3.1.De VEB en de Stichting vorderen in de hoofdzaak – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht te verklaren (ex 3:305a BW):
dat door de jaarrekeningen en jaarverslagen over 1999 en/of 2000 van Landis een misleidende voorstelling is gegeven van de toestand van Landis in de zin van artikel 2:139 en/of artikel 2:150 BW,
dat door het halfjaarbericht 2001 van Landis een misleidende voorstelling is gegeven van de toestand van Landis in de zin van artikel 2:139 BW,
die misleidende voorstellingen te wijten zijn aan [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4],
dat de in de dagvaarding genoemde persberichten en uitlatingen in de media een misleidende voorstelling geven van de toestand van Landis en dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] dienaangaande onrechtmatig hebben gehandeld,
dat het causaal verband tussen de misleidende jaarrekeningen 1999 en/of 2000 en/of misleidende jaarverslag 1999 en/of 2000 en/of het halfjaarbericht 2001 en/of de misleidende persberichten en uitlatingen in de media en anderzijds beleggingsbeslissingen in de periode van 11 maart 1998 tot en met 10 april 2002 vaststaat, behoudens tegenbewijs,
dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] onrechtmatig hebben gehandeld jegens de gedupeerde aandeelhouders zoals in de dagvaarding omschreven in de periode van 11 maart 1998 tot en met 10 april 2002 althans een andere periode,
dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] een ernstig verwijt kan worden gemaakt van onbehoorlijke taakvervulling en dat de aandeelhouders die als gevolg daarvan schade hebben geleden zoals omschreven in de dagvaarding rechtstreeks een vordering tegen hen kunnen instellen ter verkrijging van compensatie voor deze schade,
dat [gedaagde 4] een ernstig verwijt kan worden gemaakt van onbehoorlijk toezicht en dat de aandeelhouders die daardoor schade hebben geleden zoals omschreven in de dagvaarding rechtstreeks een vordering tegen hem kunnen instellen ter verkrijging van compensatie voor deze schade en
dat degenen die tussen 11 maart 1998 en 10 april 2002 althans een andere periode beleggingsbeslissingen hebben genomen met betrekking tot Landis onder “derden” vallen in de zin van artikel 2:139 althans 2:150 BW.
Ten aanzien van de aan de Stichting gecedeerde vorderingen van de gedupeerde Landis beleggers vorderen VEB en de Stichting [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen
10. tot betaling van de schade aan de Stichting die de gedupeerde Landis beleggers hebben geleden als gevolg van de aan de bestuurders en commissarissen toe te rekenen tekortkomingen en/of onrechtmatig handelen of nalaten als omschreven in de dagvaarding en dat de schade nader zal worden opgemaakt bij staat,
10. alles met veroordeling van [gedaagden gezamenlijk] in de proceskosten waaronder begrepen de nakosten.