Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 mei 2013 met producties;
- de conclusie van antwoord met een productie;
- het tussenvonnis van 21 augustus 2013 waarbij de zaak is verwezen naar de rol voor repliek;
- de conclusie van repliek met een productie;
- de conclusie van dupliek;
- de akte overlegging producties van de Stichting van 4 juni 2014 met producties;
- de ter zitting van deze rechtbank op 4 juni 2014 gehouden pleidooien en het van die zitting opgemaakte proces-verbaal;
- de (fax)brief van mr. Haasjes van 26 juni 2014 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
- [bedrijf 3], [bedrijf 4], [bedrijf 5] en [bedrijf 6] waren slechts opgezet met één doel: de (indirecte) verwerving van een specifiek vastgoedproject; de beherend vennoten van de C.V.’s hadden slechts recht op een eenmalige beheersvergoeding, te betalen direct na plaatsing van de participaties. Bij elk van [bedrijf 3], [bedrijf 4], [bedrijf 5] en [bedrijf 6] zouden dus in de beginfase slechts twee betalingen plaatsvinden: één grote overboeking ter verwerving van de aandelen van de vennootschap waarin het vastgoedproject was ondergebracht en één – in omvang relatief geringe – overboeking naar de beherend vennoot. Dit alles blijkt glashelder uit de prospectussen, c.q. informatiememoranda. De rekeningafschriften van de entiteiten laten echter een heel ander patroon zien. De binnenkomende bedragen zijn de door de Participanten ingelegde bedragen. Die inleg wordt vervolgens voor een groot deel aan de rekening onttrokken door een aantal grote afschrijvingen naar de rekening van [bedrijf 2] en (dus) niet aangewend voor de investering die de Participanten in het prospectus is voorgehouden. Afgezien van de contractueel vastgelegde
- ABN AMRO faciliteerde zowel de rekeningen van [bedrijf 3], [bedrijf 4], [bedrijf 5] en [bedrijf 6] als van de begunstigde partij [bedrijf 2] en had dus inzicht in de geldstromen;
- [bedrijf 2] verrichtte de gewraakte betalingen als bestuurder van de beherend vennoten (of liet deze verrichten) ten gunste van haar eigen bankrekening;
- de rol van de oud-regiodirecteur [naam 2] die als bestuurder van [bedrijf 2] mede verantwoordelijk was voor de ongebruikelijke overboekingen: [naam 2] boezemde vanwege zijn verleden als medewerker en uiteindelijk regiodirecteur bij de bank vertrouwen in bij de Participanten en dat wist de bank althans behoorde zij in ieder geval te begrijpen.
4.De beoordeling
red flag”).
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452)