In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 oktober 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en iBlue Makelaars B.V. [eiser] was sinds 20 april 2010 in dienst bij iBlue en meldde zich op 16 mei 2014 ziek met een schouderblessure. Op 23 mei 2014 meldde hij zich beter via WhatsApp, maar iBlue weigerde hem op het werk toe te laten zonder een hersteldverklaring van een arts. [eiser] vorderde in kort geding dat iBlue hem weer tot het werk zou toelaten en dat achterstallig loon zou worden betaald. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 oktober 2014, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten.
De rechter oordeelde dat een werknemer die zich na ziekte beter meldt, door de werkgever moet worden toegelaten tot het werk, tenzij er gegronde redenen zijn om aan de hersteldmelding te twijfelen. iBlue had geen bewijs geleverd dat [eiser] door een bedrijfsarts was opgeroepen, en de rechter concludeerde dat iBlue onterecht had geweigerd om [eiser] toe te laten tot het werk. De vordering tot wedertewerkstelling werd toegewezen, evenals een bedrag van € 1.103,96 aan achterstallig loon en € 200,00 aan reiskostenvergoeding. De vordering tot afgifte van loonstroken werd afgewezen, omdat dit niet bindend was in kort geding.
In reconventie had iBlue een vordering ingesteld tot terugbetaling van voorschotten op een bonus, maar deze werd niet ontvankelijk verklaard omdat [eiser] zich hier niet op had kunnen voorbereiden. De proceskosten werden toegewezen aan [eiser]. De rechter benadrukte dat de loondoorbetalingsverplichting van iBlue bleef bestaan, ongeacht de afwezigheid van [eiser].