Uitspraak
RECHTBANK ‘s GRAVENHAGE
RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK,
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 oktober 2012 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 26 juni 2013, waarin de comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 november 2013 en de daarin genoemde –voorafgaande aan de zitting ontvangen – gedingstukken, alsmede de overgelegde pleitnota;
- de brief van mr. Aantjes van 10 december 2013, naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
fair trialen
equality of arms. [eiser] licht dit als volgt toe. Hoewel partijen in een civiele procedure er in beginsel geen aanspraak op kunnen maken dat hun wederpartij zich in ongeveer gelijke of weinig gunstiger financiële omstandigheden bevindt als zijzelf, is onder bijzondere omstandigheden denkbaar dat de Staat in strijd handelt met deze bepaling door ongelimiteerd in de kosten van rechtsbijstand van één partij te voorzien, terwijl de andere partij die kosten zelf moet dragen, aangezien aannemelijk is dat de Staat nu eenmaal (aanzienlijk) meer middelen ter beschikking staan dan andere procespartijen. Dit geldt in het bijzonder indien die andere partij een natuurlijk persoon is. Onder bijzondere omstandigheden, zo stelt - nog steeds - [eiser], levert de vergoeding door de Staat van de proceskosten van één partij strijd op met de beginselen van een eerlijk proces. Dit zal zich eerder voordoen naarmate de Staat zelf minder betrokken is bij een geschil en geen of slechts een zeer beperkt eigen belang heeft bij de uitkomst van een bepaald geding. Die omstandigheid doet zich hier voor. Het bekostigen van een zaak als deze met gemeenschapsgeld is volgens [eiser] bovendien in strijd met het algemeen belang. De proceskosten van [naam 3] bedroegen in eerste instantie reeds ruim € 60.000,- en zonder financiering van zijn kosten voor rechtsbijstand door de Staat zou [naam 3] deze procedure niet zijn begonnen, aldus [eiser].
fair trialniet is geschonden. Ook is er geen sprake van een schending van het beginsel van
equality of arms. Een eventueel machtsverschil tussen partijen speelt geen (beslissende) rol. De Staat had, anders dan [eiser] stelt, juist wel een belang bij de uitkomst van de procedure, te weten het beschermen van de integriteit van de rechtspraak in het algemeen belang en die van [naam 3] in het bijzonder en het belang om als werkgever van [naam 3] hem bij te staan in de procedure. Aldus de Staat.
fair trialen
equality of armsheeft gehandeld door de kosten van rechtsbijstand van [naam 3] in de procedure tegen [eiser] te financieren, omdat zij daarmee eraan heeft bijgedragen dat die procedure niet eerlijk is verlopen.
€ 904,00(2 punten × tarief € 452,00)