Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 oktober 2014,
- het proces-verbaal van comparitie van 5 maart 2015 en de daarin vermelde processtukken.
2.De feiten
€ 2.140.256,00 aan overige reserves. [vader eisers] stortte bij de fusie zijn aandelen in [bedrijf 1] op nieuw aan hem uitgegeven aandelen in [eiser 5]. Door gebruikmaking van de juridische fusie faciliteit van artikel 3.57 Wet inkomstenbelasting 2001 hoefde [vader eisers] op dat moment niet met de fiscus af te rekenen over zijn winst uit aanmerkelijk belang wegens de vervreemding van zijn aandelen in [bedrijf 1].
herinvesteringsreserve, rb) per ultimo 2008. De HIR bedraagt per ultimo € 1.021.073 (volgens rapport 2008). Als gevolg van kleine verschuivingen na de vragenbrief 2007 bedraagt de HIR thans ca 1.000.000. Bij het opstellen van de jaarrekening 2009 gaan we hier uiteraard nog rekening mee houden. Om de gehele HIR teniet te doen is echter een investering benodigd van ca 1,8 mio (zie overzicht en data). Verder wil ik je graag nog het volgende meegeven. Een overweging kan zijn om de BV ‘op te heffen’. Bij verkoop of liquidatie realiseren de erven een aanmerkelijk belangwinst (box 2). De erven kunnen helaas geen gebruik maken van een bijzondere regel voor uitstel van betaling, omdat er sprake is van een beleggingsvennootschap (geen materiële onderneming). De gedachte hierachter is dat de belegde middelen vrij eenvoudig vrij zijn te maken. De erven nemen de kostprijs aandelen over (opgeofferd bedrag voor de aandelen in een aanmerkelijk belang vennootschap). Die kostprijs aandelen is net iets boven de 2 mio. Omdat hierin ook is opgenomen de kostprijs van de aandleen in [bedrijf 1] (zuster BV die destijds met [eiser 5] is gefuseerd en vervolgens is opgeheven). Bij liquidatie van de BV komen echter alle stille reserves vrij (bijvoorbeeld alle effecten opnemen tegen dagkoers). Veel onroerend goed zal dan al zijn verkocht. Grosso modo zal de [eiser 5] winst dan ca. 2.000.000 zijn (waarde [eiser 5] ruim 4 mio minus ruim 2 mio kostprijs aandelen), dat is per kind € 500.000, welke wordt belast tegen een tarief van 25% in box 2. In totaal ca. 500.000 inkomstenbelasting (ieder ca. 125.000). Ik noem dit getal slechts ter ruwe indicatie omdat het jaarstuk 2009 nog niet is opgesteld en er ook nog geen zicht is op de eventuele vekoopopbrengsten. Ik ga puur even uit van de laatst bekende waarde in 2008. Afrkening over aanmerkelijk belang betreft puur inkomstenbelasting in box 2, daarin is dus niet de boekwinst voor de vennootschapsbelasting begrepen, want die zal de vennootschap eerst zelf dienen te dragen. De vpb is dan uiteraard wel een last die de waarde van de B.V. voor berekening van [eiser 5]-winst verminderd. (..)”.
€ 2.173.379,00, bestaande uit 503.097 aandelen met een nominale waarde van € 4,32.
3.Het geschil
4.De beoordeling
fiscaal erkendekostprijs en verkrijgingsprijs van de aandelen [eiser 5]. Dat volgt ook uit de berekening van [accountant/fiscalist] van de belastingdruk bij eventuele volledige liquidatie van [eiser 5]. Daar vermeldt [accountant/fiscalist] immers dat van de totale waarde van [eiser 5], van 4 miljoen euro, de kostprijs van 2 miljoen euro moet worden afgetrokken om tot de winst uit aanmerkelijk belang te komen. Deze mededelingen van [accountant/fiscalist] zijn niet anders te begrijpen dan dat over het bedrag van 2 miljoen euro (kostprijs) geen aanmerkelijk belangheffing verschuldigd is, zodat uitkering daarvan belastingvrij kan geschieden. Voor de vraag naar de omvang van latente belastingdruk uit aanmerkelijk belang over het in een vennootschap aanwezige kapitaal maakt het niet uit of die analyse gemaakt wordt in verband met de mogelijkheid van een liquidatie of van een kapitaalvermindering.
6.422,00(2 punten × tarief € 3.211,00)