Uitspraak
RECHTBANK ‘s GRAVENHAGE
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 oktober 2012 met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie en vordering ex artikel 233 Rv van de zijde van [gedaagde] met producties;
- het tussenvonnis van 24 juli 2013, waarin de comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 november 2013 en de daarin genoemde –voorafgaande aan de zitting ontvangen – gedingstukken, alsmede de overgelegde pleitnota;
- de brief van mr. Aantjes van 10 december 2013, naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie.
2.De feiten
in conventie, in het incident en in reconventie
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie, in het incident en in reconventie
Het hier overwogene neemt niet weg dat het voeren van telefoongesprekken als in de subpassage bedoeld risico’s mee brengt voor de (objectieve) partijdigheid en onafhankelijkheid van de rechter. De stelling dat dergelijke gesprekken gevoerd zijn, kan weliswaar bij de lezer (..) de gedachte oproepen dat dit risico zich ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd, maar die enkele mogelijkheid maakt de uiting nog niet onrechtmatig”.
fair trialen
equality of armsdoordat de proceskosten van [gedaagde] door de Staat werden vergoed.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)
452,00(2 punten× factor 0,5 × tarief € 452,00)