het festival ordentelijk en voldoende veilig zal verlopen. De termijn voor het nemen van veiligheidsmaatregelen is nu te kort – er is geen afstemming meer mogelijk met de gemeente, de politie etc. – en, belangrijker, niet voldoende is gebleken dat aan de zijde van de bezetters sprake is van een homogene groep die dezelfde opvattingen huldigt. De UvA kan daarmee een groot risico lopen waarvan niet verwacht kan worden dat zij dat neemt. Zij kan geen betrouwbare afspraken maken met ‘de bezetters’ aangezien niet duidelijk is wie dat zijn en wie hen mogen vertegenwoordigen. Daarbij komt dat het niet alleen gaat om het gebouw en de (aantallen) bezoekers van het festival, maar ook om de eigen studenten en docenten van de UvA ten aanzien van wie zij een eigen verantwoordelijkheid heeft.
Dit betekent dat de ontruiming op korte termijn mag plaatsvinden (op alle dagen en uren). Een financiële prikkel tot nakoming in de vorm van een dwangsom wordt eveneens gerechtvaardigd geacht. Uit de gang van zaken tot nu toe blijkt dat er mogelijk ook nu, net zoals bij het Bungehuis en het Spinhuis, geen vrijwillige ontruiming zal plaatsvinden. Wat betreft de hoogte van de dwangsom zal aansluiting worden gezocht bij het kort geding vonnis van 19 februari 2015.
4.5.
Anders dan [gedaagden sub 2 c.s.] heeft aangevoerd vormt artikel 557a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna Rv) geen beletsel voor toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging tegen eenieder die zich zonder toestemming van de UvA in het Maagdenhuis begeeft. Het openbare karakter van het gebouw doet daaraan niet af. De termijn als bedoeld in artikel 557a Rv zal, overeenkomstig de vordering, worden bepaald op twaalf maanden.
4.6.
De conclusie van het voorgaande is dat alle vorderingen van de UvA zullen worden toegewezen, met dien verstande dat gedaagden niet zullen worden veroordeeld de sleutels van het Maagdenhuis aan de UvA af te geven, nu zij deze niet in hun bezit hebben.
4.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen gedaagden in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om binnen vier uren na de betekening van dit vonnis de onroerende zaak “Het Maagdenhuis”, gelegen aan de Spuistraat 21 te Amsterdam, met al de hunnen en het hunne te verlaten en te ontruimen en de ruimten ter vrije beschikking van de UvA te stellen;
5.2.
veroordeelt gedaagden, indien zij niet vrijwillig aan de hiervoor gegeven veroordeling tot ontruiming voldoen en de UvA de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf bewerkstelligt, aan de UvA de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming;
5.3.
bepaalt dat gedaagden een dwangsom verbeuren van € 1.000,- voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling onder 5.1. voldoen, met een maximum van
€ 25.000,-;
5.4.
bepaalt dat deze veroordeling tot ontruiming tot twaalf maanden na de dag waarop dit vonnis wordt uitgesproken ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich zonder toestemming van de UvA in voornoemde onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
5.5.
bepaalt dat de betekening en de tenuitvoerlegging van dit vonnis op alle dagen en uren kan plaatsvinden;
5.6.
veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van de UvA begroot op:
– € 282,57 aan explootkosten,
– € 613,- aan griffierecht en
– € 816,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de kosten gemaakt voor de in artikel 61 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorgeschreven advertentie;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Berkhout, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. S. van Excel, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2015. [1]

Voetnoten

1.type: