Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 februari 2015 in de zaak tussen
[naam], te Amsterdam, eiser
de minister van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtsmiddel
D: B
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als PIW-er, en de minister van Veiligheid en Justitie. De eiser was disciplinair gestraft met onvoorwaardelijk strafontslag vanwege plichtsverzuim, voortvloeiend uit meerdere strafrechtelijke veroordelingen. De rechtbank oordeelde dat de minister bevoegd was om deze straf op te leggen, gezien de aard van de veroordelingen en het feit dat de eiser deze niet had gemeld bij zijn leidinggevenden. De rechtbank stelde vast dat de eiser in de periode van zijn aanstelling als ambtenaar betrokken was bij strafbare feiten, wat in beginsel plichtsverzuim oplevert. De rechtbank oordeelde dat het niet melden van deze veroordelingen bij werkhervatting ook als plichtsverzuim kan worden aangemerkt. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank benadrukte dat van medewerkers bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verwacht mag worden dat zij van onbesproken gedrag zijn. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was, ook niet gezien de eerdere veroordelingen van de eiser. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden.