Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
[eiser sub 6],
[eiser sub 7],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 juli 2014, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende een conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 30 oktober 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de wijziging van eis in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 21 februari 2014, waarin de wijziging van eis in conventie, de toelichting op die eiswijziging in conventie en de bijbehorende producties als een conclusie van repliek in conventie is aangemerkt,
- de conclusie van dupliek in conventie, conclusie van repliek in reconventie, met producties,
- de akte uitlaten producties alsmede conclusie van dupliek in reconventie, met producties,
- de akte uitlaten producties zijdens [gedaagde],
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie, gehouden op 20 juni 2014.
2.De feiten
“(…)
€ 1.945.000,00.
Verkoper beschikt evenmin over informatie dat een huurder voornemens heeft daartoe.
Mededelingsplicht
Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst alsmede uit de op heden getekende overeenkomst met betrekking tot(…)
“portefeuille B” zal laatstgenoemde een waarborgsom ten belope van(…)
€ 150.000,00 voldoen uiterlijk op15 augustus 2011(…).
Voormelde betaling aan verkoper zal worden verrekend met voormelde koopprijs op de datum van levering van het verkochte via de nota van afrekening van de notaris; over de betaling wordt door verkoper geen rente vergoed aan koper.
Koper verklaart volledig bekend te zijn met het verkochte en aanvaardt het verkochte “as it is”.
- Deze overeenkomst is onlosmakelijk verbonden met de door verkoper aan koper verkochte “portefeuille B”, zoals neergelegd in een separate overeenkomst de dato heden en zoals aan partijen genoegzaam bekend;
- Koper is en blijft (hoofdelijk) aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen voortvloeiende uit onderhavige overeenkomst alsmede voormelde overeenkomst “portefeuille B” tot aan de datum van levering van het verkochte en van “portefeuille B”.
- Met ingang van 1 juli 2011 voert koper het actieve beheer over het verkochte, met uitzondering van de huuradministratie (inclusief het innen van huren) welke tot de datum van levering van het verkochte door verkoper wordt verzorgd.
“(…)
De koopprijs voor het verkochte bedraagt:(…)
€ 2.205.000,00.
Betaling en verrekening
De baten en lasten van het verkochte zijn met ingang van de dag van het ondertekenen van de leveringsakte voor rekening van koper.De tot en met de dag van het ondertekenen van de leveringsakte opeisbare huren dienen tot dan door verkoper en voor diens risico te worden geïnd.
Waarborg
tevens zijn per die datum[de datum van levering, rb]
alle lasten en baten voor rekening van koper;
€ 335.000,00 voldoen op de kwaliteitsrekening van de notaris, waarbij verkoper gehouden is uiterlijk op 4 mei 2012 de reeds door haar van koper ontvangen gelden ad(…)
€ 150.000,00 naar de kwaliteitsrekening van de notaris terug te storten als onderdeel van vorenbedoelde waarborgsom.(…)”
“(…)
De waarborgsom ad € 335.000, zoals omschreven in de aanvullende overeenkomst getekend op 4 mei 2012, zal gelden als betaling van de koopsom van portefeuille A, indien portefeuille B niet afgenomen gaat worden. Indien portefeuille B wordt geleverd, dan dient de betaling ad € 335.000 in mindering te worden gebracht, althans verrekend, op de koopsom van portefeuille B.(…)”
“(…)
€ 1.987.500,00
voor wat betreft een bedrag van(…)
€ 335.000,00 uiterlijk op heden door storting op een rekening van Buma | Algera Notariaat, ter uitbetaling aan verkoper;verkoper is gehouden genoemd bedrag(…)
aan te wenden voor de aflossing van de geldlening waarmee het verkochte hypothecair is belast(…)
Artikel 7
Ingeval van het in vervulling gaan van één der(…)
ontbindende voorwaarden is koper aan verkoper ten titel van boete verschuldigd een direct opvorderbaar bedrag van vijftigduizend euro(…)
, onverminderd het bepaalde in artikel VI van het koopcontract in verband met schadevergoeding.
De ontbinding werkt terug tot het moment van aangaan van de overeenkomst.
“(…)
Aanbetaling koopprijs door koper aan verkoper Te betalen: € 335.000,00
3.Het geschil
in conventie
subsidiair: indien de vordering onder V wordt afgewezen, betaling van € 6.442,21 aan kosten portefeuille B;
4.De beoordeling
in conventie
- een e-mail van de advocaat van [gedaagde] aan [naam 1] van 20 juni 2012, waarin hij onder meer schrijft: “
- een e-mail van [naam 1] aan [gedaagde] van 21 juni 2012, waarin hij onder meer schrijft: “
Op de begane grond, was voorheen, een winkel gevestigd maar inmiddels heeft mijnheer het geheel in gebruik genomen als woning.(…)”
huurovereenkomst bedrijfsruimte
dat plaatselijk bekend is als woon-winkel ruimte [adres 5](…)
1. Eigen gebruik
Op basis van de geraadpleegde informatiebronnen(…)
en zijn plaatselijke kennis acht de taxateur onder meer de volgende waardebeïnvloedende bijzonderheden vermeldenswaardig:
Het object is bestemd voor gebruik als : parterre (bedrijfscontract doch wordt
De kosten voor portefeuille B bestaan volgens [eisers gezamenlijk] uit € 2.328,93 aan onroerende zaakbelasting en rioolheffing alsmede uit € 334,27 aan Waterschapsbelasting met betrekking tot portefeuille B, beiden over de periode vanaf 21 januari 2013. Aangezien de ontbindende voorwaarde is vervuld op 21 januari 2013 en vanaf dat moment de ontbinding is ingeroepen, komen de kosten met betrekking tot portefeuille B vanaf die datum voor rekening van [gedaagde]. [gedaagde] heeft hiertegen geen, althans onvoldoende, verweer gevoerd.
Ten aanzien van de gederfde huur [adres 2] heeft [eisers gezamenlijk] wel een nadere onderbouwing gegeven. Hij stelt dat [gedaagde] € 1.200,00 teveel in rekening heeft gebracht aan gederfde huur vanaf 1 juli 2011, omdat de latere levering van [adres 2] dan oorspronkelijk overeengekomen aan haar te wijten was. Deze onderbouwing is echter onvoldoende. Zo is onduidelijk waarop het door [gedaagde] in rekening gebrachte bedrag aan gederfde huren zag, of [eisers gezamenlijk] die bedragen ook heeft betaald en welke datum van levering voor [adres 2] oorspronkelijk was overeengekomen. Daar komt bij dat [gedaagde] gemotiveerd heeft betwist dat de latere levering aan haar te wijten was. [eisers gezamenlijk] heeft hierop zijn stellingen niet nader toegelicht, hetgeen wel op zijn weg had gelegen.
Dat het bedrag van € 335.000,00 in de nota van afrekening van portefeuille B (zie 2.13) staat opgenomen als “aanbetaling koopprijs”, maakt het voorgaande niet anders. De nota van afrekening dateert van 18 mei 2012 en moet daarom ook worden bezien in het licht van het feit dat koopovereenkomst B en de levering onder ontbindende voorwaarden is geschied. Dat de betaling van de koopprijs op dat moment werd gekwalificeerd als “aanbetaling koopprijs” van portefeuille B doet er daarom niet aan af dat partijen zijn overeengekomen dat die kwalificatie anders zou worden, indien portefeuille B door vervulling van een van de ontbindende voorwaarden niet zou worden afgenomen.
Onweersproken is gebleven dat in de voornoemde periode waterschade is ontstaan aan het pand aan de [adres 6] en dat [eisers gezamenlijk] de gestelde herstelkosten heeft gemaakt. [gedaagde] heeft verder niet weersproken dat zij het bedrag van de herstelkosten van haar verzekeraar uitgekeerd heeft gekregen. Zij dient daarom het bedrag van € 481,88 aan [eisers gezamenlijk] te vergoeden.
Het gevorderde bedrag aan gederfde huur zal echter worden afgewezen. Gederfde huur is geen vrucht als bedoeld in artikel 3:120 lid 1 BW. Bovendien heeft de waterschade zich eerst voorgedaan nadat portefeuille B voorwaardelijk aan [eisers gezamenlijk] was geleverd, zodat hij vanaf dat moment degene was die de bijbehorende risico’s (zoals een niet-betalende huurder) voor zijn rekening diende te nemen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt dan ook niet in te zien waarom [gedaagde] de gederfde huur aan [eisers gezamenlijk] dient te vergoeden.
[naam 1] krijgt zijn couyrtage ad 40.000.- E”. Reeds op grond hiervan kan [gedaagde] niet worden gevolgd in haar stelling dat van de overeengekomen courtage is afgezien.
Voorschot portefeuille B (3.1 onder IX) € 75.000,00
5.De beslissing
4 februari 2015voor uitlaten doorhaling dan wel voortprocederen,