Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Radom(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court in Radom:
VIII K 2187/07);
(II K 872/08).
VIII K 2187/07verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren nog één jaar, vijf maanden en achtentwintig dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
II K 872/08verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren nog één jaar, vijf maanden en achtentwintig dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
(II K 872/08
)ten grondslag ligt en waarvoor overlevering wordt verzocht, zowel naar het recht van Polen als naar Nederlands recht strafbaar is en dat op dit feit in beide staten een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld.
6.Slotsom
(II K 872/08
)ten grondslag ligt en waarvoor de overlevering wordt gevraagd is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor dat feit te worden toegestaan.
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[verdachte]aan
the Regional Court in Radomten behoeve van de tenuitvoerlegging van het gedeelte van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, dat is opgelegd bij het vonnis van 30 december 2008
(II K 872/08
).
[verdachte]voor zover het EAB betrekking heeft op het gedeelte van de vrijheidsstraf dat is opgelegd bij vonnis van 27 maart 2008 (VIII K 2187/07).