Uitspraak
1.Tenlastelegging
bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht en als hier ingevoegd geldt.
2.Voorvragen
terwijl die/dat schoonmaakbedrijven/ schoonmaakbedrijf telkens (…) en/of de/het op die factu(u)r(en) vermelde goed(eren) en/of dienst(en) niet had(den) geleverd”. Uit het dossier volgt immers dat die diensten, te weten de schoonmaakwerkzaamheden, wèl zijn verricht, waardoor het verwijt voor dit deel van de tenlastelegging onduidelijk is. De bedoeling van de officier van justitie, zoals zij die ter terechtzitting heeft toegelicht, kan logischerwijs niet uit de tekst van de tenlastelegging volgen.
in het bijzijn van verdachte [verdachte] en de rechter-commissaris (hierna: RC) (…) door de rechercheurs [persoon 2] en [persoon 3] een dossier met mogelijk geheimhoudersstukken (is) nagekeken”. Vaststaat dat geheimhoudersstukken zijn bekeken, in beslag zijn genomen en nu nog steeds niet zijn geretourneerd, waarmee het te beschermen belang (om vrijelijk een geheimhouder te kunnen raadplegen zonder vrees van openbaarmaking) veelvuldig is geschonden.
die niet bestaande schoonmaakbedrijvende werkzaamheden niet hebben verricht. Daarmee is de tenlastelegging voldoende duidelijk en dus geldig.
die niet bestaande schoonmaakbedrijvende werkzaamheden niet hebben verricht. Verdachte had dit in redelijkheid ook zo kunnen begrijpen. Daarmee is de tenlastelegging voor dit bestreden gedeelte voldoende duidelijk en, overigens ook voor het overige, geldig.
Misbruik van bevoegdheden door de AI
- op 15 augustus 2008 telefonisch vordering inzage in de administratie van [bedrijf A], schriftelijk bevestigd;
- op 2 september 2008 telefonisch vordering administratie [bedrijf A], schriftelijk bevestigd;
- op 17 september 2008 mondeling vordering administratie [bedrijf A].
verzoekhad gehandeld. Hiermee zou mogelijk het recht niet te worden gedwongen mee te werken aan een eigen veroordeling, zijn geschonden. Eerst rijst echter de vraag of [verdachte] zich kan beroepen op enige onrechtmatigheid bij de verkrijging van de administratie. De vordering is immers niet aan hem maar aan [medeverdachte 3], als eigenaar van [bedrijf A], gedaan.
[bedrijf A] zorgt voor het schoonmaakpersoneel. De contactpersonen van [bedrijf A] zijn [medeverdachte 4] en [verdachte]”.
Ik heb geen mensen in loondienst voor mij werken. Het is een franchiseconstructie, het zijn allemaal zelfstandigen.”
De schoonmakers zijn in dienst van [bedrijf A]. Het zijn geen zelfstandig ondernemers. De eigenaar van [bedrijf A] is [verdachte].”
Ik werk nu 8 maanden bij schoonmaakbedrijf [bedrijf D]. Daarvoor was ik zelfstandig ondernemer met[bedrijf A]. Dit werkte niet omdat ik eigenlijk meer een katvanger was voor iemand anders.”
[medeverdachte 3] werkt bij schoonmaakbedrijf [bedrijf A]. Hij is mede-eigenaar. Zijn zakenpartner heet [verdachte].”
[verdachte] is een partner in het bedrijf. Dat is de boekhouder onder andere, hij doet de administratie.”
3.Waardering van het bewijs
schoonmaakbedrijf” gevolgd door de achternaam van de desbetreffende schoonmaker of schoonmaakster. Daaronder staat een korte omschrijving van de werkzaamheden met een totaalbedrag in euro’s inclusief èn exclusief BTW. Onderaan staat: “
storten op rekening nummer” of “
gaarne binnen 14 dagen betalen op” met daarbij een rekeningnummer. Geheel onderaan staan verdere gegevens van het betreffende schoonmaakbedrijf, waaronder een BTW-nummer.
- Had verdachte een rol binnen de genoemde bedrijven ([bedrijf A], [bedrijf C] en [bedrijf B]) en zo ja, welke?
- Wist verdachte dat de genoemde facturen vals waren en/of daarmee de gehanteerde constructie vals was?
De rol van verdachte binnen [bedrijf A]:
Wetenschap van valsheid
Beoordeling wetenschap valsheid
Overweging rechtbank
alleschoonmakers op gelijksoortige wijze als ‘schoonmaakbedrijf’ aan [bedrijf A] gefactureerd, terwijl in
geenvan die gevallen daadwerkelijk van een schoonmaakbedrijf sprake was. Verdachte was degene die al deze facturen opmaakte. Onder die omstandigheden kan het niet anders dan dat het verdachte is geweest van wie het gegeven dat al de schoonmakers een ‘schoonmaakbedrijf’ zouden hebben afkomstig is, of ten minste dat verdachte wist dat de schoonmakers in werkelijkheid geen schoonmaakbedrijf hadden, geen zelfstandige waren en dus dat de door hem gefabriceerde facturen vals waren. Hierbij weegt mee dat uit het dossier ook overigens geen objectieve omstandigheden naar voren komen die erop wijzen dat de schoonmakers zelfstandigen waren.
Conclusie rechtbank ten aanzien van de administratie van [bedrijf A] (feit 2)
4.Bewezenverklaring
van welke organisaties hij, verdachte, oprichter en leider is geweest;
andere facturen van voornoemde of andere schoonmaakbedrijven, in het proces-verbaal opgenomen onder DOC/264-15 en 16, DOC/266-8 en 9 en DOC/276-14 en 15, terwijl die schoonmaakbedrijven in werkelijkheid niet bestonden en de op die facturen vermelde diensten niet hadden geleverd, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende hij, verdachte, feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedragingen;
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
- Voor de periode tijdens zijn detentie kan verdachte niet verantwoordelijk worden gehouden.
- De SIOD had eerder kunnen ingrijpen, waardoor ook het nadeel navenant lager zou zijn uitgevallen.
- Ten aanzien van feit 4 en feit 5 geldt dat een enkele gedraging in meer feiten terecht is gekomen.
- Omdat de schoonmakers in feite een loonbelastingverklaring hebben afgelegd en omdat zij allen jaarlijks minder dan € 17.787 hebben verdiend, moet bij de berekening van het nadeel in plaats van het anoniementarief het laagste tarief van 10,85 procent worden toegepast.
- Verdachte heeft weinig aan de feiten verdiend; zo factureerde hij maandelijks voor minder dan € 950 aan [bedrijf A].
- Verdachte heeft 6 weken in voorarrest gezeten, waarvan 4 weken in beperkingen.
- De redelijke termijn is met 26 maanden overschreden.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feitelijk leidinggeven aan het medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, mede begaan door een rechtspersoon
gevangenisstrafvan
21 maanden.
[persoon 10]gedateerd 01-12-2007 [4] ;
[persoon 11]gedateerd 01-09-2007 [5] ;
[persoon 12]gedateerd 01-10-2007 [6] ;
[persoon 13]gedateerd 01-11-2007 [7] ;
[persoon 14]gedateerd 01-08-2007 [8] ;
[persoon 15]gedateerd 01-09-2007 [9] ;
[persoon 16]gedateerd 01-12-2007 [10] ;
[persoon 10]gedateerd 1-6-2007 t/m 1-11-2007 [12] ;
[persoon 11]gedateerd 1-11-2007 en 1-10-2007 [13] ; [persoon 11] gedateerd 1-07-2007 en 1-08-2007 [14] ;
[persoon 15]gedateerd 1-11-2007 en 1-10-2007 [15] ; [persoon 15] gedateerd 1-08-2007 en 1-05-2007 [16] ;
[persoon 19]gedateerd 01-12-2007 [17] ;
[persoon 13]gedateerd 01-10-2007 [18] ;
[persoon 20]gedateerd 1-09-2007 t/m 1-11-2007 [19] ; [persoon 20] gedateerd 1-07-2007 [20] ;
[persoon 21]gedateerd 1-05-2007 t/m 1-12-2007 [21] ;
[persoon 14]gedateerd 1-12-2007 [22] ;
[persoon 20]gedateerd 1-05-2007 t/m 1-12-2007 [23] ;
[persoon 18]gedateerd 1-05-2007 t/m 1-12-2007 [24] ;
[persoon 22]gedateerd 1-05-2007 t/m 1-12-2007 [25] ;
[persoon 16]gedateerd 1-05-2007 t/m 1-11-2007 [26] ;
[persoon 23]gedateerd 1-06-2007 en 1-08-2007 t/m 1-12-2007 [27] .
.Uit de online informatie van de KvK blijkt echter dat deze onderneming onbekend is.
.Uit de online informatie van de KvK blijkt echter dat deze onderneming onbekend is.
.Uit de online informatie van de KvK blijkt echter dat deze onderneming onbekend is.
.Uit de online informatie van de KvK blijkt echter dat deze onderneming onbekend is.
Een geschrift, zijnde een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 4 november 2008 (Doc/005-01, pag. 1855).
Een geschrift, zijnde een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 31 maart 2010 (Doc/171-01, pag. 2151).
Driemaal een geschrift, zijnde telkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. respectievelijk 9 juli 2009, 23 september 2009 en 14 januari 2010 (Doc/154, Doc/156 en Doc/1056-01, pag. 2128 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 4] d.d. 3 maart 2010 (V03-03, pag. 784 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 4] d.d. 11 maart 2010 (V03-04, pag. 789 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 4] d.d. 12 maart 2010 (V03-05, pag. 798 e.v.).
Een proces-verbaal ter terechtzitting van 19 april 2013, 22 april 2013 en 26 april 2013, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 4] als verdachte en getuige.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 16 oktober 2009 van de RC (pag. 698 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 14 oktober 2009 (V01-02, pag. 704 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 15 oktober 2009 (V01-03, pag. 709 e.v.).
Een geschrift, zijnde een rapport van bevindingen van de AI d.d. 13 okt 2008, als bijlage bij AMB/098.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 december 2009 (AMB/056, pag. 504 e.v).
Een geschrift, zijnde een schriftelijke verklaring van [verdachte] d.d. 20 maart 2012, als bijlage bij het verhoor van [verdachte] bij de RC d.d. 22 maart 2012.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 14 oktober 2009 (V05-03, pag. 881 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] d.d. 8 februari 2010 (V20-01, pag. 1036 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] d.d. 9 februari 2010 (V20-02, pag. 1042 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] d.d. 9 februari 2010 (V20-04, pag. 1057 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] d.d. 10 februari 2010 (V20-05, pag. 1062 e.v.).
Een proces-verbaal ter terechtzitting van 19 april 2013, 22 april 2013 en 26 april 2013, inhoudende de verklaring van [verdachte] als verdachte en getuige.
een VAR-verklaring is handig, maar niet noodzakelijk”. Ik kreeg vervolgens een administratieve taak. Ik heb contact gehouden met de hotels en met de schoonmakers en ik heb de administratie aangeleverd aan [medeverdachte 5]. (…)
dan gaan we daarmee opstarten”. Zo is het tot stand gekomen. Ik heb altijd alles netjes op papier gezet. Ik wist van de voorwaarden voor de zzp-constructie. (…) Ik had wel eens wat contact met schoonmakers, maar [medeverdachte 1] had dat vooral. Wij hebben erop gelet of zij capabel waren om het werk te doen. Dat heeft mijn nichtje ook gedaan. (…)
Een proces-verbaal ter terechtzitting van 19 april 2013, 22 april 2013 en 26 april 2013, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 5] als verdachte en getuige.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [persoon 26] d.d. 29 oktober 2009 (G04-01, pag. 1121 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 26 oktober 2009 (G06-01, pag. 1131 e.v.).
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 26 oktober 2009 (G09-01, pag. 1161 e.v.).