ECLI:NL:RBAMS:2015:1574

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 februari 2015
Publicatiedatum
20 maart 2015
Zaaknummer
13/845109-07 (vordering ontneming)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingsvordering na vrijspraak

Op 25 februari 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/845109-07, waarin de officier van justitie een ontnemingsvordering had ingediend tegen de statutair bestuurder van Palm Invest BV. De rechtbank heeft deze vordering beoordeeld na een onderzoek ter terechtzitting op 9, 10 en 11 februari 2015. Tijdens deze zittingen is de verdachte in de hoofdzaak vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Dit leidde tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar ontnemingsvordering, aangezien er geen basis meer is voor de vordering na de vrijspraak. De rechtbank heeft in haar verkort vonnis de beslissing genomen dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering, wat betekent dat de vordering niet verder in behandeling wordt genomen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. D.J. Cohen Tervaert, en in aanwezigheid van de rechters mrs. R.H.C. Jongeneel en A.B.M. Wijnveldt, en griffier mr. M. Spliet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/845109-07
Datum uitspraak: 25 februari 2015
Tegenspraak
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, op vordering van de officier van justitie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak, behorende bij de strafzaak met parketnummer 13/845109-07, tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie en het onderzoek op de terechtzitting van 9, 10 en 11 februari 2015.

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

Nu de rechtbank verdachte in de strafzaak heeft vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, is de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering.

3.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.J. Cohen Tervaert, voorzitter,
mrs. R.H.C. Jongeneel en A.B.M. Wijnveldt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Spliet, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 februari 2015.