Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[naam eiser]
de besloten vennootschap Rietlanden Terminals B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- een conclusie van antwoord met bijlagen;
- een instructievonnis van 17 juli 2014;
- dagbepaling comparitie van partijen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
In het (onwaarschijnlijke) geval dat er binnen 6 maanden na uitvoering van dit besluit toch een tekort aan kraandrijvers zou ontstaan, dan zal Rietlanden Terminals de kraandrijvers die nu hun baan verliezen als eerste benaderen om te bezien of zij de vacature kunnen en willen vervullen.
De kantonrechter neemt echter wel in aanmerking dat de noodzaak om de arbeidsplaats van [eiser] te laten vervallen samen hangt met de omstandigheid dat, na de werkonderbrekingen in het laatste kwartaal van 2012, de drie voormannen van de kraandrijvers na een mediation traject kort voor de reorganisatie een demotie hebben geaccepteerd en thans als allround kraandrijver werken. Dit heeft direct invloed gehad op het aantal kraandrijvers dat boventallig is. Deze omstandigheid is voor [eiser] zodanig nadelig dat het redelijk is dat Rietlanden, die door genoemde demoties een arbeidsconflict met haar voormannen heeft opgelost, haar eerdere toezegging tot wederindienstneming in het kader van goed werkgeverschap zal uitbreiden. Het ligt in de reden dat, wanneer binnen twaalf maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst sprake is van structurele inhuur van kraandrijvers of vacatures voor (allround) kraandrijvers, aan [eiser] de mogelijkheid zal worden geboden om opnieuw als allround kraandrijver in dienst te treden.