Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 september 2013, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 18 december 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie (hierna: de comparitie) gehouden op 22 mei 2014, met de daarin vermelde stukken.
kan niet. Je hebt me destijds met heel lang praten overtuigd dat dit wel kon omdat het product al zoveel status had. Je documentatie spreekt daar ook over en de statements en testimonials die in je presentaties verwerkt zijn, zijn stevig. Ik ben van de juistheid daarvan uitgegaan in de veronderstelling dat kwalificerende investeerders jouw statements valideren. (…) Ik heb vaak uitgelegd dat er een ‘put Your money where Your mouth is’ transactie moet komen. Dus risicodragend investeren.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
(de mandaatsbrief, zie hiervoor onder 2.3) doordat – zoals Ward Participations c.s. heeft gesteld – Kpmg Meijburg niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend fiscalist met deskundigheid op het terrein van fiscale financieringsconstructies mag worden verwacht. De vraag of Kpmg Meijburg – bij een bevestigende beantwoording van de eerste vraag – tevens onrechtmatig tegenover Ward Participations heeft gehandeld behoeft geen beoordeling. De rechtsverhouding tussen partijen is van contractuele aard. Ward Participations c.s. heeft geen andere feiten en omstandigheden gesteld, dan die zij ten grondslag heeft gelegd aan haar stelling dat Kpmg Meijburg is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, die tot het oordeel leiden dat tevens onrechtmatig is gehandeld.
– [naam 3] – is afgehaakt, nadat hij een validatieonderzoek met betrekking tot DTS had laten uitvoeren. Kennelijk heeft het validatieonderzoek ertoe geleid dat [naam 3] geen belangstelling meer had, aldus Kpmg Meijburg.
Ward Participations c.s. heeft naar voren gebracht dat zij onder de financieringsconstructie een B-investeerder kon aandragen die – naar de rechtbank begrijpt – onder ontbindende voorwaarden zou willen investeren en dat zij in staat was deze B-investeerder aan te leveren.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)