Uitspraak
De stichting Woningstichting Eigen Haard
[naam gedaagde]
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
‘Het is de huurder verboden de woning – al dan niet tijdelijk – in zijn geheel onder te verhuren of aan derden ter voortdurende bewoning af te staan. Bij overtreding van dat verbod, zal de huurder de verhuurster een boete verschuldigd zijn van f 10.000,-, onverminderd het recht van de verhuurster in plaats van de boete de volledige schadevergoeding te vorderen en naast de boete dan wel naast de boete of schadevergoeding de ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. Ook voor de verhuur van een kamer in de woning alsmede voor een tijdelijke inwoning door personen, die niet tot het gezin van de huurder behoren – anders dan logees voor korte duur bij aanwezigheid van de huurder in de woning – is een voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurster vereist.’
Vordering
- ontruiming van het gehuurde binnen 7 dagen na betekening van het te wijzen vonnis en dit leeg op te leveren, onder afgifte van de sleutels en met machtiging van Eigen Haard de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen op kosten van [gedaagde];
- betaling van de contractuele boete van € 4.537,80;
- de kosten van de procedure.