ECLI:NL:RBAMS:2014:7120

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2014
Publicatiedatum
29 oktober 2014
Zaaknummer
2838717 - CV EXPL 14-5871
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor energiediefstal en huurovereenkomst zonder contractuele relatie

In deze zaak tussen Liander N.V. en de gedaagde, die een huurovereenkomst had getekend voor een bedrijfspand, stond de vraag centraal of de gedaagde aansprakelijk was voor de schade die Liander had geleden door energiediefstal in het pand. De kantonrechter oordeelde dat er geen overeenkomst bestond tussen de gedaagde en Nuon of Liander, waardoor de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade. De rechter stelde vast dat de gedaagde nooit een contract had gesloten voor de levering van elektriciteit en dat de betalingen voor de elektriciteit via contante stortingen door een derde waren gedaan. De kantonrechter wees erop dat de enkele ondertekening van de huurovereenkomst niet automatisch leidde tot aansprakelijkheid voor alle contracten die op dat adres werden afgesloten. De rechter concludeerde dat de inschattingsfout van Liander, die geen controle op de identiteit van de gedaagde had uitgevoerd, niet voor rekening van de gedaagde kwam. De vorderingen van Liander werden afgewezen en Liander werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer \ rolnummer: 2838717 \ CV EXPL 14-5871
Uitspraak: 31 oktober 2014

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
nader te noemen Liander,
gemachtigde: M.G. de Jong te Arnhem,
t e g e n

[naam gedaagde]

wonende te [woonplaats],
gedaagde,
nader te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. M. van Viegen te Amsterdam.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
  • de dagvaarding van 19 februari 2014, met producties,
  • het proces-verbaal van mondeling antwoord van 7 maart 2014.
Ingevolge het tussenvonnis van 21 maart 2014 heeft op 28 mei 2014 een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. Het proces-verbaal hiervan en de daarin genoemde akte houdende bewijs ten behoeve van comparitie bevinden zich bij de stukken.
De kantonrechter heeft de zaak na afloop van de bijeenkomst van partijen naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van beide partijen, inhoudende overlegging stukken zoals opgenomen in het proces-verbaal. Hierop heeft Liander op 11 juli 2014 een akte houdende uitlaten genomen. [gedaagde] heeft op 5 september 2014 een akte houdende uitlaten, met producties in het geding gebracht. Vervolgens heeft Liander een akte houdende uitlaten producties in het geding gebracht.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.
[gedaagde], woonachtig aan [adres 1], heeft een huurovereenkomst getekend met betrekking tot een bedrijfspand aan [adres 2] (hierna ook: het pand).
1.2.
In het pand werd elektriciteit geleverd door Nuon. Liander is op grond van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet) aangewezen als de netbeheerder voor de regio waarin het pand is gelegen. Liander is exclusief belast met aansluiting en transport van de elektriciteit naar haar afnemers in die regio.
1.3.
De algemene voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit en gas voor kleinverbruikers van Liander (hierna: de algemene voorwaarden) luiden, voor zover thans relevant, als volgt:
“(…)
Artikel 4
(…)
4.2
De contractant is gehouden, voor zover zulks redelijkerwijs nodig is, aan de netbeheerder zijn medewerking te verlenen bij de toepassing en de uitvoering van het in de aansluit- en transportovereenkomst bepaalde en de controle op de naleving daarvan, en wel in het bijzonder door:
a. de netbeheerder zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van door hem waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden in het in het perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting en/of de meetinrichting, verbreking van de verzegeling daaronder begrepen;
(…)

4.3

De contractant is gehouden het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan het in het perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting en/of de meetinrichting te voorkomen.
(…)

4.6

Het is de contractant niet toegestaan:
a. door middel van en/of met behulp van de installatie via het net dat door de netbeheerder wordt beheerd, hinder of schade te veroorzaken voor de netbeheerder of andere contractanten;
b. door of vanwege de netbeheerder of een erkende meetveranwoordelijke aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
c. handelingen te verrichten of te doen verrichten waardoor de hoeveelheid getransporteerde elektrische energie niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting of (andere) door de netbeheerder beheerde apparatuur wordt verhinderd of de tarievenregeling van de netbeheerder niet of niet juist kan worden toegepast.
(…)”
1.4.
Bij brief van 25 april 2012, geadresseerd aan [adres 2], heeft Nuon, voor zover hier van belang, aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Betreft
Energie op uw nieuwe adres
Leveringsadres: [adres 2]
(…)
Wij hebben uw verhuisbericht verwerkt en verzorgen met plezier per 26 april 2012 de energie op uw nieuwe adres. (…)

Netbeheerder

(…) U heeft voor elektriciteit en gas een overeenkomst met Liander N.V.. Hierop zijn de algemene voorwaarden van Liander van toepassing. (…)”
1.5.
Betalingen aan Nuon betreffende de aansluiting op het elektriciteitsnet en de transport van elektriciteit ten behoeve van het pand hebben via contante stortingen bij het GWK plaatsgevonden.
1.6.
Bij brief van 30 november 2012, geadresseerd aan [adres 2], heeft Nuon aan [gedaagde] een jaarafrekening gestuurd over de periode 26 april 2012 – 7 oktober 2012. Deze brief luidt, voor zover hier van belang:
“(…)
Wij hebben uw energiekosten berekend en de in rekening gebrachte termijnbedragen daarvan afgetrokken. Er blijft nog een bedrag van € 156,14 over, door u te ontvangen.
Wilt u uw rekeningnummer aan ons doorgeven, zodat wij dit bedrag aan u kunnen overmaken? (…)”
1.7.
Op 5 juni 2013 is een hennepkwekerij aangetroffen in het pand. Het door een fraudespecialis van Liander ingevulde opnameformulier energiefraude luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“(…)

De eerdergenoemde fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Hij zag namelijk dat het zegel plaatje was doorgeknipt. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag namelijk dat er een extra aansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. De eerdergenoemde fraudespecialist zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie verzwaard was. Contractueel hoort er 3 x 25 Amp in te zitten. Hij zag dat er nu zekeringen met een waarde van 3 x 80 Amp geplaatst waren. Door voorstaande werd schade en hinder veroorzaakt aan Liander N.V., omdat de juiste tarievenregeling niet kon worden toegepast. Voorts was het gelijktijdige af te nemen vermogen van de getransporteerde elektriciteit niet meer in overeenstemming met de installatie.
(…)”
1.8.
Liander heeft vanwege de elektriciteitsfraude het transport van elektriciteit naar het pand onderbroken, de elektriciteitsmeter verwijderd en aangifte gedaan van energiediefstal bij de politie Amsterdam-Amstelland. [gedaagde] is naar aanleiding hiervan verhoord door de politie. Het Openbaar Ministerie heeft besloten geen strafvervolging tegen [gedaagde] in te stellen.
1.9.
Bij brief van 13 juni 2013 heeft Liander [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade ten bedrage van € 10.211,08.

Vordering en verweer

2. Liander vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 10.211,08 aan hoofdsom;
b. € 800,00 aan buitengerechtelijke kosten;
c. € 159,46 aan wettelijke rente tot 5 februari 2014;
d. wettelijke rente over € 10.211,08 vanaf 5 februari 2014; en
e. de proceskosten.
3. Liander stelt daartoe – kort gezegd – dat [gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst betreffende de aansluiting op het elektriciteitsnet en de transport van elektriciteit ten behoeve van het pand aan [adres 2]. Liander wijst daartoe op de artikelen 4.2 sub a, 4.3 en 4.6 van de algemene voorwaarden. Voorts meent Liander dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van de op hem rustende zorgplicht. Dientengevolge dient [gedaagde] de door Liander geleden schade te vergoeden, aldus Liander.
4. [gedaagde] voert verweer tegen de vordering en betwist dat hij aansprakelijk is voor de door Liander gevorderde schade. [gedaagde] voert daartoe – samengevat – aan dat hij nooit een overeenkomst heeft gesloten met Nuon en/of Liander betreffende [adres 2].
5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Beoordeling

6. [gedaagde] voert aan dat hij – vanwege geldproblemen – op verzoek van een derde (wiens identiteit hem niet bekend is) een huurovereenkomst heeft getekend met betrekking tot een bedrijfspand aan [adres 2], in ruil voor een bedrag van € 2.000,00. [gedaagde] betwist evenwel dat hij met Nuon en/of Liander een overeenkomst is aangegaan betreffende een aansluiting op het elektriciteitsnet en de transport van elektriciteit ten behoeve van het pand aan [adres 2]. [gedaagde] meent dat voormelde derde zijn identiteit heeft misbruikt en op zijn naam een energiecontract met Nuon heeft gesloten. [gedaagde] betwist dat hij het verhuisbericht, waar in de brief van Nuon van 25 april 2012 aan wordt gerefereerd, aan Nuon heeft gestuurd. [gedaagde] voert voorts aan dat hij nooit in het pand is geweest, dat hij nooit heeft betaald voor de elektriciteit die geleverd is aan het pand en dat hij het bedrag van € 156,14, dat blijkens de brief van Nuon van 30 november 2012 zou worden teruggestort, nooit heeft ontvangen.
7. Liander heeft het hiervoor geschetste verweer van [gedaagde] niet weersproken, maar stelt zich op het standpunt dat [gedaagde] desalniettemin aansprakelijk is voor haar schade, nu [gedaagde] door middel van de ondertekening van de huurovereenkomst volgens haar bewust het risico heeft genomen dat zijn identiteit gebruikt, althans misbruikt zou worden voor andere doeleinden, zoals het sluiten van het onderhavige energiecontract. Nuon heeft geen controle op de identiteit van [gedaagde] uitgevoerd naar aanleiding van de aanvraag voor de levering van elektriciteit op het adres [adres 2] en volgens Liander bestond daartoe ook geen aanleiding. Op het andere adres van [gedaagde], [adres 1], waren immers geen onregelmatigheden bekend. Het afsluiten van twee energiecontracten voor twee verschillende adressen op één naam is volgens Liander niet ongewoon, zeker niet wanneer het gaat om één woonadres en één bedrijfspand en vormt aldus ook geen aanleiding om een identificatiecontrole uit te voeren.
8. De kantonrechter overweegt dat Liander niet betwist dat [gedaagde] de overeenkomst betreffende de aansluiting op het elektriciteitsnet en de transport van elektriciteit ten behoeve van het pand aan [adres 2] met Nuon niet zelf heeft gesloten. Liander stelt in haar akte houdende uitlaten immers dat kennelijk op naam van [gedaagde] een contract met Nuon is gesloten voor de levering van elektriciteit op [adres 2] en dat in het verlengde van dit contract tevens een contract met Liander is aangegaan voor aansluiting en transport op naam van [gedaagde]. De kantonrechter kan de stelling van Liander dat [gedaagde] desalniettemin aansprakelijk is voor haar schade, nu [gedaagde] door middel van de ondertekening van de huurovereenkomst bewust het risico heeft genomen dat zijn identiteit gebruikt, althans misbruikt zou worden voor andere doeleinden, niet volgen. Gesteld noch gebleken is immers dat Nuon het betreffende energiecontract heeft gesloten op basis van de aan haar getoonde, door [gedaagde] ondertekende, huurovereenkomst. Liander heeft gesteld dat Nuon naar aanleiding van het verhuisbericht dat zij – kennelijk uit naam van [gedaagde] – heeft ontvangen geen controle op de identiteit van [gedaagde] heeft uitgevoerd en dat daartoe in dit geval ook geen aanleiding bestond. De kantonrechter is van oordeel dat die inschattingsfout niet voor rekening en risico van [gedaagde] behoort te komen. De kantonrechter acht in dit kader tevens van belang dat Liander niet weersproken heeft dat [gedaagde] nooit heeft betaald voor de elektriciteit die geleverd is aan [adres 2], maar dat Nuon die betalingen via contante stortingen bij het GWK heeft ontvangen alsmede dat [gedaagde] het bedrag van € 156,14 dat zou worden teruggestort nooit heeft ontvangen. Ten slotte is onweersproken dat de verhuurder van het pand aan [adres 2] [gedaagde] nooit heeft aangesproken voor de door hem geleden schade ten gevolge van de in het pand geëxploiteerde hennepplantage.
9. Op basis van het voorgaande concludeert de kantonrechter dat tussen [gedaagde] en Nuon en aldus – ingevolge het systeem van de E-wet – tussen [gedaagde] en Liander geen overeenkomst heeft bestaan, zodat van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming geen sprake kan zijn.
10. Van een schending van de zorgplicht door [gedaagde] is in het licht van het voorgaande naar het oordeel van de kantonrechter evenmin sprake. Anders dan Liander kennelijk meent, maakt de enkele omstandigheid dat [gedaagde] een huurovereenkomst heeft getekend met betrekking tot het pand aan [adres 2] niet zonder meer dat hij verantwoordelijk is voor alle contracten die op dat betreffende adres worden afgesloten.
11. De kantonrechter concludeert op grond van het voorgaande dat [gedaagde] niet aansprakelijk is voor de door Liander geleden schade en zal alle vorderingen van Liander dan ook afwijzen.
12. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Liander als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde].

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het gevorderde af,
veroordeelt Liander in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 150,00 (0,5 punt x tarief € 300,00) aan salaris gemachtigde,
inclusief eventueel verschuldigde btw.
Aldus gewezen door mr. A.E. de Vos, kantonrechter, bijgestaan door mr. C.F.E.M. Mes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 oktober 2014.
De griffier De kantonrechter
*