ECLI:NL:RBAMS:2014:9706

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2014
Publicatiedatum
7 augustus 2015
Zaaknummer
3377832 EA VERZ 14-837
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer bij De Nederlandsche Bank N.V. wegens schending van interne regels en reputatieschade

In deze zaak heeft De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) op 1 september 2014 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, hierna te noemen [verweerster]. De reden voor dit verzoek was de vermeende betrokkenheid van [verweerster] bij prostitutie-activiteiten, wat zou leiden tot reputatieschade voor DNB. De werknemer was sinds 31 maart 2014 arbeidsongeschikt en had zich ziek gemeld. DNB stelde dat [verweerster] de interne regels van de organisatie had geschonden door haar e-mailaccount te gebruiken voor communicatie over deze activiteiten en dat dit haar chantabel maakte. De werknemer betwistte de beschuldigingen en vroeg om afwijzing van het verzoek tot ontbinding, met een verzoek om een schadevergoeding van € 221.137,40 bruto.

De mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2014, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was dat [verweerster] zich op een wijze had gedragen die de schijn wekte dat zij betrokken was bij prostitutie-activiteiten. Dit leidde tot de conclusie dat DNB niet langer kon verlangen dat de arbeidsovereenkomst werd voortgezet, hoewel de kantonrechter het standpunt van DNB dat er sprake was van een dringende reden verwierp. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd daarom uitgesproken met ingang van 1 december 2014, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerster]. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 3377832 EA VERZ 14-837
beschikking van: 5 november 2014
func.: 438

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de naamloze vennootschap De Nederlandsche Bank N.V.

gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen: DNB
gemachtigde: mr. G.W. Roeters van Lennep
t e g e n

[verweerster]

wonende te [woonplaats]
verweerster
nader te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. J.W. Landman

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

DNB heeft op 1 september 2014 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Op 24 oktober 2014 heeft [verweerster] een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is mondeling behandeld ter terechtzitting van 27 oktober 2014. DNB is daar verschenen bij [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , vergezeld door haar gemachtigde. [verweerster] is in persoon verschenen, vergezeld door [naam 5] en haar gemachtigde. Partijen hebben het woord gevoerd en pleitnotities overgelegd. Na verder debat is een datum voor beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Uitgegaan wordt van het volgende.
1.1.
[verweerster] , geboren op [geboortedatum] , is sedert [datum] in dienst van DNB en was laatstelijk werkzaam in de functie van [functie] . Het bruto salaris bedraagt € 6.872,95 per maand exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
1.2.
Op het dienstverband zijn een aantal regelingen van toepassing, onder meer de regeling Onafhankelijkheid medewerkers DNB, de Gedragscode DNB en de regeling Gebruik bedrijfsmiddelen.
1.3.
In haar functie vertegenwoordigt [verweerster] DNB bij onder toezicht staande instellingen, bij het OM en bij de FIOD en leidt zij inspectieteams.
1.4.
[verweerster] heeft zich per 31 maart 2014 ziek gemeld.
1.5.
Begin juni 2014 ontving DNB twee identieke anonieme brieven waarin werd medegedeeld dat [verweerster] naast haar werkzaamheden voor DNB ook ‘
een bijbaan in de prostitutie onder de naam [naam 6]’ heeft. Verwezen werd naar een specifieke website.
1.6.
Naar aanleiding van die brief heeft de afdeling Compliance en Integriteit van DNB een onderzoek uitgevoerd, onder andere naar bovenbedoelde website en naar het e-mailaccount van [verweerster] bij DNB.
1.7.
Bij brief van 14 juni 2013 heeft de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Centrum, [verweerster] aangeschreven naar aanleiding van klachten over overlast door prostitutie-activiteiten in een pand dat eigendom is van [verweerster] . In die brief verwijst het Stadsdeel naar bovenbedoelde website, gevonden via een bepaald telefoonnummer.
1.8.
Via haar e-mail-account bij DNB heeft [verweerster] berichten verzonden aan (en ontvangen van) derden betreffende de hiervoor bedoelde brief van de gemeente. Ook heeft zij via dat e-mailaccount berichten verzonden aan haar echtgenoot betreffende een bedrijfsplan en het inwinnen van informatie verband houdend met een prostitutiebedrijf. Daarnaast heeft zij aan derden berichten verzonden met aan prostitutie gerelateerde onderwerpen.
1.9.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onder 1.6 bedoelde onderzoek is tussen de gemachtigden van partijen gecorrespondeerd.

Verzoek

2. DNB verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, primair zijnde een dringende reden, subsidiair een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve zo spoedig mogelijk behoort te eindigen.
3. DNB stelt hiertoe dat uit het onder 1.6 bedoelde onderzoek is gebleken dat [verweerster] een bijbaan heeft in de prostitutie, althans dat zij naar buiten toe de schijn wekt dat dit het geval is. Zij heeft de interne regels van DNB ten aanzien van het gebruik van bedrijfsmiddelen, nevenactiviteiten en het voorkomen van reputatieschade geschonden. Zij is daardoor chantabel, en doordat een en ander bij derden bekend is geworden heeft DNB ook reputatieschade geleden. Het door DNB gedane onderzoek was noodzakelijk en professioneel. Dat in het kader daarvan geen gesprek met [verweerster] is gevoerd kwam door de weigering van [verweerster] om op uitnodigingen daartoe in te gaan. Het verzoek houdt geen verband met de arbeidsongeschiktheid van [verweerster] , aldus – steeds – DNB.

Verweer

4. [verweerster] betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door DNB bedoelde zin, en verzoekt de ontbinding af te wijzen. [verweerster] verzoekt voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden om een vergoeding toe te kennen van
€ 221.137,40 bruto.
5. [verweerster] betwist dat zij zich bezig houdt met nevenactiviteiten in de prostitutie of dat uit het onderzoek door DNB zou zijn gebleken dat zij chantabel zou zijn. Voor de beweerde activiteiten bestaat geen bewijs en daarvoor zou zij ook helemaal niet de tijd hebben. Ook de gemeente heeft geen bewijs kunnen leveren van de activiteiten waarop de onder 1.7 bedoelde brief betrekking had. De website, het bedrijfsplan en de andere ogenschijnlijk aan prostitutie gerelateerde documenten en berichten maakten allemaal deel uit van de fantasiewereld van haar echtgenoot, althans van haar echtgenoot en haarzelf. Ook de activiteiten in het pand waarover de gemeente schreef maken daar deel van uit. Het bedrijfsplan voor het prostitutiebedrijf was voorts een discussiestuk over de wijze waarop prostitutie integer zou kunnen plaatsvinden. Haar echtgenoot en zijzelf kunnen worden aangemerkt als ‘swingers’ met de daarbij behorende – ook seksuele – levensstijl. De website was slechts doormiddel van een code en niet openbaar toegankelijk. Andere e-mailberichten waarop DNB doelt betrof correspondentie met anderen over een museumproject. Zij is arbeidsongeschikt. Zij werd door de afdeling beveiliging uitgenodigd voor een gesprek zonder dat DNB wilde vertellen wat het onderwerp was van het gesprek. Het verzoek is wel gerelateerd aan haar arbeidsongeschiktheid en haar komt ontslagbescherming toe, aldus – steeds – [verweerster] .

Beoordeling

6. Waar nodig zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen en verweren van partijen. Geoordeeld wordt als volgt.
7. Voldoende staat vast dat [verweerster] met gebruikmaking van haar e-mail-account van DNB en (dus) ondertekenend met ‘
De Nederlandsche Bank N.V. [functie]’ berichten heeft gestuurd aan haar echtgenoot, haar advocaat (niet zijnde haar huidige gemachtigde) en anderen, waarvan de inhoud gerelateerd is aan activiteiten in de prostitutie, althans dat die schijn wordt opgewekt.
8. Voorts staat voldoende vast dat er met medeweten zo niet medewerking van [verweerster] activiteiten plaatsvinden in een aan haar in eigendom toebehorend pand, die voor het Stadsdeel aanleiding vormen voor een gemotiveerde (voor)aanschrijving terzake van het staken van prostitutie-activiteiten. Dat het onderzoek door het Stadsdeel daarnaar nog gaande is doet daar niet aan af.
9. Een (het) telefoonnummer, dat het Stadsdeel ontving van een in het betreffende pand aangetroffen man, die verklaarde dat dit het nummer was van [verweerster] , heeft het Stadsdeel geleid naar de onder 1.5 en 1.7 bedoelde website. Het Stadsdeel heeft op grond van een en ander geconcludeerd dat [verweerster] zich profileert als een hoog opgeleide escort in het centrum van Amsterdam.
10. Een (kennelijke) schermafdruk van bovenbedoelde website is op 26 maart 2013 verzonden van een e-mailadres van ‘ [mailadres] ’ naar het e-mailaccount van [verweerster] bij DNB via het onder 9. bedoelde telefoonnummer.
11. De bovenbedoelde website bevat een groot aantal expliciete foto’s van [verweerster] (soms in gezelschap van een andere vrouw). De echtgenoot van [verweerster] heeft ter zitting verklaard dat hij deze website heeft gebouwd, dat deze uitsluitend een functie had in het beleven van de fantasie van hemzelf en [verweerster] en bovendien dat deze uitsluitend toegankelijk was via een (voor derden onbekende) code. De ter zitting aanwezige medewerkers van DNB die het onderzoek hebben uitgevoerd hebben verklaard dat dit laatste thans wel het geval is, maar dat het deel van de website waarop bovenbedoelde foto’s van [verweerster] te zien waren tot voor kort openbaar toegankelijk was. Bovendien zijn via Google bij het intikken van een aantal trefwoorden nog steeds die foto’s, dan wel soortgelijke foto’s van [verweerster] toegankelijk, aldus die medewerkers. Mede gelet op het feit dat ook medewerkers van het Stadsdeel kennelijk zonder problemen toegang hebben gehad tot de betreffende website – althans voldoende om daaruit de conclusie te trekken dat [verweerster] zich bezighield met prostitutieactiviteiten – staat voldoende vast dat die foto’s gedurende langere tijd toegankelijk zijn geweest voor derden.
12. Voor een vervulling van haar functie is het van het grootste belang dat [verweerster] niet alleen integer is maar ook alles vermijdt wat haar chantabel maakt. In elk geval behoort zij de interne regels van DNB ten aanzien van het gebruik van bedrijfsmiddelen, nevenactiviteiten en het voorkomen van reputatieschade in acht te nemen.
13. Gelet op bovenbedoelde omstandigheden, in samenhang bezien, staat voldoende vast dat [verweerster] zich heeft gedragen op een wijze waaruit derden de conclusie kunnen trekken dat zij zich actief bezighoudt met prostitutie-activiteiten. Voorts staat voldoende vast dat die omstandigheden voor derden kenbaar waren en dat voor die derden ook kenbaar was welke functie [verweerster] had bij DNB. Door toedoen van [verweerster] heeft bij derden derhalve het beeld kunnen ontstaan – en is ook het beeld ontstaan – dat [verweerster] actief betrokken is bij prostitutie en tevens een hoge functie heeft bij DNB. Ook indien – zoals [verweerster] aanvoert – zij zich nimmer daadwerkelijk met prostitutie heeft bezig gehouden en alle activiteiten slechts dienden om een fantasie uit te leven, maakt dit beeld [verweerster] chantabel. Voorts heeft [verweerster] door te handelen als hiervoor beschreven de bij DNB geldende interne regels van DNB ten aanzien van het gebruik van bedrijfsmiddelen, nevenactiviteiten en het voorkomen van reputatieschade geschonden.
14. Door aldus te handelen is [verweerster] ernstig tekort geschoten als werknemer. Het standpunt van DNB dat dit een dringende reden vormt wordt verworpen. Wel vormt dit een wijziging van de omstandigheden waardoor van DNB voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer kan worden verlangd, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding. De wijziging van de omstandigheden komt immers geheel voor risico van [verweerster] .
15. Daarbij is voorts nog van belang dat voldoende vast staat dat het verzoek geen verband houdt met de arbeidsongeschiktheid van [verweerster] .
16. Nu geen vergoeding wordt toegekend hoeft DNB niet in de gelegenheid te worden gesteld het verzoek in te trekken.
17. Gelet op de omstandigheden van het geval wordt aanleiding gezien de proceskosten te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 december 2014;
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 november 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.