ECLI:NL:RBAMS:2015:1748

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
C-13-564692 - HA ZA 14-480
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke geschil over zinken motorjacht en dekking onder polisvoorwaarden

In deze zaak vorderen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], dat de rechtbank verklaart dat het zinken van hun motorjacht op 23 augustus 2012 een door de polis gedekt evenement is. De eisers hebben een Watersportpolis afgesloten bij Delta Lloyd en stellen dat het motorjacht is gezonken door een combinatie van galvanische corrosie en het uitvallen van de bilgepompinstallatie. Delta Lloyd betwist dat het motorjacht is gezonken en beroept zich op uitsluitingen in de polisvoorwaarden, waaronder onvoldoende zorg en schade door galvanische corrosie. De rechtbank oordeelt dat het motorjacht inderdaad is gezonken, zoals in de polis is gedefinieerd, en dat Delta Lloyd niet voldoende heeft aangetoond dat de uitsluitingen van toepassing zijn. De rechtbank wijst de vordering van de eisers toe en veroordeelt Delta Lloyd tot vergoeding van de schade conform de polisvoorwaarden. De rechtbank verklaart [eiser 2] niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat zij niet als verzekerde op de polis staat vermeld. Delta Lloyd wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/564692 / HA ZA 14-480
Vonnis van 1 april 2015
in de zaak van

1.[naam eiser 1],

wonende te [woonplaats] ([land]),
2.
[naam eiser 2],
wonende te [woonplaats] ([land]),
eisers,
advocaat mr. R.R.E. Nobus,
tegen
de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. Knigge.
Partijen zullen hierna [eisers] en Delta Lloyd worden genoemd. Eisers zullen ook afzonderlijk worden aangeduid met [eiser 1] en [eiser 2].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 9 juli 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie van 13 oktober 2014 en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] is eigenaar van een motorjacht (hierna: het motorjacht), welk motorjacht [eisers] heeft gekocht van [naam 1] (hierna: [naam 1]).
2.2.
[eisers] heeft voor het motorjacht een Watersportpolis afgesloten bij Delta Lloyd (hierna: de polis). De toepasselijke polisvoorwaarden luiden, voor zover relevant:
"ARTIKEL 3
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 3.1
ALGEMEEN / VEREISTEN VOOR 'GEDEKTE GEBEURTENIS'
De dekking van deze verzekering heeft betrekking op gebeurtenissen die verband houden met het bezit en het gebruik van het vaartuig. Die gebeurtenissen zijn in dit artikel 3.3 nader omschreven. (…)
ARTIKEL 3.3
SCHADE AAN HET VAARTUIG / GEDEKTE GEBEURTENISSEN
De verzekering geeft de verzekeringnemer recht op een vergoeding voor verlies of beschadiging (hierna tezamen ook aangeduid als 'schade') van het vaartuig indien en voorzover deze schade het gevolg is van een van de hierna omschreven (gedekte) gebeurtenissen.
Dit ongeacht of die gebeurtenis zich voordoet tijdens het varen of tijdens andere omstandigheden die verband houden met het bezit en gebruik van het vaartuig (…)
2
Van buiten komend onheil
Een van buiten komend onheil, waaronder te verstaan: een gebeurtenis die ten opzichte van het vaartuig is te beschouwen als een plotselinge, onvoorziene inwerking van geweld. Als een dergelijke oorzaak worden in ieder geval beschouwd:
(…)
- zinken;
(…)
- kwaadwillige beschadiging (vandalisme).
(…)
4
Eigen gebrek vaartuig
Van een eigen gebrek van het vaartuig is sprake bij een zodanige minderwaardige eigenschap van (een onderdeel van) het vaartuig dat het vaartuig of het betreffende onderdeel niet functioneert op een manier die normaal gesproken van (dat onderdeel van) het vaartuig mag worden verwacht. Hetzelfde geldt wanneer de minderwaardige eigenschap het gevolg is van een constructie- of een ontwerpfout.
Schade als gevolg van een eigen gebrek wordt vergoed op voorwaarde dat het eigen gebrek niet bekend was - of redelijkerwijs bekend kon zijn - bij de verzekernemer/ belanghebbende(n) en voorts geen sprake is van een in artikel 4.4 of 4.5 omschreven, uitgesloten schade.
(…)
ARTIKEL 4
UITSLUITINGEN
In dit artikel wordt een aantal omstandigheden en (schade)situaties omschreven waaronder de maatschappij zich met betrekking tot schade en/of kosten die ingevolge artikel 3 voor vergoeding in aanmerking komen, kan beroepen op een uitsluiting. De maatschappij zal dit alleen doen wanneer er redelijkerwijs sprake is van een direct verband tussen die omstandigheden/situatie en de desbetreffende schade en/of kosten.
Het beroep op een uitsluiting betekent dat de betreffende schade en/of kosten niet - of niet volledig - worden uitgekeerd.
(…)
ARTIKEL 4.2.
ONVOLDOENDE ZORG
Van onvoldoende zorg is sprake bij:
(…)
3
onvoldoende preventie bij buitengebruik stelling
het niet - of onvoldoende - treffen van maatregelen die van de verzekeringnemer/belanghebbende verwacht mogen worden ter voorkoming van schade door blootstelling aan neerslag, vochtinwerking en vorst gedurende de periode dat het vaartuig en de daarin aanwezige inboedel voor langere tijd buiten gebruik is; de jaarlijkse (winter)stalling is een voorbeeld van zo'n periode.
(…)
ARTIKEL 4.5
SLIJTAGE EN ANDERE GELEIDELIJK INWERKENDE OMSTANDIGHEDEN
Deze uitsluiting heeft betrekking op:
(….)
- schade die bestaat uit of het gevolg is van de (geleidelijke) inwerking van vocht, lucht (…)
- het verteren/aantasten van metaal door galvanische corrosie of elektrolyse. (…)
ARTIKEL 6.3
SCHADEREGELING VAARTUIG (…)”
2.3.
Op 19 augustus 2012 heeft [eisers] het motorjacht voor enkele dagen afgemeerd in de jachthaven van [plaats] en aangesloten op de walstroom. Op 23 augustus 2012 is [eiser 1] gebeld door de havenmeester van de jachthaven van [plaats] omdat het motorjacht water maakte. Het interieur en de twee motoren van het motorjacht zijn geheel onder water komen te staan.
2.4.
In opdracht van [eiser 1] heeft ShipSupport het motorjacht uit het water getakeld.
2.5.
In opdracht van Delta Lloyd heeft [naam 2] (hierna: [naam 2]), onderzoek verricht naar de oorzaak van het zinken van het motorjacht. Op 13 september 2012 heeft [naam 2] onder meer het volgende gerapporteerd:
“(…) Onderzoek: Bij ons eerste bezoek op 27 augustus hebben wij vastgesteld dat het schip gedeeltelijk gezonken is geweest. (…)
(…) Waarnemingen: Om de oorzaak van de lekkage vast te stellen demonteren wij de pomp. Na demontage stellen wij vast dat een koperen leiding door galvanische werking is aangetast en defect is. Wij zien een gat in de leiding en een deel van een andere leiding is geheel door galvanische werking opgelost.
Wij stellen vast dat de galvanische werking is veroorzaakt doordat de pomp gemonteerd is op een plaat van roestvast staal. Op 3 cm boven deze plaat is een koperen leiding gemonteerd. Wat we ook vaststellen is dat de pomp enige tijd onderwater heeft gestaan. Op de pomp is een afdruk te zien tot waar het water heeft gestaan.
(…)
Omvang schade: De bilge pompen stonden niet ingeschakeld naar onze mening toen verzekerde het schip heeft verlaten op zondag 19 augustus. De pomp van de airco staat aangesloten op een afsluiter die altijd open staan. De afsluiter is gemonteerd uit het zicht van verzekerde onder een dichtgeschroefd paneel. Deze afsluiter heeft naar onze mening opengestaan. (…)
De constructie van de aircopomp zelf achten wij van deugdelijke kwaliteit. Echter indien men deze pomp plaatst in een schip met de kans op zout water lekkage dient men voldoende maatregelen te nemen om galvanische werking uit te sluiten. Dit kan eenvoudig door de pomp op een kunststof plaat te monteren in plaats van roestvast staal te gebruiken. (…)”
2.6.
Vervolgens is [naam 1] (als verkoper van het motorjacht) aansprakelijk gesteld voor de schade aan het motorjacht. Door [naam 1] is [naam 3] van Esma Expertise B.V. als deskundige ingeschakeld. Op 20 september 2012 heeft [naam 3] zijn rapport uitgebracht (welk rapport is ondertekend door [naam 4], directeur van Esma Expertise B.V.) waarin onder meer staat:

Toelichting / Toedracht
Het vaartuig is uitgerust met een airconditioning installatie welke is voorzien van een buitenwaterpomp met drukschakeling. De buitenwaterpomp is gemonteerd in het vaartuig in de achterkajuit. De buitenwaterpomp is gemonteerd op een rvs voetplaat welke in het achterschip is gemonteerd op steunrubbers.(…)
In het achterschip heeft zich een kleine hoeveelheid water opgezameld waardoor er contact is ontstaan tussen de rvs montageplaat en de roodkoperen stuurdrukleiding. Hierdoor is het galvanisch corroderen van de roodkoperen stuurdrukleiding in gang gezet. Ten gevolge van deze galvanische werking heeft het materiaal van de roodkoperen stuurdrukleiding zich opgeofferd aan de rvs montageplaat met doorcorroderen van de roodkoperen stuurdrukleiding tot gevolg.
De buitenwaterpomp heeft een directe aansluiting op een huidafsluiter welke voor tegenpartij, gezien de plaatsing hiervan, niet direct toegankelijk is. Daardoor blijft deze huidafsluiter immer in geopende toestand staan.
Voorstaande verklaart hoe de geleidelijk waterintreding heeft kunnen optreden.
Gezien onze bevindingen moeten wij stellen dat de verstverwijderde schadeoorzaak is gelegen in een constructiefout vanaf de bouwwerf inzake de montage en installatie van de airconditioning buitenwaterpomp in het vaartuig. Een dergelijke constructie zal immer tot galvanische corrosie leiden met vooromschreven schade tot gevolg.
Bij installatie in het vaartuig had de buitenwaterpomp minimaal 20 centimeter boven het huidige montagepunt geplaatst moeten worden, waardoor er geen sprake zou zijn geweest van contact door buitenwater (zout) tussen de verschillende metalen.
Tevens zijn wij van mening dat het systeem voorzien had moeten worden van een beluchter ter voorkoming van hevelen van buitenwater bij het ontstaan van een lekkage (opening) in het buitenwatersysteem van de airconditioningsinstallatie.
Het vaartuig van tegenpartij is vanaf de werf uitgerust met een hoofdschakelbord (schakelbord voor alle aan boord geïnstalleerde elektrisch bediende appendages) waarop ook de bilgepompen en vlotterschakelaars zijn aangesloten.
Tegenpartij heeft, zoals behoort bij het verlaten van zijn vaartuig, alle schakelaars uitgeschakeld waardoor ook de gehele bilgepompinstallatie is uitgeschakeld.
Ten tijde van de waterintreding was er geen sprake van elektrische voeding op de bilgepompinstallatie waardoor het binnentredende water niet is uitgepompt. (…)”
2.7.
Bij e-mail van 15 oktober 2012 heeft [naam 5], als senior schadebehandelaar Pleziervaartuigen & Woonschepen in dienst van Delta Lloyd aan de rechtsbijstandverlener van [eisers] bericht:
“Zoals al eerder aangegeven achten wij deze schade niet gedekt op de watersportpolis. Wij zullen uitleggen hoe wij tot deze conclusie zijn gekomen.
Uit het rapport.
Uit het rapport blijkt het schip gedeeltelijk gezonken is.
De oorzaak van dit gedeeltelijk zinken is dat er door galvanische corrosie een gat in een leiding is gekomen.
Deze leiding is van de aircopomp. Er heeft gedurende lange tijd water in het compartiment gestaan.
Langzame inwerking, galvanische corrosie.
Er is sprake van langzame inwerking en van galvanische corrosie.
Beide schadeoorzaken zijn met name genoemde uitsluitingen in de polisvoorwaarden.
Constructiefout
De expert schrijft dat deze schade voorkomen had kunnen worden door de pomp op een kunststofplaat te monteren.
Deze situatie zou uitgelegd kunnen worden als een eigengebrek/constructiefout. Dergelijke gebreken zijn alleen gedekt als schadeoorzaak indien er geen afwijs grond als galvanische corrosie optreed.
Niet betalen
Wij kunnen deze schade niet betalen en houden ons alle rechten en weren voor.”
2.8.
[eisers] heeft in het kader van een mogelijke procedure tegen [naam 1] bij de rechtbank Oost-Brabant een verzoek ingediend tot bevel van een voorlopig deskundigenbericht. Bij beschikking van 19 augustus 2013 heeft de rechtbank Oost-Brabant als deskundige benoemd [naam 6], werkzaam bij Kersten Experts B.V. Op 5 mei 2014 heeft [naam 6] zijn rapport uitgebracht waarin onder meer staat:

Oorzaak:
door alle drie de experts is een rapport uitgebracht omtrent het zinken en de vermeende oorzaak. Tussen de experts is geen verschil van mening aangaande de oorzaak van het zinken, samengevat:
- Als gevolg van restwater/ lekwater is de (bewuste) aircopomp deels ondergedompeld. Hierdoor is galvanische corrosie ontstaan tussen de koperen koelleiding van de aircopomp en de RVS voetplaat. Doordat de koperen leiding hierbij is opgeofferd is lekkage ontstaan. De pomp bevindt zich onder de waterlijn. (…)
- In de rapportage van [naam 2] wordt aangegeven dat de galvanische werking voorkomen had kunnen worden door de pomp op een kunststof plaat te monteren. Met name wanneer een pomp in een ruimte wordt geplaatst waar intreding van (zout) water mogelijk is. De pomp zat onder een dichtgeschroefd paneel, de eigenaar was niet op de hoogte van de pomp. (…)
GALVANISCHE CORROSIE
(…)
CONCLUSIE:
op basis van technische gronden is het niet mogelijk dat het doorcorroderen van de koperen leiding van de pomp het gevolg is geweest van galvanische corrosie tussen de koperen leiding en de RVS voetplaat.
- De conclusie ten aanzien van de oorzaak van het zinken in de voorliggende rapportages ([naam 2], [naam 3], [naam 7]), zijnde de galvanische corrosie tussen de koperen leiding en de RVS voetplaat, is niet juist.
- Daar de corrosie niet is veroorzaak door de genoemde galvanische werking kan ook geen sprake zijn van een ondeugdelijk product (de pomp).
ELEKTROLYTISCHE CORROSIE:
(…)
CONCLUSIE:
uit het onderzoek van Element blijkt dat bij een beperkte opgelegde spanning (potentiaal) in relatief kort tijd (4 weken) sprake is van aanmerkelijke aantasting van het koper. Voor het doorcorroderen van het koperen pijpje worden zwerfstromen aangegeven. In dit geval kan gesproken worden over elektrolytische corrosie.
- De weerstandmetingen van de pomp geven aan dat galvanische corrosie tussen het koperen pijpje en de voetplaat uitgesloten kan worden. (…)
SHIPSUPPORT:(…)
- Op enig moment (op 23-08-2012) werd ShipSupport geïnformeerd dat het schip zinkende was. Zij zijn ter plaatse gegaan en troffen het schip op de ligplaats aan, hierbij lag het achterschip al ca. 1m dieper in het water. Middels pompen is voorkomen dat het schip geheel gezonken is. (…)
- In de dagen voor het zinken is de zekering van de walstroom er enkele malen uitgesprongen. Dit geeft aan dat het schip aan de walstroom lag enerzijds maar ook dat er een "probleem" was in het schip anderzijds.
- Op de foto's van ShipSupport is duidelijk te zien dat het schip "in stapjes" is gezonken, de vuilaftekening op de romp geeft dit duidelijk aan. In combinatie met het feit dat de walstroom enkele malen "eruit" heeft gelegen is hiervoor de verklaring.
CONCLUSIE:
door snelle interventie van ShipSupport is voorkomen dat het schip geheel is gezonken. De motoren hebben nagenoeg geheel onder water gestaan. (…)
- Het schip is "in stapjes" gezonken, dit geeft aan dat het "zinken" hoogstwaarschijnlijk is aangevangen op het moment dat het in [plaats] werd afgemeerd.
BEANTWOORDING VRAGEN:
1 Welke oorzaak heeft ervoor gezorgd dat het motorjacht (deels) is gezonken?
- Op technische gronden gebaseerd is het uitgesloten dat de corrosie van de koperen leiding heeft plaatsgevonden door achterblijvend water in de ruimte van de pomp nadat het schip is leeggepompt en op de wal is gezet.
- De oorzaak van de waterintreding is gelegen in het al doorgecorrodeerd zijn van de koperen leiding.
2 In hoeverre heeft (de gebrekkige montage van) de afsluitmof(fen) aan de Z-drive invloed gehad op het incident?
(…)
- Indien sprake zou zijn van een beperkte lekkage langs de aandrijving dan zouden de automatische bilgepompen dit hebben afgevoerd voordat het in de ruimte van de aircopomp had kunnen komen. Indien de pompen (vanaf het begin) niet aan zouden hebben gestaan was het schip al veel eerder volgelopen. Doordat de pompen aan hebben gestaan (tot in [plaats]) is uitgesloten dat door eventuele lekkage van de hekdrive de aircopomp onder water is gekomen. Na het lichten van het schip is geconstateerd dat de pompen uitstonden. Dit strookt met de eerdere verklaring van [eiser 1].
- Indien over de lekkage van de hekdrive absolute zekerheid moet worden verkregen zal het schip weer te water moeten, hetgeen pas na de winterstalling in de haven mogelijk is (na maart 2014).
3 Hoe lang is de deterioratie al aan de gang? Wanneer heeft deze geleid tot doorboring en lekkage?
(…)
- Aan de buitenzijde van het pomphuis is een duidelijke wateraftekening zichtbaar. De hoogte hiervan komt overeen met die van het gaatje in het achterste spant in die ruimte. Het feit dat er kennelijk langere tijd water heeft gestaan op die hoogte geeft aan dat het water "buiten" die ruimte lager moet hebben gestaan. Op een van de foto's van van der Avoirt zijn op het pomphuis in ieder geval 3 waterstanden duidelijk waarneembaar. Een dergelijke aftekening ontstaat alleen maar, wanneer het water gedurende een bepaalde tijd op die hoogte staat. Bij een continue stijging of een eenmalige stijging ontstaat dit beeld niet. Het water moet dus gedurende minimaal 3 periodes langere tijd op die bepaalde hoogte hebben gestaan. (…)
- Het feit dat sprake is van meerdere aftekeningen op de pomp geeft aan dat de ruimte van de pomp meerdere malen vol is gelopen. Het vollopen van de ruimte, waarbij een aftekening van de waterhoogte ontstaat ter hoogte van de doorboring naar een naastgelegen compartiment, kan alleen als de ruimte zelf volloopt. Dit impliceert dat de koperen leiding al langer lek moet zijn geweest. (…)
- (…) Dit houdt in dat de corrosie van de koperen leiding al gaande moet zijn geweest tijdens het gebruik van het schip, waarbij de airco installatie aan stond. (…)
- Bovenstaande geeft aan dat de koperen leiding al langer lek moet zijn geweest. De verklaring dat het schip niet eerder zo ver is volgelopen als in [plaats] is hoogstwaarschijnlijk het feit dat de automatische bilgepompen voorheen aan hebben gestaan en dat dit niet het geval was toen het schip in [plaats] lag afgemeerd. Nadat het schip op de wal was gezet bleken de bilgepompen nog te werken bij inschakeling ervan op het hoofdschakelbord. (…)
- Voor het gaan corroderen van de leiding moet deze "een eerste" keer onderwater zijn komen te staan. De ruimte waarin de pomp zit bevindt zich onder het bed, waarvan de afdekplaat geschroefd zat. Inspectie van de ruimte is alleen mogelijk, wanneer het bed wordt verwijderd. Pas dan kan de afsluiter geopend (of gesloten) worden.
- Het is niet aan te geven hoe lang de leiding als is doorgecorrodeerd. Gelet op de verschillende "waterstanden" op de pomp kan dit al ruim voor de aankoop het geval zijn geweest.
(…)
5 Indien dit reeds enige tijd aan de gang is en al langer voor lekkage zou hebben gezorgd, hoe komt het dan dat onder andere [eiser 1] nimmer water heeft vastgesteld in het compartiment, nooit bilgepompen waarneembaar heeft zien/ horen draaien en/ of zien spuien?
- De bilgepomp in het compartiment achter de ruimte waar de pomp zit is niet automatisch aangesloten. Deze pomp moet dan ook "handmatig' worden aangezet. (…)
- Het water in het compartiment vindt zijn weg naar de machinekamer. Wanneer zich daar voldoende water heeft verzameld zal dit door de automatische bilgepomp geloosd worden. De pomp in de machinekamer is zeker niet hoorbaar. De lozing van de pompen is kort boven de waterlijn in het achterschip, dit valt niet op. (…)
6 Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
- Onderzoek van de pomp heeft aangetoond dat de oorzaak voor het zinken is gelegen in de lekkage van de pomp. Van een constructiefout van de pomp is geen sprake. Van een onjuiste bediening is geen enkele sprake.
- Het is zeer aannemelijk dat de lekkage van de pomp al aanwezig was ten tijde van de aankoop. Feit is dat bij een lekkage in de ruimte van de pomp galvanische corrosie kan optreden via de scheepsaarde. Bij een volledig in tact zijnde installatie zonder lekstromen zal dit een langzaam proces zijn dat uiteindelijk wel tot de lekkage kan leiden. Dat de "eerste" lekkage, en dus aanvang van de corrosie, heeft plaatsgevonden nadat de eigenaar het schip had gekocht is zeer onwaarschijnlijk.
- Het is juist veel waarschijnlijker dat het schip met de "lekkende" leiding is geleverd en dat het voorheen door werkende bilgepompen drijvende is gehouden. (…)"
Naar aanleiding van vragen van de advocaat van [naam 1] op het concept-rapport heeft [naam 6] in zijn rapport nog opgemerkt:
"Pagina 2 galvanische corrosie, tijdstip doorcorroderen.
De conclusie dat geen sprake is geweest van galvanische corrosie heeft betrekking op galvanische corrosie tussen de koperen leiding en de voetplaat van de pomp. Geenszins wordt hier bedoeld dat er geen sprake is geweest van galvanische corrosie, integendeel. (…)
Hoe lang de leiding (al voor de aankoop) door was gecorrodeerd is niet aan te geven, dit kan al geruime tijd het geval zijn geweest. Zolang de automatische bilgepompen het instromende water wegpompen kan dit onopgemerkt blijven. (…)
Pagina 3 gebruik airco.
(…)
Als het water in de ruimte van de pomp ter hoogte van het gaatje komt loopt het in de holle ruimte van spanten naar niet alleen de ruimte met de handpomp en de (niet automatische) vlotterpomp, maar ook naar de motorruimte waar de automatische bilgepomp zit. Dat het water alleen "handmatig" weggepompt kan worden is onjuist. In zo'n geval had het schip al veel eerder gezonken moeten zijn, nl. al tijdens de vaart na aankoop.
(…)"

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert, dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
- voor recht verklaart dat het zinken van het motorjacht op 23 augustus 2012 een door de polis gedekt evenement/gebeurtenis is;
Subsidiair:
- voor recht verklaart dat de keten van gebeurtenissen die hebben geleid tot het (gedeeltelijk) zinken van het motorjacht op 23 augustus 2012 valt onder de dekking van de tussen partijen geldende polis;
Meer subsidiair:
- voor recht dat gedaagde niet terug mag komen op een eerdere afwijzingsgrond en dat de schade die eisers hebben geleden als gevolg van het zinken van het motorjacht op 23 augustus 2012 door gedaagde dient te worden gedekt;
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
- Delta Lloyd veroordeelt tot het betalen aan [eisers] van alle door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het zinken van het motorjacht, op te maken bij staat,
met veroordeling van Delta Lloyd in de kosten van de procedure.
3.2.
Delta Lloyd voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

[eiser 2] niet-ontvankelijk?

4.1.
Delta Lloyd heeft aangevoerd dat de polis alleen op naam van [eiser 1] staat en niet ook op die van [eiser 2]. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft Delta Lloyd een kopie van het polisblad overgelegd waaruit blijkt dat alleen [eiser 1] op de polis staat vermeld als verzekernemer. Dat betekent dat [eiser 2] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, nu zij zelf geen verzekerde onder de polis is. [eiser 2] zal worden veroordeeld in de proceskosten die Delta Lloyd ten behoeve van haar heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.
Gedekt evenement/uitsluiting?
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat uitgangspunt is dat een schadeverzekeraar zich verbindt om, in geval van schade die het gevolg is van de verwezenlijking van het risico waartegen de verzekering dekking biedt, de schade in beginsel geheel of gedeeltelijk te vergoeden. Indien de polis tegen bepaalde evenementen/gevaren dekking biedt, zal een causaal verband tussen (een van deze) evenementen/gevaren en de door de verzekerde geleden schade door de verzekerde moeten worden aangetoond om aanspraak te kunnen maken op de verzekeringsuitkering. Als de verzekeraar evenwel een beroep doet op een uitsluiting of beperking zal deze op zijn beurt een causaal verband dienen aan te tonen tussen de omstandigheid waarvoor de uitsluiting of beperking geldt en de schade.
Aldus dient allereerst de vraag te worden beantwoord of sprake is van een verzekerd evenement waarna dient te worden beoordeeld of Delta Lloyd zich kan beroepen op een uitsluiting.
Zinken?
4.3.
[eiser 1] voert aan dat er water in het motorjacht is binnengetreden waardoor volgens [eiser 1] vaststaat dat het motorjacht is gezonken in de zin van artikel 3.3 sub 2 van de polisvoorwaarden. Delta Lloyd betwist dat het motorjacht is gezonken en voert aan dat het motorjacht aan haar landvasten zou zijn blijven hangen en/of dat er ter plaatse onvoldoende water stond om zinken mogelijk te maken. Ter ondersteuning voert Delta Lloyd aan dat [eiser 1] van huis (te [plaats], [land]) naar de jachthaven te [plaats] heeft kunnen rijden en dat bij aankomst Ship Support is ingeschakeld. Nu de afstand [plaats]-[plaats] bijna 85 kilometer bedraagt, blijkt hieruit volgens Delta Lloyd dat de situatie stabiel was.
4.4.
Delta Lloyd kan niet worden gevolgd in haar stelling dat in dit geval geen sprake is van zinken. Als onbetwist staat vast dat water is binnengetreden in het motorjacht waardoor deze het drijvend vermogen heeft verloren en de motoren en het interieur onder water zijn komen te staan. Waarom dit niet als zinken zou moeten worden aangemerkt is door Delta Lloyd onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd. Voor zover Delta Lloyd zich op het standpunt stelt dat zinken slechts plaatsvindt indien het gehele vaartuig onder water verdwijnt, heeft te gelden dat het op de weg van Delta Lloyd zou hebben gelegen een dergelijke specifieke omschrijving van zinken op te nemen in de polis(voorwaarden). Nu in de polis slechts het woord "zinken" is opgenomen (en niet bijvoorbeeld geheel zinken in tegenstelling tot gedeeltelijk zinken) zal de rechtbank er van uitgaan dat met zinken wordt bedoeld hetgeen in het normale spraakgebruik onder zinken wordt verstaan zijnde het verlies aan drijvend vermogen, zodat in het onderhavige geval vaststaat dat het motorjacht van [eiser 1] is gezonken. Het voorgaande geldt te meer daar ook de door Delta Lloyd ingeschakelde deskundige heeft vastgesteld dat het motorjacht gedeeltelijk gezonken is geweest (zie 2.5).
Uitsluiting?
4.5.
Voorop staat dat [eiser 1] niet kan worden gevolgd in zijn betoog dat de uitsluitingen opgesomd in artikel 4 van de polis alleen van toepassing zijn als er sprake is van een eigen gebrek aan het vaartuig. Immers staat in artikel 4:
"In dit artikel wordt een aantal omstandigheden en (schade)situaties omschreven waaronder de maatschappij zich met betrekking tot schade en/of kosten die ingevolge artikel 3 voor vergoeding in aanmerking komen, kan beroepen op een uitsluiting."Dit betekent dat de uitsluitingen van artikel 4 betrekking hebben op alle gedekte evenementen die zijn vermeld onder artikel 3 waaronder dus ook het ingevolge artikel 3.3 gedekte evenement “zinken”. Dit brengt met zich dat thans ter beoordeling voorligt of Delta Lloyd zich terecht heeft beroepen op de uitsluiting(en) van artikel 4.5 van de polis.
4.6.
Voor zover [eiser 1] zich erop heeft beroepen dat Delta Lloyd gebonden zou zijn aan de afwijzingsgronden die zij heeft vermeld in haar e-mail van 15 oktober 2012 (zie 2.7) faalt dat betoog reeds omdat in voornoemde e-mail door Delta Lloyd alle rechten en weren zijn voorbehouden en het Delta Lloyd derhalve vrijstaat om in onderhavige procedure alle mogelijke weren op te werpen.
4.7.
Delta Lloyd heeft betoogd dat het rapport van [naam 6] haar niet bindt nu dat rapport tot stand is gekomen in de procedure tussen [eiser 1] en [naam 1] waar Delta Lloyd niet bij betrokken was. Deze stelling van Delta Lloyd treft in zoverre doel dat de rechtbank het rapport van [naam 6] in haar beoordeling zal betrekken als een door [eiser 1] in het geding gebracht rapport van een partijdeskundige.
4.8.
[eiser 1] heeft aangevoerd dat het vaartuig is gezonken als gevolg van het feit dat de koperen leidingen van de (airco)pomp zijn aangetast waardoor deze water zijn gaan lekken. Deze lekkage had echter niet kunnen ontstaan zonder dat de koperen leidingen op enig moment zijn blootgesteld aan van buiten komend water. Voorts staat volgens [eiser 1] vast dat het binnengestroomde water is doorgestroomd naar de motorruimte en daar aanvankelijk is weggepompt door de automatisch werkende bilgepompen. De bilgepompen zijn op enig moment uitgeschakeld als gevolg van een stroomstoring van de walstroom in de jachthaven te [plaats]. Aldus is volgens [eiser 1] de oorzaak van het zinken van het motorjacht een combinatie van factoren waarvoor Delta Lloyd onder de polis dekking dient te bieden.
4.9.
Volgens Delta Lloyd zijn alle ingeschakelde experts het er over eens dat water het vaartuig kon binnendringen doordat leidingen van een aircopomp zijn verteerd en/of aangetast als gevolg van galvanische corrosie of elektrolyse, zodat de schade daardoor is veroorzaakt. Vaststaat dat de afsluiter van de airco-installatie geopend was terwijl het schip onbeheerd in een jachthaven lag. Vaststaat dat de bilgepompinstallatie was uitgeschakeld. En evenzeer staat volgens Delta Lloyd vast dat geen sprake is van externe factoren die tot gedeeltelijk vervullen hebben geleid, dat dus alleen haar oorzaak vindt aan boord van het schip zelf. Delta Lloyd stelt dat het open laten staan van de afsluiters en het afzetten van de bilgepompinstallatie ieder voor zich maar zeker tezamen als evident onvoldoende zorg kwalificeren. Voorts voert Delta Lloyd aan dat [eiser 1] aan Delta Lloyd de mogelijkheid heeft onthouden om betrokken te zijn bij het onderzoek en de totstandkoming van het voorlopig deskundigenbericht. Daardoor is Delta Lloyd in haar belangen geschaad. Zij had aan de deskundige vragen kunnen voorleggen. Dit betekent volgens Delta Lloyd dat ook artikel 5.3 van de polis (verplichtingen bij schade) en artikel 5.4 (verlies van rechten) aan dekking in de weg staan.
4.10.
De rechtbank stelt voorop dat uit het rapport van [naam 2] (de deskundige van Delta Lloyd) blijkt dat de oorzaak van de lekkage van het motorjacht is gelegen in galvanische werking van een koperen leiding van de aircopomp. Voorts heeft [naam 2] opgenomen dat de bilgepompen niet ingeschakeld waren toen [eiser 1] het motorjacht heeft verlaten.
De door [naam 1] ingeschakelde deskundige [naam 3] (welk rapport door [eiser 1] in het geding is gebracht) komt tot de conclusie dat er sprake is van galvanische corrosie van een stuurdrukleiding van de airconditioningpomp waardoor geleidelijke waterintreding heeft kunnen optreden. Voorts vermeldt [naam 3] dat (bij de aircopomp) een beluchter had moeten worden geplaatst. Tenslotte vermeldt [naam 3] dat [eiser 1] bij het verlaten van het motorjacht alle schakelaars van het hoofdschakelbord heeft uitgeschakeld waarop ook de bilgepompen en vlotterschakelaars zijn aangesloten.
[naam 6] komt tot de conclusie dat alle drie de experts het erover eens zijn dat als gevolg van restwater de aircopomp deels is ondergedompeld waardoor galvanische corrosie is ontstaan, maar is het met die conclusie niet eens. Volgens [naam 6] is er sprake geweest van elektrolytische corrosie en niet van galvanische corrosie. Ook vermeldt [naam 6] dat het motorjacht aan de walstroom heeft gelegen, maar dat in de dagen voor het zinken de zekering van de walstroom er enkele malen is uitgesprongen. [naam 6] wijst op foto’s van ShipSupport waarop te zien is dat het motorjacht
“in stapjes”is gezonken, hetgeen [naam 6] verklaart doordat een aantal keer de walstroom is uitgevallen. Naar aanleiding van nadere vragen van de advocaat van [naam 1] heeft [naam 6] voorts opgemerkt dat er sprake is geweest van galvanische corrosie en dat de automatische bilgepompen aanvankelijk het instromende water hebben weggepompt zodat onopgemerkt heeft kunnen blijven dat reeds voor de aankoop door [eiser 1] via de airconditioningpomp water het motorjacht heeft kunnen binnentreden. Ook heeft [naam 6] aangegeven dat het motorjacht is voorzien van zowel een handmatige pomp als van een automatische bilgepomp die zich bevindt in de motorruimte.
4.11.
De stelling van [eiser 1] dat sprake is geweest van het uitvallen van de walstroom terwijl het motorjacht in de haven van [plaats] lag, wordt ondersteund door het rapport van [naam 6]. Delta Lloyd volstaat met een blote ontkenning, maar onderbouwt deze ontkenning niet. In zoverre faalt het verweer van Delta Lloyd. Dat betekent dat de rechtbank er van uit zal gaan dat het motorjacht was aangesloten op de walstroom en dat die stroom enkele malen is uitgevallen. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft [eiser 1] verklaard dat de (automatische) bilgepompen werken zonder dat deze kunnen worden uitgeschakeld. Volgens [eiser 1] zijn deze bedoeld om het water weg te pompen als het motorjacht aan de wal ligt en dat ter voorkoming van het leegraken van de accu’s van het schip, het schip bij het afmeren wordt aangesloten op de walstroom. Deze verklaring van [eiser 1] strookt met hetgeen [naam 6] in zijn rapport heeft opgenomen en de foto’s waarnaar [naam 6] verwijst van ShipSupport. Op die foto’s zijn verschillende waterstanden te zien waardoor aannemelijk is dat het schip stapsgewijs is gezonken. Hiertegenover staat de stelling van Delta Lloyd dat de bilgepompen uitgeschakeld waren. In het rapport van [naam 2] staat weliswaar dat de bilgepompen niet waren ingeschakeld bij het verlaten van het schip op zondag 19 augustus 2012, maar dit laat de mogelijkheid open dat er naast handmatig te bedienen bilgepompen nog automatische bilgepompen kunnen zijn geweest zoals [eiser 1] heeft verklaard. De deskundige [naam 3] heeft in zijn rapport opgenomen dat het hoofdschakelbord was uitgeschakeld, maar stelt ook dat ten tijde van de waterintreding er geen sprake was van elektrische voeding op de bilgepompinstallatie. Of dit komt door het wegvallen van de walstroom of het uitschakelen via het hoofdschakelbord is niet duidelijk. Aldus rest het rapport van [naam 6] dat op dit punt helder is. Volgens [naam 6] is het schip stapsgewijs gezonken hetgeen strookt met het meerdere keren wegvallen van de walstroom. Indien de walstroom het schip drijvend heeft gehouden, moet er wel sprake zijn geweest van automatisch werkende bilgepompen. In het licht van deze rapporten in onderling verband en samenhang beschouwd volgt dat het motorjacht door [eiser 1] aan de walstroom is gelegd en dat deze walstroom enkele malen is uitgevallen waardoor de automatische bilgepompinstallatie niet heeft gewerkt en water het schip heeft kunnen binnentreden.
4.12.
De deskundigen zijn het erover eens dat er sprake is geweest van elektrolytische danwel galvanische corrosie bij de aircopomp van het motorjacht. Maar die aantasting alleen is niet de uitsluitende oorzaak van het zinken geweest. Daarvoor was immers ook nodig dat het binnentredende water niet meer werd weggepompt. Aldus is de rechtbank van oordeel het zinken van het motorjacht is te wijten aan meerdere factoren: door elektrolytische of galvanische corrosie is metaal bij de aircopomp aangetast waardoor water het motorjacht is binnengetreden en de automatische bilgepompinstallatie heeft als gevolg van het uitvallen van de walstroom niet gefunctioneerd. Nu er sprake is van meerdere samenwerkende oorzaken waardoor het motorjacht is gezonken, is Delta Lloyd niet geslaagd in het aantonen van het causaal verband tussen de uitsluiting van artikel 4.5 van de polisvoorwaarden en de door [eiser 1] geleden schade.
4.13.
Hierbij komt nog dat in artikel 4.5 van de polisvoorwaarden staat:
“Deze uitsluiting heeft betrekking op:(…)
- schade die het gevolg is van de (geleidelijke) inwerking van vocht, lucht (…)
- het verteren/aantasten van metaal door galvanische corrosie of elektrolyse(…)
In de uitsluiting die staat vermeld boven de zinsnede over galvanische corrosie of elektrolyse staat
“schade die het gevolg is van”. Gelet op de tekst van dit artikel rijst de vraag of met dit artikel ook
de gevolgschadevan galvanische corrosie of elektrolyse is uitgesloten of dat alleen uitgesloten is de schade die aan het metaal is ontstaan door galvanische corrosie of elektrolyse. Deze onduidelijkheid dient voor rekening en risico van Delta Lloyd te blijven. Zodat ook in dit licht Delta Lloyd onvoldoende heeft gesteld om een causaal verband aan te tonen tussen de uitsluiting van artikel 4.5 van de polisvoorwaarden en de door [eiser 1] geleden schade.
Schending zorgplicht?
4.14.
Voor zover Delta Lloyd zich heeft beroepen op schending van de zorgplicht van [eiser 1] doordat Delta Lloyd niet betrokken is geweest bij de totstandkoming van het rapport van [naam 6] faalt haar betoog eveneens. Noch in artikel 5.3 noch in artikel 5.4 van de toepasselijke polisvoorwaarden staat een verplichting opgenomen waaruit kan worden afgeleid dat [eiser 1] zijn zorgplicht heeft geschonden door Delta Lloyd niet te betrekken bij de totstandkoming van het rapport van [naam 6] in de procedure die is gevoerd tegen de verkoper van het motorjacht.
Onvoldoende zorg?
4.15.
Delta Lloyd heeft voorts aangevoerd dat sprake is van slecht zeemanschap en onvoldoende zorg omdat [eiser 1] bij het verlaten van het motorjacht de afsluiter open heeft laten staan en de bilgepompinstallatie heeft uitgezet en al helemaal om dat allebei te doen. In zoverre is derhalve ook sprake van een uitsluitingsgrond van artikel 4.2 sub 1 tot en met sub 3, aldus Delta Lloyd.
4.16.
Dit betoog van Delta Lloyd wordt verworpen. In artikel 4.2 onder 3 staat dat van onvoldoende zorg sprake kan zijn indien het vaartuig voor langere tijd buiten gebruik is en wordt verwezen naar de jaarlijkse (winter)stalling als voorbeeld van een periode dat een vaartuig langere tijd buiten gebruik is. In het onderhavige geval staat onbetwist vast dat [eiser 1] het motorjacht voor enkele dagen heeft afgemeerd in de jachthaven. Dit kwalificeert niet als een periode van langere tijd zodat Delta Lloyd zich reeds daarom niet kan beroepen op voornoemde uitsluitingen.
4.17.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen als hierna volgt. Die beslissing is naar zijn aard niet uitvoerbaar bij voorraad.
De vordering tot vergoeding onder de verzekeringsovereenkomst is een vordering tot nakoming en geen vordering tot schadevergoeding zodat reeds daarom in beginsel geen verwijzing naar de schadestaatprocedure dient te volgen. Delta Lloyd heeft ter comparitie bovendien terecht gewezen op artikel 6.3. van de polisvoorwaarden waarin een dwingende schaderegeling is opgenomen. Dat betekent dat de verwijzing naar de schadestaat dient te worden afgewezen en dat Delta Lloyd is gehouden de door [eiser 1] geleden schade te vergoeden conform de polisvoorwaarden.
4.18.
Delta Lloyd zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser 1] worden begroot op:
- dagvaarding € 93,80
- griffierecht 282,00
- salaris advocaat
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.279,80

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart [eiser 2] niet-ontvankelijk in haar vordering;
5.2.
veroordeelt [eiser 2] in de proceskosten aan de zijde van Delta Lloyd, welke zijn begroot op nihil;
5.3.
verklaart voor recht dat het zinken van het motorjacht op 23 augustus 2012 een door de polis gedekt(e) evenement/gebeurtenis is;
5.4.
veroordeelt Delta Lloyd in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] tot op heden begroot op € 1.279,80,
5.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.4. genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Marcus, rechter, bijgestaan door mr. A. Vogelzang, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 april 2015.