Uitspraak
[betrokkene],
twee maanden.Mocht er alsdan een verlengingsverzoek dan wel een verzoek tot voorwaardelijke machtiging zijn ingediend, dan kan betrokkene alsnog daarop gehoord worden.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 22 januari 2015 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot voorlopige machtiging tot opname van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie had op 24 december 2014 dit verzoek ingediend, waarbij betrokkene, die op dat moment niet bereikbaar was, op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank overwoog dat betrokkene niet op de oproepen had gereageerd en dat er ernstige zorgen waren over zijn geestelijke toestand, die als psychotisch werd gekarakteriseerd. Betrokkene had eerder hulp afgehouden en vertoonde verontrustend gedrag, waaronder het hanteren van een mes en het veroorzaken van overlast in zijn woonomgeving. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot aanhouding van de zitting niet kon worden ingewilligd, omdat betrokkene op rechtsgeldige wijze was opgeroepen en er geen verwachting was dat aanhouding zou leiden tot zijn verschijning. De rechtbank achtte het noodzakelijk om snel een beslissing te nemen, gezien de maatschappelijke zorgen over betrokkene's toestand. Uiteindelijk verleende de rechtbank de voorlopige machtiging voor een periode van twee maanden, tot 22 maart 2015, met de mogelijkheid voor betrokkene om gehoord te worden bij een verlengingsverzoek. De beschikking werd gegeven door rechter R.H.G. Odink, in aanwezigheid van griffier N.E.G. Eekhout.