Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
veroordeelde,
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Voorvragen
bijlageaan dit vonnis gehecht.
3.De vordering
4.Grondslag van de vordering
5.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
6.De verplichting tot betaling
bijlagegedaan op 5 september 2013. Dit betekent dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn nu niet binnen twee jaren over de ontnemingsvordering is beslist. Deze overschrijding van de redelijke termijn bedraagt iets meer dan één maand en niet meer dan één jaar, zoals door de verdediging is betoogd. Gelet op deze zeer geringe overschrijding van de redelijke termijn is de rechtbank van oordeel dat volstaan kan worden met de enkele constatering dat er sprake is geweest van een overschrijding van de redelijke termijn, zonder daar consequenties aan te verbinden. De rechtbank zal de overschrijding van de redelijke termijn dus niet compenseren door de verplichting tot betaling te matigen.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
[naam veroordeelde]de verplichting tot betaling van € 1.000, - (duizend euro) aan de Staat.