Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
1. hij op of omstreeks 5 augustus 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, voorhanden heeft gehad een vuurwapen van categorie III en/of een hoeveelheid munitie van categorie III, te weten:
2. hij op of omstreeks 5 augustus 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 369 stuks, althans enige hoeveelheid, hennepplanten en/of (circa) 40,3 gram gedroogde hennep, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlagegebezigde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 augustus 2015 een vuurwapen van categorie II, munitie van categorie III en 369 hennepplanten en 40,3 gram gedroogde hennep voorhanden heeft gehad. Op grond van de verklaring van verdachte, dat hij de hennepplanten voor een ander verzorgde en het wapen van die ander had gehad, kan eveneens worden bewezen dat verdachte deze strafbare feiten tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd.
5.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen en de in
rubriek 4.3.vervatte bewijsoverwegingen bewezen
1ten laste gelegde, te weten dat verdachte:
2ten laste gelegde, te weten dat verdachte:
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
1 1.00 STK Revolver
2 43.00 STK Patroon
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[naam verdachte], daarvoor strafbaar.
5 (vijf) maanden.