ECLI:NL:RBAMS:2015:10

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 januari 2015
Publicatiedatum
2 januari 2015
Zaaknummer
C-13-558858 - HA ZA 14-138
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg en uitleg van een vaststellingsovereenkomst in een civiele procedure tussen M2 Dental N.V. en De Nationale Apotheek B.V.

In deze civiele procedure tussen M2 Dental N.V. en De Nationale Apotheek B.V. staat de uitleg van een vaststellingsovereenkomst centraal. M2 Dental, een groothandel in tandheelkundige producten, heeft een samenwerkingsovereenkomst met DNA gesloten om anesthetica te verkopen. In maart 2013 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, maar M2 Dental stelt dat er facturen van november en december 2012 ter waarde van EUR 41.479,55 niet zijn meegenomen in deze overeenkomst. DNA betwist dit en stelt dat M2 Dental finale kwijting heeft verleend voor alle openstaande bedragen. De rechtbank oordeelt dat de vaststellingsovereenkomst niet ziet op de niet besproken facturen en dat M2 Dental recht heeft op betaling van het openstaande bedrag. De rechtbank wijst de vorderingen van M2 Dental toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. DNA wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/558858 / HA ZA 14-138
Vonnis van 14 januari 2015
in de zaak van
de naamloze vennootschap
M2 DENTAL N.V.,
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
advocaat: mr. E. van der Maal te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE NATIONALE APOTHEEK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P.P. Latour te Amsterdam.
Partijen zullen hierna M2 Dental en DNA worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 januari 2014, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 14 mei 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
  • het proces-verbaal van comparitie gehouden op 11 september 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
M2 Dental exploiteert een groothandel in – onder meer – tandheelkundige producten. De klantenkring van M2 Dental bestaat met name uit in en buiten Nederland gevestigde tandartsen (hierna: de klanten).
2.2.
M2 Dental verkoopt onder meer anesthetica. Onder de geldende wetgeving is het M2 Dental niet toegestaan om anesthetica rechtstreeks aan haar klanten te verkopen.
2.3.
Om anesthetica aan haar klanten te kunnen verkopen en leveren heeft M2 Dental in de tweede helft van 2012 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met DNA. De tussen hen overeengekomen werkwijze bestond eruit dat klanten van M2 Dental een bestelling bij M2 Dental plaatsten. Deze bestellingen werden door M2 Dental doorgegeven aan DNA. DNA leverde de bestelde goederen vanuit een door M2 Dental aan DNA geleverde voorraad. DNA factureerde op eigen naam aan de klanten van M2 Dental. Aan het einde van de maand zond M2 Dental een factuur aan DNA voor de door haar aan DNA geleverde goederen.
2.4.
De hiervoor onder 2.3 beschreven werkwijze werd eveneens gehanteerd voor de aan M2 Dental gelieerde besloten vennootschap Basiq Dental B.V. (hierna: Basiq Dental). M2 Dental c.q. Basiq Dental betaalde aan DNA voor haar diensten een vergoeding van 10%. Betaling van de vergoeding vond plaats door middel van verrekening door DNA tot voormeld percentage met de facturen van respectievelijk M2 Dental en Basiq Dental.
2.5.
M2 Dental en DNA hebben in 2012 en 2013 met elkaar gecorrespondeerd over problemen in de administratie bij M2 Dental/Basiq Dental en de betaling van facturen door DNA. Op 6 maart 2013 hebben [naam 1]: [naam 1]), namens M2 Dental en Basiq Dental, en [naam 2], namens DNA, met elkaar gesproken. Zij hebben mondeling een vaststellingsovereenkomst gesloten. De vaststellingsovereenkomst is diezelfde dag op briefpapier van Basiq Dental door [naam 1] aan DNA bevestigd. De brief, en daarmee de vaststellingsovereenkomst, luidt, voor zover hier van belang:
“- Saldi van de totale vorderingen per 06/03/13 van (…) M2 Dental NV (€ 29.754,34) op de Nationale Apotheek worden verrekend met factuurnummer 2012008 (€ 1.616,18) van de Nationale Apotheek.
  • Netto openstaande vorderingspositie van € 124.105,78 op de Nationale Apotheek wordt afgekocht voor € 120.000,- onder verrekening van extra verrichte werkzaamheden door de Nationale Apotheek.
  • De netto vordering van € 120.000,- wordt voldaan in 12 gelijke weektermijnen van elk € 10.000,- beginnend op vrijdag 08 Maart 2013 a.s. en eindigend op 24 mei 2013 a.s.
  • (…)
  • Partijen verlenen elkaar finale kwijting uhv deze schuldenregeling”
2.6.
[naam 3]: [naam 3]) heeft DNA bij e-mail van 26 november 2013, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“(…) ik ben er achter gekomen dat er iets mis is gegaan tijdens bepaling van de onderlinge vorderingspositie begin maart dit jaar[rechtbank: gedoeld wordt op de vaststellingsovereenkomst].
Zoals je weet deed de Nationale Apotheek zaken met Basiq Dental BV en M2 Dental NV. Maandelijks ontving zij inkoopnota’s van beide bedrijven voor de gedane leveringen. Per 01 januari jl. zijn wij van Exact overgestapt naar SAP. Op één of andere wijze is toen bij M2 Dental NV een nieuw klantnummer voor de Nationale Apotheek aangemaakt en zijn de openstaande vorderingen uit 2012 niet goed verwerkt, waardoor ten tijde van onze afspraak per 06 maart jl. deze oude vorderingennietter sprake zijn gekomen.”
Uit een in de e-mail opgenomen overzicht blijkt dat volgens M2 Dental bij de gesprekken over de vaststellingsovereenkomst een bedrag van EUR 41.479,55 niet ter sprake is gekomen. Het bedrag betreft facturen uit november 2012 en december 2012.
2.7.
M2 Dental en DNA hebben na de hiervoor onder 2.6 vermelde e-mail verder met elkaar gecorrespondeerd over betaling door DNA van het door M2 Dental gestelde openstaande bedrag. Zij zijn niet tot een vergelijk gekomen.

3.Het geschil

3.1.
M2 Dental vordert veroordeling van DNA bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. tot betaling van EUR 41.479,55, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 januari 2014;
2. tot vergoeding van EUR 1.189,-- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
3. in de kosten van deze procedure.
3.2.
M2 Dental legt – onder verwijzing naar de door haar gestelde feiten en in het geding gebrachte stukken – aan haar vordering ten grondslag, dat bij de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst facturen tot een bedrag van EUR 41.479,55 niet zijn betrokken. Dit brengt volgens M2 Dental met zich dat DNA dit bedrag nog altijd aan M2 Dental is verschuldigd en aan haar dient te voldoen. Omdat DNA niet vrijwillig tot betaling is overgegaan heeft M2 Dental buitengerechtelijke incassokosten moeten maken. M2 Dental begroot deze kosten op EUR 1.189,--, die eveneens door DNA moeten worden voldaan. Aldus steeds M2 Dental.
3.3.
DNA voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

nietigheid van de dagvaarding

4.1.
DNA heeft allereerst naar voren gebracht dat in de dagvaarding ten onrechte Oisterwijk als statutaire vestigingsplaats van M2 Dental is vermeld. Omdat M2 Dental statutair in Curaçao is gevestigd, is volgens DNA sprake van een met nietigheid bedreigd gebrek in de dagvaarding. DNA stelt dat de dagvaarding om die reden nietig moet worden verklaard, althans dat M2 Dental niet ontvankelijk moet worden verklaard. Immers, zo stelt DNA, als M2 Dental in de proceskosten wordt veroordeeld zal DNA door de onjuiste vermelding van de vestigingsplaats worden benadeeld, bijvoorbeeld bij het verhaal van de proceskosten.
4.2.
Het beroep op nietigheid van de dagvaarding wordt verworpen. Met nietigheid wordt bedreigd het ontbreken van de vermelding van de woonplaats van degene op wiens verzoek betekening van het exploot (in dit geval de dagvaarding) plaatsvindt (artikel 45 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Een onjuiste vermelding van de woonplaats leidt niet tot nietigheid van de dagvaarding. Immers, de dagvaarding vermeldt een woonplaats, zij het een onjuiste. Overigens heeft M2 Dental ter comparitie van partijen erkend dat de dagvaarding aan het door DNA genoemde gebrek lijdt en heeft zij ermee ingestemd dat in het onderhavige vonnis haar correcte vestigingsplaats wordt vermeld. Een eventuele onredelijke benadeling van DNA is met de vermelding van de correcte vestigingsplaats dan ook opgeheven.
inhoud van de vaststellingsovereenkomst
4.3.
Daarmee wordt toegekomen aan hetgeen partijen inhoudelijk in deze procedure verdeeld houdt. Hetgeen DNA tegen de vordering heeft aangevoerd, komt er in de kern op neer dat tussen partijen een vaststellingsovereenkomst is gesloten, waarbij M2 Dental aan DNA finale kwijting heeft verleend. Naar de mening van DNA leidt dit ertoe dat M2 Dental thans geen aanspraak kan maken op betaling van het door haar gevorderde.
4.3.1.
Tussen partijen staat vast dat de door hen gesloten overeenkomst moet worden aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of de vaststellingsovereenkomst ook ziet op de facturen van november en december 2012 tot een bedrag van EUR 41.479,55. De beantwoording van deze vraag moet plaatsvinden aan de hand van een uitleg van de vaststellingsovereenkomst. Dit betekent dat moet worden onderzocht welke betekenis partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen ter zake van de inhoud van de vaststellingsovereenkomst mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In dit verband is het volgende van belang.
4.3.2.
Partijen hebben op 6 maart 2013 met elkaar gesproken over een betalingsregeling voor openstaande facturen. Voordien had tussen de boekhouders van partijen al schriftelijke communicatie plaatsgevonden. Daarbij zijn de facturen in kwestie niet ter sprake gekomen. Als onvoldoende door DNA betwist staat vast dat op 6 maart 2013 een overzicht op tafel lag van openstaande facturen, opgesteld door M2 Dental’s boekhouder. Partijen hebben – zoals ter comparitie van partijen is gebleken – dit overzicht niet regel voor regel doorgesproken, maar zijn uitgegaan van de totaalbedragen van de openstaande facturen. Ook in dit overzicht waren de facturen in kwestie niet opgenomen. Partijen zijn uiteindelijk een betalingsregeling, de vaststellingsovereenkomst, overeengekomen. Daarin is vermeld “Partijen verlenen elkaar finale kwijting uhv deze schuldenregeling”. Anders dan DNA heeft betoogd volgt uit deze zinsnede niet meer dan dat M2 Dental na uitvoering van de vaststellingsovereenkomst niets meer van DNA te vorderen heeft ter zake van de in de vaststellingsovereenkomst genoemde bedragen.
4.3.3.
Gelet op de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden staat vast dat de facturen over november en december 2012 geen onderdeel uitmaakten van de tussen partijen op 6 maart 2013 besproken schuldenposities. Gelet op de inhoud van de vaststellingsovereenkomst en hetgeen partijen over en weer hebben verklaard kan DNA het voorstel van M2 Dental dan redelijkerwijs niet aldus hebben begrepen dat zij jegens DNA ook afstand deed van haar vorderingsrechten ter zake van niet in de vaststellingsovereenkomst genoemde en betrokken, maar nog wel door DNA verschuldigde, factuurbedragen. Noch uit de tekst van de overeenkomst, noch uit enige andere door partijen aangedragen omstandigheid volgt immers dat partijen hebben bedoeld om op 6 maart 2013 een regeling te treffen ten aanzien van meer of andere factuurbedragen dan de in het die dag besproken overzicht vermelde openstaande facturen. Nu de facturen over november en december 2012 daar niet in waren opgenomen en deze ook anderszins niet zijn besproken, is door M2 Dental dienaangaande in de vaststellingsovereenkomst geen finale kwijting verleend en heeft DNA ook niet redelijkerwijs mogen begrijpen dat dat wel het geval was. Hetgeen DNA verder nog heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
4.4.
Het vorenstaande leidt ertoe dat DNA en M2Dental geen kwijting ten aanzien van de facturen over november en december 2012 zijn overeengekomen en dat DNA het bedrag van EUR 41.479,55 dus aan M2 Dental verschuldigd is gebleven, zodat zij dit bedrag aan M2 Dental dient te voldoen. De vordering tot betaling is derhalve toewijsbaar, evenals de daarover gevorderde wettelijke rente, die inhoudelijk niet is betwist.
4.5.
Het verzuim ter zake van de nakoming van haar betalingsverplichting is aan de zijde van DNA ingetreden na 1 juli 2012. De vraag of DNA buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is moet daarom worden beantwoord aan de hand van artikel 6:96 lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). DNA heeft erop gewezen dat M2 Dental slechts één brief aan DNA is gezonden. Onbetwist is evenwel dat deze brief is geschreven ter buitengerechtelijke incasso. Onder de regeling van het Besluit is niet van belang wat de aard en de omvang van de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden is geweest. Dit brengt met zich dat, nu de gevorderde vergoeding lager is dan hetgeen op grond van het Besluit kan worden gevorderd, de vordering tot betaling van EUR 1.189,-- toewijsbaar is.
4.6.
DNA zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van M2 Dental, tot op heden begroot op EUR 1.977,02 aan verschotten en op EUR 1.788,-- (2 punten x tarief EUR 894,--) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
veroordeelt DNA tot betaling aan M2 Dental van EUR 41.479,55 (eenenveertigduizend vierhonderdzevenennegentig euro en vijfenvijftig eurocenten), vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 januari 2014 tot aan de dag der voldoening;
5.2.
veroordeelt DNA tot betaling aan M2 Dental van EUR 1.189,-- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt DNA in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van M2 Dental begroot op EUR 3.765,02;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.H. Vink, rechter, bijgestaan door
mr. E.R. Mac-Donald, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: ERM