ECLI:NL:RBAMS:2014:8259

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2014
Publicatiedatum
8 december 2014
Zaaknummer
13-701582-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot doodslag en veroordeling voor openlijke geweldpleging tijdens voetbalwedstrijd

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 december 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en openlijke geweldpleging tijdens een voetbalwedstrijd op 7 april 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn teamgenoot betrokken waren bij een gewelddadig voorval waarbij een tegenstander, [persoon 1], werd geschopt. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de voetballer door twee tegenstanders tegen het hoofd was geschopt, niet kon worden vastgesteld met welke kracht dit was gebeurd. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig en de verwondingen van [persoon 1] waren relatief mild, wat leidde tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor poging tot doodslag of zware mishandeling. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van deze beschuldigingen.

Echter, de rechtbank achtte de openlijke geweldpleging wel bewezen. De verdachte had samen met anderen openlijk geweld gepleegd tegen [persoon 1] en [persoon 2] tijdens de wedstrijd. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van drie maanden op voor deze openlijke geweldpleging. De rechtbank overwoog dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en dat zijn gedrag als een incident moest worden beschouwd, maar dat het geweld tegen een weerloze speler zeer kwalijk was. De rechtbank besloot tot een lagere straf dan door de officier van justitie was geëist, omdat poging tot doodslag niet bewezen was verklaard. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen omdat deze niet was aangevuld met schadebedragen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/701582-13
Datum uitspraak: 10 december 2014
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[GBA-adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 november 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. M.E. Woudman, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J.P. Plasman, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 07 april 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [persoon 1]
van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [persoon 1] een of meermalen (met kracht) (met geschoeide voet) op/tegen het hoofd heeft geschopt en/of getrapt
artikel 287/302 juncto 45 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 07 april 2013 te Amsterdam met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of een of meer andere personen (spelers van voetbalvereniging [voetbalvereniging 1]), welk geweld bestond uit
- het duwen en/of trekken op/tegen/aan het lichaam van die [persoon 1] en/of een of meer andere personen (spelers van voetbalvereniging [voetbalvereniging 1]) en/of
- het een of meermalen trappen en/of schoppen op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [persoon 1] en/of
- het een of meermalen trappen en/of schoppen en/of slaan en/of stompen op/tegen de benen en/of armen en/of rug en/of het lichaam van die [persoon 1] en/of
- het (met gebalde vuist) slaan en/of stompen op/tegen het gezicht van die [persoon 2]
;
artikel 141 Wetboek van Strafrecht.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, kort samengevat, dat ten aanzien van het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit poging tot doodslag kan worden bewezen.
De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit.
4.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit, kort samengevat, dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.3
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit
De rechtbank acht, met de raadsman en anders dan de officier van justitie, het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier kan worden bewezen dat verdachte en zijn teamgenoot [teamgenoot] hun tegenspeler [persoon 1] hebben getrapt en dat [persoon 1] daarbij tegen het hoofd is geraakt.
Deze enkele vaststelling is echter onvoldoende om opzet op het veroorzaken van de dood van [persoon 1] of opzet op het aan hem toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen te achten. Daarvoor is onder meer vereist dat kan worden vastgesteld dat met kracht tegen het hoofd is getrapt. Het dossier biedt op dit punt onvoldoende duidelijkheid. In dit verband is van belang dat de verklaringen van de getuigen ten aanzien van het trappen door verdachte en [teamgenoot] niet geheel met elkaar overeenkomen.
Ook acht de rechtbank van belang dat het vastgestelde - relatief geringe - letsel aan het hoofd van [persoon 1] er niet zonder meer op wijst dat met kracht (met een voetbalschoen) tegen zijn hoofd is getrapt.
Bewezenverklaring ten aanzien van het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
op 7 april 2013 te Amsterdam met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [persoon 1] en [persoon 2] en een of meer andere personen (spelers van voetbalvereniging [voetbalvereniging 1]), welk geweld bestond uit
- het duwen en/of trekken op/tegen/aan het lichaam van die [persoon 1] en een of meer andere personen (spelers van voetbalvereniging [voetbalvereniging 1]) en
- het een of meermalen trappen en/of schoppen op/tegen het hoofd van die [persoon 1] en
- het een of meermalen trappen en/of schoppen en/of slaan en/of stompen op/tegen de benen en armen en rug en/of het lichaam van die [persoon 1] en
- het (met gebalde vuist) slaan en/of stompen op/tegen het gezicht van die [persoon 2].

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de hierna vermelde feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Verklaringen van verdachten [verdachte] en [teamgenoot]
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 10 april 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
- Ik werd getackeld door die nummer 9. Het was een harde tackel. Ik stond op en liep naar hem toe.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [teamgenoot] d.d. 10 april 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte [teamgenoot], zakelijk weergegeven:
  • [verdachte] is een neef van mij.
  • Ik zag dat hij naar die nummer 9 liep.
  • Ik ben toen het veld ingekomen.
  • De op de grond liggende speler stond een beetje op.
  • Ik raakte hem met mijn rechtervoet.
Verklaringen van aangevers bij de politie
Een proces-verbaal met nummer PL134H 2013083832-23 van 7 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [persoon 3] (doorgenummerde pag. 29-31).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [persoon 1], zakelijk weergegeven:
  • Op 7 april 2013 werd op de [adres] te Amsterdam openlijke geweldpleging tegen personen gepleegd.
  • Ik ben lid van de voetbalclub [voetbalvereniging 1].
  • Wij hadden vandaag een wedstrijd tegen [voetbalvereniging 2].
  • Ik heb een overtreding gemaakt op een speler van [voetbalvereniging 2].
  • Op dat moment lag ik op de grond. Ik zag dat een aantal spelers van [voetbalvereniging 2] op mij af vloog. Ik zag ook dat er spelers van de reservebank het veld op kwamen rennen.
  • Ik zag en voelde dat diverse jongens van de tegenpartij mij schopten waar zij mij raken konden. Ik voelde op bijna alle lichaamsdelen dat ik geschopt werd. Ik voelde veel pijn tegen mijn hoofd, benen, armen en rug.
  • Ik heb twee armen en vuisten boven mijn hoofd gehouden. Ik heb op deze manier veel klappen kunnen opvangen.
  • Ik ben naar het ziekenhuis gegaan om mij na te laten kijken. Ik zal u de letselbrief uit het ziekenhuis overhandigen.
Een proces-verbaal met nummer PL134H 2013083832-1 van 7 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [persoon 4] (doorgenummerde pag. 39-41).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van[persoon 2], zakelijk weergegeven:
  • Op 7 april 2013 werd op de [adres] te Amsterdam een eenvoudige mishandeling gepleegd.
  • Ik ben speler van voetbalvereniging [voetbalvereniging 1] te Amsterdam. Vandaag hadden wij een wedstrijd tegen [voetbalvereniging 2] in Amsterdam.
  • Ergens in de wedstrijd werd er door [persoon 1] een harde overtreding gemaakt.
  • Nadat [persoon 1] die sliding had gemaakt lag hij dus op de grond. Ik zag vervolgens dat enkele spelers van [voetbalvereniging 2] maar [persoon 1] toerenden en hem vervolgens trapten. Ik zag dat zij [persoon 1] tegen zijn bovenlichaam en hoofd aan trapten.
  • Ik liep naar [persoon 1] toe.
  • Ik boog mij vervolgens over [persoon 1] heen om hem te beschermen.
  • Vervolgens zag ik in mijn ooghoek een speler aan komen rennen. Ik zag dat deze speler zijn rechterarm naar achteren boog en mij vol tegen de linkerkant van mijn oog/wang sloeg.
  • Ik zag dat er bloed uit mijn oog/wang kwam.
  • Ik ben naar het Slotervaartziekenhuis gegaan.
  • Ik zal u straks een kopie van mijn letselverklaring overhandigen.
Letselverklaringen
Een geschrift, zijnde een geneeskundige verklaring van de arts-assistent [naam], d.d. 7 april 2013 (doorgenummerde pag. 35-36).
Deze verklaring houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
  • De heer [persoon 1] zagen wij op 07-04-2013 op de Spoed Eisende Hulp van het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam.
  • Conclusie: multipele contusies na mishandeling, hematoom bovenarm links
  • Onderzoek: schaafwond achterhoofd links achter het oor, rug: linkerzijde 2 schaafwonden, bovenarm links: hematoom laterale zijde, drukpijn, asdrukpijn, enkel rechts: hematoom en zwelling laterale malleolus, drukpijn laterale malleolus, tibia rechts: distale tibia hematoom, zwelling, drukpijnlijk.
Een geschrift, zijnde een geneeskundige verklaring van de arts-assisten [naam], d.d. 7 april 2013 (doorgenummerde pag. 46-47).
Deze verklaring houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
  • De heer [persoon 2] zagen wij op 07-04-2013 op de Spoed Eisende Hulp van het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam.
  • Conclusie: wond zygoma na mishandeling
  • Onderzoek: snijwond van 3 cm wijkend over zygoma links, hematoom onder oog links
Verklaring van getuige bij de politie
Een proces-verbaal met nummer 2013083832-18 van 7 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [persoon 5] (doorgenummerde pag. 61-63).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [getuige 1], afgelegd op 7 april 2013, zakelijk weergegeven:
  • Vanmiddag speelden wij een voetbalwedstrijd uit tegen [voetbalvereniging 2]. Ik ben aanvoerder van het 1e team van [voetbalvereniging 1].
  • Op een gegeven moment werd er een grove overtreding op onze spits gemaakt, waarna hij ook een grove overtreding met een sliding maakte. Op dit moment werd hij door de spelers van [voetbalvereniging 2] belaagd. De spelers van [voetbalvereniging 2] die op de bank zaten renden ook het veld op. Om onze spits heen stonden veel spelers van [voetbalvereniging 2]. Ik zag dat een aantal van hen schoppende bewegingen maakte naar onze spits.
  • Ik zag dat onze nummer 14 een bloedende wond in zijn gezicht had.
Verklaringen van getuigen bij de rechter-commissaris
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 3 juli 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 2], zakelijk weergegeven:
  • De overtreding van [persoon 1] vond aan mijn kant van het veld plaats.
  • [persoon 1] kwam door de overtreding die hij maakte zelf op de grond te liggen. De jongen op wie de overtreding werd gemaakt kwam ook op de grond.
  • Ik zag, althans het eerste dat ik mij nu nog kan herinneren, was dat nummer 5 van de tegenstander tegen het hoofd van [persoon 1] begon te trappen.
  • [persoon 1] lag op de grond en beschermde met zijn armen zijn hoofd. Ik zag dat [persoon 1] geraakt werd.
  • Op het moment dat [persoon 1] werd geschopt werd hij van meerdere kanten belaagd.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 3 juli 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 3], zakelijk weergegeven:
  • Ik draaide mij om en zag eigenlijk onmiddellijk verschillende jongens op [persoon 1], die op de grond lag, afrennen. Ik zag op dat moment dat [persoon 1] al getrapt werd.
  • Met zijn handen en armen beschermt hij zijn hoofd tegen de trappen.
  • Ik zag dat die nummer 5 twee keer trapte richting het hoofd van [persoon 1]. Ik heb zelf gezien en weet 100 % zeker dat die eerste trap het hoofd van [persoon 1] raakte. De tweede trap kan tegen de hand of arm van [persoon 1] zijn beland maar volgens mij raakte ook die tweede trap het achterhoofd.
  • [persoon 2] was geslagen.
  • Van nummer 11 heb ik gezien dat hij op de groep afrende.
  • Ik zag toen dat die jongen met een soort trap in die groep vloog.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 3 juli 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 4], zakelijk weergegeven:
  • Ik zag dat een jongen met een bepaalde snelheid richting [persoon 1] rende en hem, terwijl hij op de grond lag, een schop uitdeelde.
  • Ik zag dat een jongen met snelheid op [persoon 2] afliep en heel hoog sprong en vervolgens [persoon 2] een vuistslag in het gezicht gaf.
  • Ik zag op een gegeven moment dat [persoon 2] een wond had.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 15 oktober 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 5], zakelijk weergegeven:
  • Ik speelde die dag als linksbuiten bij [voetbalvereniging 2]. Ik heb gezien dat er een overtreding werd gemaakt op een medespeler. Dat ging best hard.
  • Beide spelers kwamen ten val op de grond te liggen. Waarschijnlijk was mijn teamgenoot zo boos over de overtreding dat hij opstond en degene die de overtreding had gemaakt een schop gaf.
  • De jongen die de tegenstander na de overtreding schopte, was nr. 5. Hij heet volgens mij [verdachte].
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 15 oktober 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 6], zakelijk weergegeven:
  • Ik kan mij herinneren dat [persoon 1] een zware overtreding maakte.
  • Ik zie dat er een speler van de tegenstander in de richting van [persoon 1] rent.
  • Ik zag dat die jongen tegen het hoofd van [persoon 1] aan trapte.
  • Nadat die jongen [persoon 1] had getrapt, liep hij om hem heen en gaf hem nog een schop tegen het hoofd. Ik zag ook dat hij nog een keer tegen het lichaam van [persoon 1] aan schopte. [persoon 1] probeerde zich na die eerste trap te beschermen door zijn armen om zijn hoofd te slaan.
  • Toen werd het heel chaotisch. Er kwamen jongens die [persoon 1] ook wilden trappen.
  • Ik heb toen gezien dat er nog een jongen [persoon 1] tegen het hoofd heeft geschopt.
  • Het is een jongen die klein van stuk is. Hij was ook gewisseld en zat op de bank. Hij rende als gewisselde speler het veld in om [persoon 1] tegen het hoofd te trappen en dat lukte hem ook.
  • Ik heb gezien dat [persoon 2] gewond was.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 28 november 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 7], zakelijk weergegeven:
  • [verdachte] en [teamgenoot] zijn goede vrienden van mij. Wij spelen allemaal in het eerste team van [voetbalvereniging 2]. Ik was op 7 april 2013 ook bij de wedstrijd.
  • De nummer 9 van de tegenpartij gaf [verdachte] een heel harde schop.
  • [verdachte] stond op en uit een reflex begonnen [verdachte] en de nummer 9 aan elkaar te trekken en te duwen. De nummer 9 kwam toen op de grond terecht. Het werd een rommelige situatie waarbij zeker 10 mensen aan elkaar begonnen te duwen en trekken.
  • [teamgenoot] kwam aanrennen.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 28 november 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige 8], zakelijk weergegeven:
  • Ik ken [verdachte] goed.
  • [teamgenoot] ken ik ook.
  • Ik kan mij in hoofdlijnen herinneren wat er is gebeurd tijdens de wedstrijd op 7 april 2013.
  • [verdachte] werd zwaar neergehaald door iemand van de tegenpartij. Het was een harde sliding.
  • Ik zag dat [teamgenoot] er snel naar toe ging.
  • Ik zag dat hij met zijn voet tegen het hoofd van die jongen kwam.
  • [teamgenoot] was van de bank afgekomen waar hij als wissel stond.
Overig bewijs
Een geschrift, te weten een wedstrijdformulier veldvoetbal met betrekking tot de wedstrijd [voetbalvereniging 2]-[voetbalvereniging 1], datum 7-4-2013.
Dit geschrift bevat onder meer de volgende informatie:
  • Thuisclub [voetbalvereniging 2], rug nr. 5, [verdachte]
  • Thuisclub [voetbalvereniging 2]., rug nr. 11, [teamgenoot]
  • Bezoekers, rug nr. 14, [persoon 2]
  • Bezoekers, rug nr. 9, [persoon 1].

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde en door hem bewezen geachte poging tot doodslag zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest.
De rechtbank overweegt als volgt.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De openlijke geweldpleging is gevolgd op een grove overtreding gemaakt op verdachte. Dat verdachte hierop heeft gereageerd richting de speler die de overtreding maakte en dat zijn teamgenoten hem hierbij hebben bijgestaan, is, gelet op de emoties die, zeker na het maken van een grove overtreding, nu eenmaal naar boven komen tijdens een voetbalwedstrijd, weliswaar niet handig maar evenmin onbegrijpelijk. Was het bij een opmerking en een duwtje van verdachte gebleven, dan was het strafrecht niet in beeld gekomen. Het is echter volledig uit de hand gelopen waarbij twee spelers van de tegenpartij, onder wie de speler die de overtreding op verdachte had gemaakt, letsel hebben opgelopen. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij hieraan een bijdrage heeft geleverd, waarbij vooral het toegepaste geweld tegen een speler die weerloos op de grond lag een en ander zeer kwalijk maakt.
De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Verder blijkt uit de door de reclassering verstrekte informatie onder meer dat verdachte zijn leven goed op orde heeft en dat niet eerder sprake is geweest van (excessief) agressief gedrag, welke bevindingen overeenkomen met de indruk die de rechtbank ter terechtzitting van verdachte heeft gekregen.
Gezien het voorgaande gaat de rechtbank, met de reclassering, er vanuit dat de openlijke geweldpleging door verdachte als een incident moet worden aangemerkt.
De landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, vastgesteld door het Landelijk Overleg Vak Inhoud Strafrecht vermelden voor openlijke geweldpleging, enig lichamelijk letsel ten gevolge hebbend, waarvan naar het oordeel van de rechtbank in dit geval sprake is, een gevangenisstraf van drie maanden.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur passend.
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, poging tot doodslag niet bewezen. Gelet hierop bestaat aanleiding om bij de straftoemeting aanzienlijk naar beneden af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [persoon 1]
De rechtbank stelt vast dat [persoon 1] (onder meer) in de zaak van verdachte op 24 april 2013 een vordering benadeelde partij heeft ingediend.
heeft bij het indienen van de vordering geen schadebedragen vermeld.
In een schriftelijke toelichting van 17 april 2013 op de vordering heeft hij verklaard dat hij zodra hij over facturen beschikt dan wel zijn schade concreet kan maken, de vordering aan zal vullen met de schadebedragen.
Nu [persoon 1] de vordering tot op heden niet heeft aangevuld met de schadebedragen is de rechtbank van oordeel dat zij geen beslissing kan nemen op de vordering.
Hierbij merkt de rechter op dat de benadeelde partij de (aangevulde) vordering alsnog bij de civiele rechter kan aanbrengen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.3 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Salomon, voorzitter,
mrs. S. van Eunen en E.J. Weller, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.R. Eijsten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 december 2014.