9.5.de leidinggevende positie van [eiser] en daarmee zijn voorbeeldfunctie.
10. Dat Rosneft een of meer van de door Rosneft ingestelde veiligheidsmaatregelen heeft overtreden lijkt niet uitgesloten. Of deze overtredingen zo gering waren dat dit geen redelijke grond kon vormen voor ontslag dient in een bodemprocedure te worden vastgesteld. Op een voor [eiser] gunstige uitslag daarvan kan thans niet worden vooruitgelopen.
11. Rosneft heeft nadrukkelijk gesteld en ter zitting herhaald dat [eiser] een zeer groot aantal telefoongesprekken heeft gevoerd, met de door Rosneft ter beschikking gestelde telefoon, voor uitdrukkelijke privé-doeleinden. [eiser] heeft dat met wisselende argumenten bestreden. Eerst heeft hij gesteld dat het onmogelijk was met zijn mobiele telefoon naar het genoemde 900-nummer te bellen; toen stelde hij dat het door hem zeer veelvuldig gebelde nummer een omleidingsnummer was, waar alle uitgaande telefoontjes langs werden geleid. Ter zitting heeft hij gesteld dat dit nummer het nummer van Rosneft zelf was, dan wel [eiser] eigen nummer. De kantonrechter acht de uitleg van [eiser] dienaangaande, mede gelet op de beschuldiging van Rosneft, vooralsnog niet overtuigend. Indien zou komen vast te staan dat het door Rosneft gestelde telefoongebruik heeft plaatsgevonden, levert zulks een geldige reden voor ontslag op, en staat dit, naar de kantonrechter in het kader van deze procedure vooralsnog aanneemt, ook aan kennelijk onredelijkheid daarvan in de weg. Op een voor [eiser] gunstige uitkomst van die procedure kan ook om die reden niet worden vooruitgelopen.
12. [eiser] heeft een voorschot gevorderd van de aan hem toekomende bonus. Hij heeft deze vordering niet onderbouwd, anders dan door te wijzen op de mogelijkheid dat aan hem (70% van zijn jaarsalaris als) bonus kan worden uitgekeerd. Meer in het bijzonder heeft hij niet gesteld dat en zo ja aan welke voorwaarden hij daarvan had voldaan. De vordering om thans op toekenning van die bonus vooruit te lopen door deze bij voorziening toe te kennen wordt daarom afgewezen.
13. [eiser] heeft om afgifte van loonstroken verzocht. Rosneft heeft aangevoerd dat aan [eiser] loonstroken zijn verstrekt, en daarvan afschriften verstrekt met de mededeling dat dit de in [plaats] gebruikelijke verstrekte loonstroken zijn. [eiser] heeft dat niet weersproken.
14. Niet is gesteld dat Rosneft niet bereid is geweest om een neutraal getuigschrift op te stellen. Rosneft is daartoe verplicht, maar er is geen reden Rosneft daartoe thans te veroordelen.
15. Dat het reguliere salaris, anders dan dat over augustus en september 2014, door Rosneft te laat zou zijn betaald, is onvoldoende komen vast te staan. Rosneft heeft erkend dat het salaris over augustus 2014 dan wel september te laat aan [eiser] werd betaald, als gevolg van de tegen de Russische overheid ingestelde financiële sancties. Intussen is dat salaris ‘met een omweg’ wel betaald. De kantonrechter acht onvoldoende grond aanwezig in het kader van een kort geding Rosneft daarom te veroordelen tot de verhoging op grond van art. 7:625 BW.
16. Rosneft heeft gesteld USD 10.000,- als voorschot te hebben verstrekt voor reisdoeleinden. Eventueel door [eiser] gemaakte kosten dienen hieruit te worden voldaan. Niet is gebleken dat Rosneft meer te declareren kosten heeft gemaakt dan ten bedrage van genoemd voorschot. [eiser] heeft dat standpunt van Rosneft onvoldoende gemotiveerd weersproken. Deze vordering van [eiser] wordt daarom afgewezen.
17. De hoofdvorderingen van [eiser] worden daarom afgewezen. Dat betekent ook dat de op die hoofdvorderingen gebaseerde nevenvorderingen worden afgewezen.
18. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser] in de proceskosten worden veroordeeld.