Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
mr. C.M. HARMSEN,
1.De procedure
- de verwijzing, door de rechter-commissaris in het faillissement van Indover, van partijen naar een terechtzitting van deze rechtbank, een en ander op de voet van artikel 122 lid 1 Faillissementswet;
- de conclusie van eis tot verificatie, met producties, van BI;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties, van curatoren;
- het tussenvonnis van 12 mei 2010, waarbij – kort gezegd – is geoordeeld dat de zaak zich (nog) niet leent voor een comparitie van partijen en de zaak is verwezen voor schriftelijk voortprocederen;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid in reconventie, met producties, van BI;
- de incidentele conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident in reconventie, met producties, van curatoren;
- de conclusie van dupliek in conventie, met producties, van curatoren;
- het proces-verbaal van de pleidooien, gehouden op 26 mei 2011, met de daarin vermelde stukken, en de brief van 14 juli 2011 van mr. K.N. Claassens;
- de akte uitlating producties in het bevoegdheidsincident in reconventie van curatoren;
- het tussenvonnis van 24 augustus 2011, waarbij de rechtbank zich – kort gezegd – bevoegd heeft verklaard en de zaak heeft verwezen voor voortprocederen in de hoofdzaak;
- de akte uitlating producties in conventie van BI;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met een productie, van BI;
- de conclusie van repliek in reconventie, tevens akte houdende wijziging van eis, met producties, van curatoren;
- de conclusie van dupliek in reconventie, met producties, van BI;
- de akte uitlating producties in reconventie van curatoren;
- de akte van eisvermeerdering ex art. 130 Rv, met producties, van BI;
- de antwoord-akte vermeerdering eis, met producties, van curatoren;
- het proces-verbaal van de pleidooien, gehouden op 11 en 12 november 2013, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
In conventie en in reconventie
Act of the Republic of Indonesia Number 23 of 1999 concerning Bank Indonesia”) luidt: “
Bank Indonesia is a Central Bank of the Republic of Indonesia”. Artikel 4 sub 3 van die wet luidt in die Engelse vertaling: “
Bank Indonesia is a legal entity based on this Act”.
branch officevan BI in Nederland.
branch officein Hamburg (Duitsland) en een
representative officein Jakarta (Indonesië).
divestment”). BI is daartoe in eerste instantie in onderhandeling getreden met PT Bank Negara Indonesia (hierna: “BNI”).
representative officevan BI in Londen (Verenigd Koninkrijk) en lid van de raad van commissarissen van Indover, aan het hoofdkantoor van BI in Jakarta (Indonesië) luidt, voor zover hier van belang:
- het negatieve effect op de waarde van (een groot deel van) de uitzettingen van IndOv. Het zal immers naar verwachting een langere termijn vergen om de Indonesische uitzettingen te incasseren. De directe liquidatie van de activa zal naar verwachting veel minder opbrengen;
- u beschouwt de Europese markt als een belangrijke groeimarkt voor de handelsactiviteiten van Indonesië en vindt het daarom gewenst dat er Indonesische banken in Europa gevestigd zijn;
- BI is verplichtingen aangegaan ten opzichte van BNI.
- IndOv zal zich blijven inspannen om een Nederlandse commissaris te vinden;
- [naam 6] zal eind april 1998 zijn functie aanvangen;
- IndOv zal de Bank op korte termijn informeren over de te treffen voorzieningen en de hieraan gekoppelde ondersteunende maatregelen van BI waaronder, voor zover noodzakelijk, het verstrekken van additioneel vermogen om te blijven voldoen aan de solvabiliteitsvereisten.
3.Alternatives
4.1997/1998 financial statements
Deposit and Pledge Agreement (relating to certain Credit Facilities Agreements)met elkaar aangegaan die, voor zover hier van belang, luidt:
deposits(“
free deposits”) niet bij Indover opgeëist.
Act of the Republic of Indonesia Number 23 of 1999 concerning Bank Indonesia”) in werking getreden.
The objective of Bank Indonesia is to achieve and maintain the stability of the rupiah value”.
(1) Bank Indonesia may only conduct an equity participation in any legal entities or any other entities deemed necessary in the implementation of the tasks of Bank Indonesia upon the approval of the House of Representatives. (2) The funds required for such investment as referred to in paragraph (1) may only be obtained from the Special Purpose Reserves”.
Bank Indonesia shall, within a maximum of 2 (two) years term after the effective date of this Act, divest all of its investment in legal or other entities which is not in accordance with the provision as referred to in Article 64 paragraph (1)”.
solvency problemand the shareholder has placed a pledge deposit to support Indover bank as a temporary measure. Having this solvency problem not being solved permanently, where the NPI is still recorded in the balance sheet, Indover bank having difficulty to raise funds from the international market. Hence this leads to
liquidity problem.
profitability. By doing this, the assets quality and the performance of Indover bank will be improved which in turn will make Indover bank more attractive for potential investors.
non-performing loansverhaald op de (vordering van BI op haar ingevolge de) deposito's.
Minutes of the meeting held between N.V. De Indonesische Overzeese Bank (Indover), De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) and KPMG Accountants N.V. (KPMG) on 31 January 2001, at the offices of KPMGluiden, voor zover hier van belang:
Minutes of Meeting with [naam 9] re Indovervan 14 mei 2001 luiden, voor zover hier van belang:
deputy governorvan BI. Ook Indover was bij die bijeenkomst aanwezig.
non-performing loansverhaald op de (vordering van BI op haar ingevolge de) deposito's.
Pledge Deposit Agreement.
Minutes of the Meeting held between N.V. De Indonesische Overzeese Bank (Indover bank), De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) and KPMG Accountants N.V. (KPMG) on 1 September 2004luiden, voor zover hier van belang:
Borrowertot een bedrag van USD 75 miljoen een
Facility Agreementmet een looptijd van (ongeveer) een jaar aangegaan met een consortium van banken waarvan BI geen deel uitmaakt.
Borrowertot een bedrag van USD 100 miljoen een
Facility Agreementmet een looptijd van (ongeveer) een jaar aangegaan met een consortium van banken waarvan BI geen deel uitmaakt.
Termination of Pledge Deposit Agreement and Conversion of Depositmet elkaar aangegaan die, voor zover hier van belang, luidt:
Borrowertot een bedrag van USD 150 miljoen een
Facility Agreementmet een looptijd van (ongeveer) een jaar aangegaan met een consortium van banken waarvan BI geen deel uitmaakt.
- Bank Indonesia will continue to maintain its existing funding placement until Indover bank is divested;
- The Letter of Comfort issued by BI in 2004 will be renewed to reflect BI’s support as the Shareholder for the activities of Indover bank;
- The divestment plan is still on and has to be effected in 2008.
Borrowertot een bedrag van USD 117,5 miljoen een
Facility Agreementmet een looptijd van (ongeveer) een jaar aangegaan met een consortium van banken waarvan BI geen deel uitmaakt.
Borrowertot een bedrag van USD 80 miljoen een
Facility Agreementmet een looptijd van (ongeveer) een jaar aangegaan met een consortium van banken waarvan BI geen deel uitmaakt.
Indover Bank Creditors’ Forumgehouden, dat is bijgewoond door Indover, BI en een aantal banken.
Claim”) on behalf of Bank Indonesia (“
BI”) with the trustees of Indover Bank. (…) In this letter we inform you on the status of the Claim.
Trustees’ Claim”) on BI pursuant to,
inter alia, (i) a guarantee issued by BI and/or (ii) a claim for damages arising from an unlawful act for which BI is liable. It is to be expected that the amount of the Trustees’ Claim will considerably exceed the amount claimed by BI in the Claim. Pursuant to article 6:127 of the Dutch Civil Code (the “
DCC”), the trustees hereby (partially) set-off the Trustees Claim with the amount claimed by BI in its Claim, which Claim by virtue of article 6:127 DCC in conjunction with article 6:129 DCC ceases to exist retroactively. Therefore, you do not have any claim on Indover Bank at all, and consequently the Claim is not acknowledged.
3.Het geschil
In conventie
Deposit and Pledge Agreement, de opschorting van betalingstermijnen en het laten staan van vrije deposito’s, maar de garantie was daartoe niet beperkt. BI had, toen de positie van Indover in 2008 zo benard werd dat het enkel niet-opeisen van de vrije deposito’s niet meer volstond, aanvullende maatregelen moeten nemen die nodig waren om ervoor te zorgen dat Indover aan haar verplichtingen kon blijven voldoen. Indover en de crediteuren in haar faillissement hebben daarop vertrouwd. De crediteuren hebben op grond van dat vertrouwen aan Indover leningen verstrekt. De herhaaldelijk bevestigde verplichting van BI is een zelfstandige eigen verbintenis die rechtens afdwingbaar is en die leidt tot het gevorderde.
4.De beoordeling
In conventie en in reconventie
divestmentjegens Indover zal gedragen overeenkomstig het persbericht van die datum (“will ensure that Indover (…) will meet its obligations”). Curatoren, die zich voor zover nodig tevens beroepen op het bepaalde in artikel 3:35 Burgerlijk Wetboek, spreken in dit verband van een onherroepelijke, onvoorwaardelijke en voortdurende garantie. BI heeft zich, zo stellen curatoren, gedurende een reeks van jaren overeenkomstig die garantie jegens Indover gedragen, onder meer in haar uitlatingen aan DNB en KPMG. Dat was ook nodig omdat Indover al die jaren financieel van BI afhankelijk bleef, hetgeen in de contacten met toezichthouder DNB en accountant KPMG tot uitdrukking is gekomen. Ook in de laatste maanden van 2008 – de
divestmentwas nog altijd niet gerealiseerd – was Indover voor haar voortbestaan financieel afhankelijk van BI. Ten onrechte heeft BI Indover toen aan haar lot overgelaten, aldus curatoren.
non-performing loans. De jaren 2004 en 2005 staan in het teken van nazorg van BI voor Indover. De jaren 2006 en 2007 alsmede het eerste deel van het jaar 2008 tonen een nader herstel van Indover, onder meer in de vorm van verkrijging, na lange tijd, van externe financiering. In de herfst van 2008 ten slotte manifesteren zich de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis. Op elk van deze fasen zal thans kort worden ingegaan.
divestmentmet “at least” drie jaar is uitgesteld. Anders gezegd: BI zal in elk geval nog drie jaar enig aandeelhouder van Indover blijven. “In this respect”, zo besluit het persbericht, dat met die woorden het kader aangeeft waarin het moet worden gelezen, “Bank Indonesia will ensure that Indover Bank will meet its obligations”. In vervolg hierop stelt de brief van 9 maart 1998 van BI aan DNB voorop dat BI voorlopig enig aandeelhouder van Indover blijft, waarna de brief overstapt op de consequenties daarvan: “In this respect, Bank Indonesia will ensure that the Indover Bank will meet its obligations as well as comply with all requirements stipulated by De Netherlandsche Bank”.
letter of guarantee(zie hiervoor onder 2.6.9, onder C), waarmee, naar de rechtbank begrijpt, is bedoeld dat BI de volledige verantwoordelijkheid op zich zou nemen voor schulden van Indover, als ware Indover geheel geconsolideerd in de organisate van BI. Echter, evenals een eerder voorstel voor een door BI te verstrekken
guarantee(zie hiervoor onder 2.6.4, onder 3), heeft BI deze route niet aanvaard.Accountant KPMG werd verzocht de mogelijkheden in kaart te brengen.
non-performing loans),zou een passend pakket maatregelen worden bereikt, zo redeneerde KPMG. Met instemming van DNB omarmde BI dat alternatief, dat zijn beslag kreeg in de overeenkomsten van 25 september 1998. BI verpandde
time depositstot een bedrag van USD 750 miljoen aan Indover (“
pledged deposits”). Daarnaast verklaarde BI dat zij het resterende deel van de
time deposits(“
free deposits”), USD 227,5 miljoen, voorlopig niet zou opeisen bij Indover en ging zij soepel om met de aan die deposits verbonden renteverplichtingen.
non-performing loansin belangrijke mate geïncasseerd, maar niettemin bleken aanzienlijke vorderingen onverhaalbaar. Indover stelde voor haar zekerheden in te roepen en de onverhaalbare
non-performing loans(wat betreft haar jaarstukken) definitief af te schrijven.
Asset Downsizing Plan(zie hiervoor onder 2.8.1 tot en met 2.8.3) mee in dat Indover, met een beroep op haar pandrechten, haar verliezen uit de
non-performing loansaanzuiverde tot een (nominaal) bedrag van USD 278,8 miljoen door zich te verhalen op de (vorderingen van BI op haar in verband met de)
pledged depositsen daartoe haar vorderingen op de schuldenaren van de
non-performing loansadministratief te verrekenen met haar schulden aan BI in verband met de termijndeposito's. Indover heeft dit gedaan en de aanspraken van BI op de termijndeposito's zijn in zoverre komen te vervallen. In december 2002 volgde, in het tweede
Asset Downsizing Planlangs dezelfde lijnen, nog eens een verhaal en administratieve verrekening tot een bedrag van USD 91,5 miljoen. In deze jaren zijn de vrije deposito's, die niet aan Indover waren verpand, deels wel, maar in belangrijke mate niet opgeëist. In november 2003 droeg Indover het merendeel van de resterende
non-performing loansover aan een
special purpose vehicle(in feite een "
bad bank"), die zou trachten deze onverhaalbaar gebleken vorderingen alsnog te innen.
Asset Downsizing Planszijn uitgevoerd en de resterende termijndeposito's zijn niet (direct en geheel) opgeëist.
Asset Downsizing Plan(ADP) en het geleidelijk afbouwen van de deposito's (EOP tranches, naar de rechtbank begrijpt, die voor niet meer dan USD 5 miljoen per maand werden terugbetaald aan BI) (zie hiervoor onder 2.9.5).
Asset Downsizing Planstot de claim van iets meer dan 40 miljoen euro in het faillissement). Indien BI de resterende deposito's onverwijld geheel, of voor belangrijke delen, zou opeisen, zou de liquiditeit van Indover onaanvaardbaar onder druk kunnen komen te staan. KPMG heeft begin 2004 (en in andere jaren) hierop gewezen (zie hiervoor onder 2.11.1 en verder).
Asset Downsizing Plans, het aanvankelijk niet opeisen van de vrije deposito's en de overdracht van activa aan de "
bad bank", heeft plaatsgevonden. Nader overleg is gevoerd.
divestment. Het opnieuw gebezigde “
continue” legde andermaal een verband met de hiervoor beschreven, in 1998 ingezette lijn. De interne analyse van Indover voor BI (zie hiervoor onder 2.11.4) maakt voldoende duidelijk dat het hier ging om het tempo waarin de deposito's zouden worden terugbetaald aan BI: "the possibility (...) to liquidate (...) was not closed, including by ways of reducing funding support outside the Pledge Agreement (...). In order to close this possibility, DNB and KPMG annually request Bank Indonesia to declare its support for the continuity of Indover Bank (...)". DNB deelde deze visie wat betreft de achtergrond, aard en strekking van de verklaring van BI ("will continue supporting the activities") (zie hiervoor onder 2.11.5: "Op dit moment is een majeur deel van de funding afkomstig van de moedermaatschappij (...). Volgens afspraken met BI dient Indover maandelijks een deel van deze funding af te lossen. Indover blijkt echter nauwelijks in staat om (...) (langetermijn)financiering aan te trekken, zodat de verplichte terugbetaling aan BI zich direct vertaalt in een verdere daling van de kredietportefeuille. Een Letter of Comfort van BI (...) zou Indover kunnen helpen bij het aantrekken van externe financiering, zo is de verwachting. (...)").
funding") niet in een onaanvaardbaar snel tempo zouden worden afgebouwd. BI zou bij het afbouwen van de deposito's rekening houden met de positie van Indover en in het bijzonder met de externe financiering uit de markt, waarover Indover kon beschikken. Dit zou een bijdrage kunnen leveren aan de door BI nog altijd voorgenomen verkoop van Indover. De zekerheid dat de deposito's in een passend tempo zouden worden afgebouwd, zou marktpartijen over de streep kunnen trekken om Indover zelfstandige financiering te verlenen. Deze zelfstandige financiering zou een winstgevende bedrijfsvoering op langere termijn (ook nadat de deposito's geheel zouden zijn afgebouwd en Indover zou zijn verkocht) veilig kunnen stellen, waardoor DNB bereid zou kunnen zijn een concrete verkooptransactie positief te beoordelen.
fundinguit de markt aangetrokken (zie hiervoor onder 2.12, 2.13.3, 2.13.6, 2.14.3 en 2.14.4). De enkele verwijzing, onder het kopje “
Representations”, in deze
Facility Agreementsnaar, wat daar wordt genoemd, de
Letter of Supportvan 25 februari 2004 respectievelijk 25 februari 2008, brengt in de zojuist beschreven aard en inhoud daarvan geen wijziging, ook niet door de zinsnede dat de
Letter of Support“is and shall remain valid and binding against Bank Indonesia”. Indover heeft bij het aangaan van deze geldleningen tegenover de geldschieters verklaard ("represented") dat BI die "
Letter of Support" had afgegeven en er nog altijd achter stond. Het ging in dit opzicht nog steeds om de deposito's.
supportverleend, zoals zij had toegezegd in haar verklaringen ("will continue supporting the activities"). Zo stemde BI op 18 april 2007 in met “the postponed repayments of non pledge deposit installment amounted for USD 5 million/month from April 2007 until the divestment process has finalized”. Het tempo van de terugbetalingen van de deposito's werd aldus wederom beperkt, gelet op de positie van Indover (begin 2007 was meer terugbetaald).
funding placement", die in stand zou blijven ("continue to maintain"). Hiermee kan BI wederom slechts de deposito’s hebben bedoeld. Overigens wees BI tijdens die vergadering een door Indover verlangde “comfort letter (…) addressed to the creditor” van de hand.
Asset Downsizing Plans) en (ii) de nodige nazorg in de vorm van het langzaam afbouwen van de termijndeposito's. BI heeft nimmer toegezegd ook in de toekomst alle eventuele problemen te zullen oplossen. Haar gedragingen zijn ook niet zodanig, dat Indover erop kon en mocht vertrouwen dat (de gevolgen van) allerlei eventuele toekomstige problemen toch voor rekening van BI zouden komen. De tijdsbepaling in het persbericht van 16 februari 1998 (kort gezegd: tot de
divestment) wijst niet in een andere richting, want uitgangspunt van alle betrokkenen was toen dat Indover op afzienbare termijn (tijdens of kort na de oplossing van de bestaande concrete problemen in 1998) door BI zou worden afgestoten. Het ging toen om het probleem van de financiële crisis in Oost-Azië en dat van de
non-performing loans, niet om alle eventuele problemen die zich in de toekomst bij Indover zouden kunnen voordoen. Hiervoor is reeds uiteengezet dat en waarom de nog in februari 2008 herhaalde mededeling van BI dat zij zou "continue to support the activities" van Indover geen andere conclusie kan dragen dan dat zij de
free depositsniet of niet te snel bij Indover zou terugvorderen. Deze woorden impliceren, zoals gezegd, het handhaven van bestaande maatregelen in de context van de deposito's, niet een onbeperkte bereidheid om in de toekomst alle eventuele nieuwe problemen met alle nodige nieuwe maatregelen op te lossen.
guarantee”.
Asset Downsizing Plans,
liquidity supportbestaande uit langzaam afbouwen funding/deposito's). Zo schrijft zij in het op 28 juni 2002 uitgebrachte Report concerning the financial statements for the nine months ended 31 December 2000 betreffende Indover (conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie, productie 7): “In the absence of a guarantee by BI, we have assessed the financial situation and projections of Indover on a stand-alone basis”. Verder is "stand-alone" in deze context het tegenovergestelde van "geconsolideerd"; partijen zijn het erover eens dat van consolidatie van Indover in de organisatie van BI geen sprake was. De termen
guaranteeen
stand-alonezeggen in deze context niets over een garantie zoals door de curatoren gesteld.
supportvan BI nog van belang).
free deposits”) van BI, bedoeld om de commerciële activiteiten van Indover te financieren.