Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 oktober 2014 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de comparitie van 3 februari 2015 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van de zijde van [gedaagden gezamenlijk] van 6 februari 2015 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de fax van de zijde van Fullfact met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
Wel was afgesproken dat het product uitdrukkelijk het eigendom van [gedaagde sub 2] was (…)
OVERWEGEN DAT
dat [gedaagde sub 2] in zijn vrije tijd de O.E.E. toolkit heeft ontwikkeld”
3.Het geschil
in conventie
primairbedrog,
subsidiairmisbruik van omstandigheden en
meer subsidiairdwaling tot stand is gekomen en zowel
primair, subsidiairals
meer subsidiairde overeenkomst op deze grond(en) te vernietigen,
Nu de intellectuele eigendomsrechten niet bij [gedaagden gezamenlijk] rusten, kan Makigami de overeenkomst – op grond waarvan zij een gebruiksrecht moet verschaffen en garandeert dat Fullfact na de looptijd van de overeenkomst de enige rechthebbende is – niet nakomen. Er is dus sprake van een toerekenbare tekortkoming, aldus – steeds – Fullfact.
4.De beoordeling
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
384,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 1.421,00)