Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 mei 2013 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis van 16 oktober 2013 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 6 februari 2014 en voortgezet op 28 april 2014, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
[naam 1] then presented a short summary of Maxeda’s perception of the business with Spits Wallcoverings, with some very promising initiatives with valued service on the one hand that have proven their efficiency, but declining result on the other hands.
It has been agreed that the realignment asks represents a gate that needs to be passed. The total of the ask is an upfront and ongoing investment of 800k€. On top of that, partner suppliers are expected to come up with propositions to take 10% cost out of the best selling items, which sums up to 81k€ in the case of Spits. (…)”
Maxeda emhasised that while we are happy with the current RTV agreement with Spits, Maxeda still had the problem of financing a large stockholding throughout 2010 which Spits had not addressed in their offer.
(…)
The cost to Maxeda of financing this stock was shown in the first meeting to be€428k
Maxeda expects a one-off compensation payment to cover this cost, before discussion of future growth opportunities will be possible
(…)
Maxeda concluded by emphasising the step shift taking place within Maxeda through the SPP program.
(…)
Spits is well positioned and has a strong existing relationship with the Dutch formats, but will need to pay the €428k cost of capital charge before Maxeda will discuss the growth opportunities any further.
Partners will have a 3 year MOU with Maxeda which will act as a roadmap for our business together. Suppliers will not get everything they ask for, but the will know were they are going, and be in a preferred position from the outset. (…)”
page 2, taking back 2010 stock worth 243K and range review wk 42 we agree
page 3 part of tail stock cannot be counted and theirfore needs to be deducted from total upfront ask we agree.
Page 4 Plan-it delivery we do not agree as it is a more for more proposal and we can only discuss this when we have an agreement on upfront ask.
Page 5 wallpaper dessin taking back stock between 180K and 220K we agree.
Page 6 and 7 conditions we ask you to talk to Praxis supply chain and commercial team in order to get this on track.
taking into account however you arguments on page 3 that for some tail stock you cannot be accounted for we will deduct 90K from original ask which leaves 338K.
The present situation has been caused by several reasons, as mentioned before.
Most reasons Spits had no influence on, however we believe in partnership and therefore we take back stock worth 518K€. This improves working capital as well as it should prevent new stock excesses.
Upfront cash proposal:
One off upfront cash contribution 100 k€
An additional 50 K€ can be created regarding Plan-it Eindhoven 50 k€
Decorative foils and Table covers Belgium Formats direct store supply 100 k€
75 K€ supplying Brico stores;
25 K€ for supplying Plan-it stores.
(…)
(…) When we sent the invitation, we assumed that you already had confirmed and signed a deal with us which is not the case to our knowledge.
Offer:
Extend current contract Praxis for three years from 2013 until 2015, based on current assortment and meters.
One off 100 K€ Entrance Bonus, to be invoiced after signing the new contract.
(…)”
(…) De € 100.000 SPP bijdrage is al eerder afgestemd met [naam 5])
, tijdens ons gesprek van 16 december j.l. heeft [naam 5] dit nogmaals bevestigd waarna wij een factuur hebben gestuurd.(…)”
(…) In het gesprek van 16 december 2011 is gesproken over een bijdrage van 100 K€. Aangezien wij een contract hebben tot 31-12-2012 heb ik aangegeven over deze periode geen bijdrage te betalen, mits lopende overeenkomst wordt verlengd met 3 jaar.
Beste [naam 5],
3.Het geschil
in conventie
primairover te gaan tot vernietiging van de voorraden ter waarde van € 438.307,-, althans € 396.260,-, een en ander op basis van de door Praxis c.s. vastgestelde voorraad, op straffe van een dwangsom,
subsidiairte betalen een bedrag van € 306.814,90, althans € 277.382,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf 7 april 2013,
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“Rest of stock reduction we agree is part of SPP total € 518K”en de onderhandelingen zijn nooit formeel beëindigd door Praxis en waren in ieder geval in november 2011 nog niet geëindigd.
“we assumed that you had already had confirmed and signed a deal with us”heeft mogen afleiden dat het tekenen van de overeenkomst nog slechts een formaliteit was, wordt niet gevolgd. Als Spits in november 2011 erop vertrouwde – althans hoopte – dat tussen haar en Praxis een SPP-overeenkomst tot stand zou komen, is dat vertrouwen – die hoop – niet door Praxis gewekt. Spits wist dat Praxis de eis stelde dat de SPP-partner een grote “upfront payment in cash” zou doen en dat zij in dat opzicht niet aan de eisen van Praxis kon voldoen en dat over een alternatief voorstel nog geen overeenstemming was bereikt, terwijl het laatste alternatieve voorstel van Spits dateerde van begin september 2011. Als Spits de “grote voorraadwissel” inderdaad – zoals zij stelt – alleen had willen uitvoeren als zij zekerheid had dat de relatie tussen partijen in ieder geval tot 2014 zou voortduren, had het op haar weg gelegen dat – voordat zij tot (de voorbereidingen voor de) uitvoering van de “grote voorraadwissel” overging – aan Praxis duidelijk te maken. Dat zij dat niet heeft gedaan is niet onbegrijpelijk, maar moet voor haar rekening en risico blijven. Het betoog van Spits dat het handelen van Praxis – door voorafgaand aan de “grote voorraadwissel” niet duidelijk te maken dat zij niet van plan was de relatie voort te zetten – in strijd is met de goede trouw die contractspartijen die al een dusdanig lange relatie met elkaar hebben als hier jegens elkaar in acht moeten nemen, gaat niet op. Ook hier kan Spits worden nagegeven dat het Praxis had gesierd als zij in die tijd duidelijker was geweest richting Spits, maar dit kan Spits niet baten nu vaststaat dat de bestaande overeenkomst tussen partijen met in achtneming van een opzegtermijn van zes maanden – zoals hier is gebeurd – kon worden opgezegd.
5.De beslissing
6 augustus 2014voor uitlating partijen als bedoeld onder 4.13; partijen dienen zich op deze roldatum bij akte (bij voorkeur gezamenlijk, maar indien dat niet mogelijk is, ieder bij afzonderlijke akte) uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en de opdracht aan de deskundige als (voorlopig) geformuleerd onder 4.12,