Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[naam eiser]
de besloten vennootschap Trouw B.V.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Noem bronnenDe lezer is ermee gediend als de schrijver zijn bronnen noemt. Maar een overmaat van inlichtingen hieromtrent is hinderlijk. De tekst moet vlot leesbaar blijven. Wel behoort de informatie die erin verwerkt is, altijd voor anderen controleerbaar te zijn.En op bladzijde 26 is vermeld:
Bronnen(..) Aan wie of waaraan je informatie hebt ontleend, behoor je zo nauwgezet mogelijk te vermelden. Anonieme bronnen zijn veel lezers een gruwel, en terecht.
[naam 1]: (..) Kun je in je computer of telefoon de telefoonnummers en e-mailadressen of iets dergelijks geven van de mensen die je hebt gesproken? Je weet dat diverse keren aan jou is gevraagd dat je altijd voor je chef en de hoofdredactie op verzoek moet kunnen zorgen dat de opgevoerde namen voor hen traceerbaar zijn. Dat hebben [naam 4] (ex-adjunct), [naam 5] (ex-chef) en [naam 3] achtereenvolgens opnieuw afgesproken.[eiser]: ik weet niet of ik die lijst kan geven. Stilte. Ja, ik weet dat dat is afgesproken.[naam 1]: kun je dan thuis in je oude blocnotes de gegevens opzoeken en ons die informatie geven?[eiser]: ik weet niet of ik het kan terugvinden. Zo werkt het meestal niet.[naam 3]: [eiser], ik wil dat je ophoudt en eerlijk bent. Zijn deze mensen echte mensen of heb jij ze deze namen gegeven?[eiser]: stil[naam 3]: ok. Je hebt ook een essay geschreven dat je volgende week in de Tweede Kamer zou voordragen. Daarin voer je twee jongens op. Onder meer een geslaagde zakenman in [naam wijk 1]. Kunnen wij daar nu samen naartoe rijden. Kun je deze man aan ons voorstellen?[eiser]: weet niet. Stil.[naam 3]: En die moeder die je in het essay opvoert. Kunnen we daar langs, kunnen we haar spreken?[eiser]: weet niet. Stil. Ik weet niet waar ze woont.[naam 3]: Maar je schrijft dat je haar hebt gesproken. Dat is niet zo hè? Het verhaal klopt gewoon niet. Het is een mooi essay en het had net zo goed wél waar kunnen zijn, maar het klopt niet.[eiser]: het verhaal klopt wel. Ik heb die [naam 6] gesproken. Ik heb de jongens niet zelf gesproken, maar het verhaal van een derde gehoord. Ik heb contacten in die wijk. Een agent, meerdere agenten, en een aantal andere mensen. Die agenten vertellen mij verhalen, soms mag ik ook de stukken inzien. De verhalen kloppen. Zo gaat dat. Ik ben echt niet iemand die achter zijn bureau alleen verhalen maakt. Ik ben de hele tijd op straat.[naam 1]: Maar soms heb je namen gefingeerd?[eiser]: Ja, dat moet ik toegeven. Dat heb ik wel eens gedaan[naam 3]: Dus die twee jongens in [naam wijk 1] hadden kunnen bestaan, maar ze bestaan niet? We kunnen niet nu naar ze toe?[eiser]: Stil. Haalt schouders op. “Nee, ik denk het niet.”[naam 1]: Sinds wanneer ben je dat gaan doen? Is dat voor of na je verhaal over [artikel 2] in [plaats]?[eiser]: Weet niet meer, daarna denk ik. En het gaat alleen om repo-verhalen, niet om het nieuws. Ik verzeker jullie: De nieuwsverhalen zijn echt helemaal waar.[naam 3]: Vind jij dat we je als krant te veel druk hebben opgelegd?[eiser]: Nou ja. Tsja. Misschien.[naam 1]: Ik begrijp best dat je druk voelde om steeds weer te presteren. Dat het zwaar is om steeds aan de hoge verwachtingen te blijven voldoen. Ervaar jij dat zo? Kun je daar iets over vertellen?[eiser]: Ik leg de lat bij mezelf hoog. En als ze uit Amsterdam na het nieuws een reportage of interviewtjes willen, dan wil ik daaraan voldoen.[naam 1]: Dat is niet de lat hoog leggen, maar juist laag. Want je hebt de basisregels van de journalistiek geschonden, je hebt namen gefaket. In les 1 op de opleiding voor journalistiek heb je geleerd dat zoiets echt niet kan.[naam 3]: Je zegt nooit nee. En het lukt je altijd. Daarom ging ik twijfelen, want dat kan niet waar zijn. Dat lukt geen enkele verslaggever. Maar jou lukt het altijd. Dat kan niet. Durfde je wel nee te zeggen?[eiser]: Eigenlijk niet. Het mocht gewoon niet mislukken. Het niveau dat ik heb gehaald met [artikel 2] wilde ik gewoon elke keer weer herhalen.[naam 1]: [eiser], je weet dat we het hier hebben over frauderen?[eiser]: Ja.[naam 1]: Je bent uiteindelijk van af en toe faken naar heel veel artikelen faken gegaan?[eiser]: Niet een beetje: van nul tot dat wat jullie nu laten zien.(..)
10 november 2014. Trouw heeft [eiser] vrijdagavond per e-mail de lijst met
28 namen die zij gecontroleerd had gestuurd en verder de (niet online te vinden) artikelen waarin deze namen voorkwamen.
7 november 2014 aanwezig, en voorts [naam 7] (hoofdredacteur Trouw), [naam 8] (HR Trouw) en de gemachtigde van [eiser]. Tijdens het gesprek heeft [eiser] een uitgebreid schriftelijk verweer overhandigd aan Trouw. Daarin erkent [eiser] – samengevat – dat hij twee namen heeft gefingeerd zonder dat te vermelden, maar stelt hij voorts dat de overige 26 personen bestaan en dat hij ze heeft gesproken.
7 november 2014.
Vordering en verweer
Daarnaast vordert [eiser] Trouw te bevelen om binnen 72 uur na betekening van dit vonnis een kopie te verstrekken aan [eiser] van de digitale e-mailbestanden van zijn werk-e-mailaccount van 2014, op straffe van een dwangsom en om zich te onthouden van enige uitlating over het ontslag en het externe onderzoek, schriftelijk dan wel anderszins, waaronder begrepen mogelijk eerder gereedgekomen conclusies en aanbevelingen van de externe onderzoekers, en deze pas naar buiten te brengen dan wel daarover te publiceren nadat vonnis in deze zaak is gewezen, alles met veroordeling van Trouw in de proceskosten.
Beoordeling
JAR1996/217). Hieruit volgt dat het aan Trouw is om in het kader van deze procedure aannemelijk te maken dat zij [eiser] rechtsgeldig wegens een dringende reden heeft ontslagen, nu [eiser] dit betwist en zich op het standpunt stelt dat het ontslag nietig is.
“van nul tot dat wat jullie nu laten zien”,geen verschil gemaakt. [eiser] heeft ter zitting desgevraagd geen redelijke verklaring kunnen geven voor dit citaat.