ECLI:NL:RBAMS:2015:1574
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingsvordering na vrijspraak
Op 25 februari 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/845109-07, waarin de officier van justitie een ontnemingsvordering had ingediend tegen de statutair bestuurder van Palm Invest BV. De rechtbank heeft deze vordering beoordeeld na een onderzoek ter terechtzitting op 9, 10 en 11 februari 2015. Tijdens deze zittingen is de verdachte in de hoofdzaak vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Dit leidde tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar ontnemingsvordering, aangezien er geen basis meer is voor de vordering na de vrijspraak. De rechtbank heeft in haar verkort vonnis de beslissing genomen dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering, wat betekent dat de vordering niet verder in behandeling wordt genomen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. D.J. Cohen Tervaert, en in aanwezigheid van de rechters mrs. R.H.C. Jongeneel en A.B.M. Wijnveldt, en griffier mr. M. Spliet.