ECLI:NL:RBAMS:2015:1331
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking verklaring van rijvaardigheid na fraudeonderzoek
Op 10 maart 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Veldman, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn verklaring van rijvaardigheid door de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verweerder), vertegenwoordigd door mr. E.C. Berkouwer. De intrekking was gebaseerd op een bestuurlijke rapportage die voortkwam uit een politieonderzoek, waarin een examinator had bekend geld te hebben aangenomen om kandidaten te laten slagen voor het praktijkexamen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het belang van verzoeker om zijn rijvaardigheidsverklaring te behouden, vooral gezien het sterke vermoeden van betrokkenheid bij fraude. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bezwaar niet geheel kansloos was, maar de bewijsproblematiek nog niet was hersteld. De uitspraak benadrukte dat de rapportage geen specifiek onderzoek naar verzoeker bevatte, maar dat de omstandigheden voldoende aanleiding gaven voor de intrekking van de verklaring van rijvaardigheid. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangenafweging in het voordeel van verweerder uitviel, en dat verzoeker de mogelijkheid had om in de toekomst opnieuw een praktijkexamen af te leggen.