Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser] , te Amsterdam,
de directeur van de Belastingdienst
Beslissing
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2015.
Rechtbank Amsterdam
Op 12 maart 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, wonende te Amsterdam, en de directeur van de Belastingdienst. De zaak betreft een beroep van de eiser tegen een inkomensindicatie die door de Belastingdienst aan de verhuurder van zijn woning was verstrekt. De verhuurder had deze inkomensindicatie opgevraagd in verband met een mogelijke huurverhoging, gebaseerd op de Algemene wet inzake rijksbelastingen en het Burgerlijk Wetboek. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de afgifte van deze inkomensindicatie en heeft beroep ingesteld tegen een toelichting van de Belastingdienst op de procedure rondom inkomensindicaties.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de afgegeven inkomensindicatie geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel definieert een besluit als een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt. De rechtbank concludeert dat de inkomensindicatie niet gericht is op rechtsgevolg, maar slechts een weergave is van de administratie van de Belastingdienst. Aangezien de inkomensindicatie geen wijziging in de rechtspositie van eiser teweegbrengt, kan deze niet worden aangemerkt als een besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt.
Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De gemachtigde van de Belastingdienst heeft ter zitting nog informatie gegeven over de mogelijkheid om een IB-60-verklaring aan te vragen in geval van inkomensdaling, maar dit heeft geen invloed gehad op de uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.