1.13.Op 11 april 2012 heeft het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Noord, op de vraag of er bij de overgang van het beheer van de buurthuizen van Combiwel naar Welsaen sprake was van overgang van onderneming, als volgt (schriftelijk) geantwoord:
“Om te kunnen spreken van overgang van onderneming moet de economische eenheid met behoud van identiteit worden overgedragen. Daarvan is in dit geval geen sprake. Welsaen werkt volgens de principes van Welzijn Nieuwe Stijl en geeft hierbij een andere invulling aan het beheer van de buurthuizen dan Combiwel waarbij het inpassen van medebeheer door bewoners centraal staat.”
2. Abvakabo c.s. vorderen, na wijziging van eis:
a. te verklaren voor recht dat de overgang van het beheer van de buurthuizen [buurthuis 1], [buurthuis 2] en [buurthuis 3] van Combiwel naar Welsaen per 1 januari 2012, dient te worden beschouwd als overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW en dat hun arbeidsovereenkomsten met Combiwel inclusief alle rechten en verplichtingen die hieruit voortvloeien, met ingang van deze datum zijn overgegaan op Welsaen.
wedertewerkstelling van eisers sub 2 tot en met 9 (verder te noemen de werknemers) in hun oude functie zoals laatstelijk uitgeoefend bij Combiwel, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag.
berekening van het aan de werknemers vanaf 1 januari 2012 toekomende salaris c.s., en afgifte van specificaties, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag
betaling van het aan de werknemers vanaf 1 januari 2012 toekomende salaris c.s..
Subsidiair, voor het geval Welsaen alleen de reeds door Combiwel opgezegde arbeidsovereenkomsten van Combiwel heeft overgenomen:
berekening en betaling van het aan de werknemers toekomende salaris c.s. over de opzegtermijn, inclusief aanvullingen en vergoedingen op grond van het sociaal plan, op straffe van een dwangsom.
berekening en betaling van het aan de werknemers toekomende salaris c.s. over de opzegtermijn, inclusief aanvullingen en vergoedingen op grond van het sociaal plan, op straffe van een dwangsom.
3. Abvakabo c.s. stellen – kort gezegd – dat er per 1 januari 2012 sprake is van overgang van onderneming van Combiwel naar Welsaen betreffende het beheer en de openstelling van de drie buurthuizen. Immers is de exploitatie van de buurthuizen door Welsaen voortgezet met dezelfde of soortgelijke bedrijfsactiviteiten: na de overgang bleven de buurthuizen geopend en dienen zij (net als daarvoor) op een professionele wijze te worden beheerd. Voor zover er, na de gunning aan Welsaen, wel verandering is opgetreden in de activiteiten, is deze verandering te gering om daardoor te concluderen dat er geen sprake zou zijn van overgang van onderneming. Met andere woorden, de identiteit van de overgedragen onderneming is behouden.
4. Abvakabo c.s. voeren ter ondersteuning van hun standpunt aan dat
- De buurthuizen met inventaris aan Welsaen zijn overgedragen,
- De klanten (degenen die gebruik maken van de faciliteiten van de buurthuizen) mee over zijn gegaan,
- De doelstellingen en activiteiten van Combiwel en Welsaen met elkaar overeenkomen,
- In elk geval ook de beheersactiviteit mee over is genomen, zoals blijkt uit de subsidiebeschikkingen van de Gemeente Amsterdam,
- De functionele band tussen de beheersactiviteit en de ten behoeve van het beheer werkzame personeelsleden is blijven bestaan.
- Welsaen een deel van het in de buurthuizen werkzame personeel wel heeft “overgenomen”. Dat geschiedde echter veelal op tijdelijke basis (met een proeftijd), voor een andere functie en tegen een lager salaris. Het gaat om eisers sub 4, 5, 6, 8 en 9. Thans is als enige van hen eiseres sub 9 nog voor Welsaen werkzaam.
4. Combiwel sluit zich aan bij het standpunt van Abvakabo c.s. dat de overname van het beheer van de buurthuizen aangemerkt moet worden als overgang van onderneming.
5. Ten aanzien van de subsidiair tegen haar ingestelde loonvorderingen voert Combiwel gemotiveerd verweer. Dit verweer zal, voor zonver van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.
6. Welsaen voert verweer tegen de vordering en voert daartoe aan dat er geen sprake is van een economische eenheid, die haar identiteit heeft behouden. Combiwel heeft haar beheeractiviteit, inclusief de openstelling, van de verschillende buurthuizen in [stadsdeel], teruggegeven aan de Gemeente. Verschillende ander instellingen, waaronder Welsaen, hebben die activiteit overgenomen.
7. De werknemers die werkzaam waren in de buurthuizen zijn, na indiensttreding bij Welsaen, volledig geïntegreerd in de organisatie van Welsaen, zodanig dat zij op verschillende werklocaties worden ingezet. Deze werknemers werken ook voor andere opdrachtgevers van Welsaen. Van een afzonderlijke eenheid is geen sprake meer. Ook de buurthuizen (de fysieke locaties) zijn geïntegreerd in de organisatie van Welsaen en kunnen niet langer gezien worden als een economische eenheid.
8. Er wordt bij Welsaen heel anders gewerkt, namelijk volgens het stimuleringsprogramma “Welzijn Nieuwe Stijl”. Belangrijk onderdeel daarvan is het werken met vrijwilligers, die grotendeels de taken van het personeel van Combiwel hebben overgenomen. Ter toelichting heeft Welsaen een dagindeling van een vrijwilliger overgelegd. Door de inzet van vrijwilligers kan Welsaen tegen een veel lagere subsidie haar dienstverlening aanbieden. Verder is het takenpakket van de professionals bij Welsaen zwaarder dan (voorheen) bij Combiwel omdat het takenpakket is uitgebreid met het werven van nieuwe klanten. Daarnaast worden de werknemers flexibel ingezet op de verschillende door Welsaen beheerde buurthuizen. Welsaen heeft geen roerende zaken van Combiwel overgenomen.
9. Dat betekent dat er geen sprake is van overgang van onderneming en daarom moeten de vorderingen van Abvakabo c.s. worden afgewezen.
10. Subsidiair, voor het geval wel mocht worden aangenomen dat er sprake is van overgang van onderneming, voert Welsaen aan dat de vorderingen van Abvakabo c.s. zijn verjaard, omdat er niet tijdig (namelijk binnen zes maanden) een beroep is gedaan op de vernietigbaarheid van de opzegging, op grond van het opzegverbod ex artikel 7: 670 lid 8 BW.
11. Eveneens subsidiair voert Welsaen aan dat eisers sub 2, 3, 6 en 7 niet onder het aldaar werkzame personeel vallen, omdat de door hen uitgevoerde functies niet met de openstelling en/of het beheer van doen hebben. In elk geval gaat eiseres sub 5 niet mee over, omdat zij geacht moet worden ontslag te hebben genomen, althans bij Combiwel in dienst wilde blijven. Hetzelfde geldt voor eiser sub 7, die uitdrukkelijk verklaard heeft niet te willen overgaan, maar in dienst te treden van [bedrijf].
Beoordeling
12. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of het gegeven dat het beheer en de openstelling van de drie buurthuizen in [stadsdeel] ( [buurthuis 1], [buurthuis 2] en [buurthuis 3]), dat tot 1 januari 2012 werd gevoerd door Combiwel, vanaf genoemde datum wordt gevoerd door Welsaen, moet worden beschouwd als overgang van onderneming in de zin van de artikelen 7:662 e.v. BW.
13. Vooropgesteld wordt dat er ook sprake kan zijn van overgang van onderneming, als er geen directe overeenkomst tussen (hier) Combiwel en Welsaen valt aan te wijzen. Ten deze is aan het vereiste van overgang, tengevolge van een overeenkomst voldaan, gelet op het feit dat, betreffende de drie buurthuizen, de subsidie per 1 januari 2012 niet langer is toegekend aan Combiwel doch aan Welsaen.
14. De kantonrechter is van oordeel dat ten deze voldaan is aan het vereiste dat het gaat om een geheel van georganiseerde middelen, bestemd tot het ten uitvoer brengen van een economische entiteit. De betreffende buurthuizen kunnen immers worden beschouwd als een duurzaam georganiseerde economische entiteit, met een georganiseerd geheel van personen en elementen. Dat in dit geschil niet aan het ondernemingsbegrip, dat ruim moet worden opgevat, zou zijn voldaan, heeft Welsaen onvoldoende onderbouwd.
15. Welsaen heeft voorts aangevoerd dat de identiteit van de onderneming verloren is gegaan. Op dat punt wordt overwogen als volgt. Wil er sprake zijn van overgang van onderneming dan moet het gaan om een overgang van een economische eenheid die haar identiteit behoudt (onder identiteit wordt hier verstaan een geheel van organisatorische middelen). Deze eis moet echter beperkt worden uitgelegd om te voorkomen dat de werknemersbescherming teveel wordt ingeperkt. Ten deze is de kantonrechter van oordeel dat de functionele band die voor de overgang tussen de onderling samenhangende en elkaar aanvullende factoren bestond, na de overgang behouden is gebleven. De buurthuizen zijn dezelfde gebleven, terwijl eveneens de hoofdtaak (beheer en openstelling), gelijk is gebleven. Onweersproken is dat er (ook na de overgang) een professionele bezetting nodig blijft om deze hoofdtaak uit te voeren. Het takenpakket is voor de professionals zelfs zwaarder geworden, zo heeft Welsaen opgemerkt. Ook wordt ervan uitgegaan dat de doelgroep waarop de huizen zich richten (de klanten) gelijk zijn gebleven, nu Welsaen dat niet gemotiveerd heeft betwist. Voorts is de doelstelling en de bedrijfsactiviteit op hoofdlijnen ongewijzigd gebleven.
16. Aan het bovenstaande doet niet af dat Welsaen (zo stelt zij) organisatorische veranderingen heeft aangebracht. Met dergelijke organisatorische veranderingen, zoals het na de overgang integreren van de buurthuizen (en een deel van het personeel) in haar organisatie, kan Welsaen niet het volgens haar ontstane identiteitsverlies bewerkstelligen.
17. Ook indien als vaststaand zou worden aangenomen dat inmiddels op grote schaal vrijwilligers bij het beheer en de openstelling zijn betrokken (Welsaen heeft haar stelling op dit punt nauwelijks onderbouwd) betekent dit niet dat de functionele band is komen te vervallen. Voorts heeft Welsaen met de verkregen “productiefactoren” de mogelijkheid om dezelfde of een soortgelijke activiteit voort te zetten. Geoordeeld wordt dat er in die activiteit, direct na de overname, geen wezenlijke verandering is opgetreden.
18. Ook in het feit dat Welsaen een deel van het personeel van Combiwel tewerk heeft gesteld wordt een aanwijzing gezien dat het hier gaat om een economische entiteit, waarvan de identiteit behouden is gebleven.
19. Gelet op al het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat er ten deze sprake is van overgang van onderneming. De gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen.
20. Voor wat betreft het beroep van Welsaen op verjaring van de loonvordering merkt de kantonrechter op dat Welsaen niet als verweer heeft gevoerd dat zij niet is gebonden aan het Stedelijk Sociaal Plan (zie onder 1.3). De kantonrechter houdt het er daarom voor dat Welsaen aan dit plan is gebonden. Dat betekent dat, waar eveneens vast staat dat er ten deze sprake is van “subsidieomlegging”, het beroep van Welsaen op verjaring in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid. Dit beroep is immers strijdig met de onder 1.3 genoemde bepaling uit het Stedelijk Sociaal Plan.
21. Welsaen heeft voorts nog verweer gevoerd ten aanzien van het niet overgaan van een aantal van eisers. Dit verweer wordt voor eisers sub 5 en 6 afgewezen, omdat dit verweer niet in overeenstemming is te brengen met het door Welsaen gestelde dat deze werknemers bij haar in (tijdelijke) dienst zijn getreden. Betreffende eisers sub 2, 3, 6 en 7 (voor eiseres sub 6 ten overvloede) wordt het verweer gepasseerd nu, zonder nader toelichting die niet is gegeven, niet valt in te zien waarom de door Welsaen genoemde functies (telefoniste, zakelijk leider en technicus) niet van doen hebben met beheer en/of openstelling van de buurthuizen. Tot slot wil het gegeven dat eiser sub 7 tijdelijk elders in dienst is getreden, niet zeggen dat hij (gegeven de weigering van Welsaen om hem in zijn eigen functie tegen dezelfde voorwaarden als bij Combiwel tewerk te stellen) niet mee over is gegaan. Dat eiser uitdrukkelijk zou hebben verklaard niet mee over te willen is niet gebleken.
22. Ook de vorderingen tot tewerkstelling en tot berekening en betaling van het salaris zullen daarom worden toegewezen, als hierna te bepalen. Aan de gevorderde dwangsommen zal een maximum worden verbonden. De wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 10 %.
23. Nu het primair gevorderde is toegewezen, behoeven de subsidiaire vorderingen van Abvakabo c.s. niet meer te worden besproken.
24. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Welsaen veroordeeld in de proceskosten, gevallen aan de zijde van Abvakabo c.s. Voor het overige zullen de proceskosten van partijen worden gecompenseerd.
I. verklaart voor recht dat de overgang van het beheer van de buurthuizen [buurthuis 1], [buurthuis 2] en [buurthuis 3] van Combiwel naar Welsaen per 1 januari 2012, dient te worden beschouwd als overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW en dat de arbeidsovereenkomsten van eisers sub 2 tot en met 9 met Combiwel, inclusief alle rechten en verplichtingen die hieruit voortvloeien, met ingang van deze datum zijn overgegaan op Welsaen;
II. veroordeelt Welsaen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis eisers sub 2 tot en met 9 tewerk te stellen in de functie zoals zij die laatstelijk bij Combiwel hebben uitgeoefend, met alle bevoegdheden en faciliteiten die daarbij horen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat Welsaen geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 250.000,-;
III. veroordeelt Welsaen tot berekening van het aan eisers sub 2 tot en met 9 vanaf 1 januari 2012 toekomende salaris c.s., en afgifte van de daarbij behorende specificaties, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat Welsaen geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 50.000,-;
IV. veroordeelt Welsaen tot betaling van het aan eisers sub 2 tot en met 9 vanaf 1 januari 2012 toekomende salaris c.s, binnen 14 dagen na de berekening ervan, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ad 10 % en de wettelijke rente over het salaris c.s. en over de wettelijke verhoging vanaf de data van opeisbaarheid tot aan de dag van voldoening;
V. veroordeelt Welsaen in de proceskosten, aan de zijde van Abvakabo tot op heden begroot op:
-griffierecht: € 112,00
-kosten dagvaarding: € 92,82
-salaris gemachtigde: € 1.000,00
--------------
Totaal: € 1.204,82
Inclusief eventueel verschuldigde BTW;
VI. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
VII. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter