Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2012;
- de akte overlegging producties aan de zijde van [eiseres], met producties;
- de brief van 11 juni 2012 van mr. Hagers, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 17 oktober 2012, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie (hierna: de comparitie) gehouden op 22 januari 2013, met de daarin vermelde stukken;
- de brief van 18 februari 2013 van mr. Hagers met opmerkingen betreffende de inhoud van het proces-verbaal van comparitie;
- de (fax)brief van 20 februari 2013 van [naam 1] en [naam 2], raadslieden van Rabobank, betreffende de inhoud van het proces-verbaal van comparitie en met opmerkingen betreffende de hiervoor vermelde brief van mr. Hagers van 18 februari 2013;
- de akte na comparitie tevens akte vermeerdering en verandering eis, met producties;
- de akte vermeerdering eis, inhoudende verbetering akte na comparitie tevens akte vermeerdering en verandering eis;
- de akte na comparitie aan de zijde van Rabobank, met producties;
- de akte uitlaten producties aan de zijde van [eiseres].
2.De feiten
met betrekking tot de renteproducten
U bent erop gewezen dat de bank[rechtbank: Rabobank]
altijd wederpartij is met een eigen belang dat tegengesteld kan zijn aan het belang van u en dat u zonodig informatie bij onafhankelijke derden dient in te winnen.
Het tussen u en de Bank Afgesproken Bedrag, zoals bedoeld in de Bijlage Verschaffing van Dekking, bedraagt EUR 752.500,--”
is van toepassing op alle Transacties (…).
verklaart daarvan een afschrift te hebben ontvangen:
treedt bij de handel in financiële derivaten (…) altijd op als uw wederpartij, met een zelfstandig belang dat tegengesteld kan zijn aan uw belang. De Bank heeft, buiten hetgeen uitdrukkelijk met u overeengekomen wordt, geen verplichting tot het geven van informatie, begeleiding of adviezen. U dient te allen tijde zelfstandig de verschafte informatie te verifiëren te evalueren en te interpreteren en zo nodig een beroep te doen op onafhankelijke deskundigen.
die een door u verrichte Transactie op een bepaald moment heeft is het bedrag dat, volgens de standaard berekeningsmethoden van de Bank, op dat moment bij beëindiging van die Transactie door u aan de Bank betaald moet worden (…) om uw positie ten opzichte van de Bank uit hoofde van de desbetreffende Transactie te neutraliseren (…), uitgaande van de marktomstandigheden van dat moment. (…) De MTM waarde van een Transactie kan voor u positief of negatief zijn.
heeft de door Rabobank gezonden bevestigingen op 23 oktober 2007 voor akkoord ondertekend.
De bevestiging vermeldt met betrekking tot referentienummer [(...)] een nominale hoofdsom van EUR 550.000,--, een looptijd van 1 augustus 2008 tot 1 augustus 2018, [eiseres] als betaler van een vaste rente en een vast rentepercentage van 5,25000%. Met betrekking tot het deel onder referentienummer [(...)]/[(...)] vermeldt de bevestiging een nominale hoofdsom van EUR 550.000,--, een looptijd van 1 augustus 2008 tot 1 augustus 2018, een bovengrens (cap) op het door [eiseres] te betalen rentepercentage van 5,25000% en een ondergrens (floor) op het door [eiseres] te betalen rentepercentage van 3,75000%.
[eiseres] heeft de bevestiging op 22 juli 2008 ondertekend.
e-mail van 29 mei 2012 laten weten dat de obligolimiet werd overschreden. Zij heeft [eiseres] gevraagd een keuze te maken uit een aantal door Rabobank voorgestelde mogelijkheden tot opheffing van de overschrijding. Rabobank heeft [eiseres] verder geschreven dat zij, bij het uitblijven van een (tijdige) keuze, tot beëindiging van (een deel van) de renteproducten zou overgaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
algemeen
Verder heeft [eiseres] haar stelling met betrekking tot alle overeengekomen renteproducten aldus toegelicht dat Rabobank haar niet heeft medegedeeld dat zij feitelijk een belegging in de koers van de rente waren. Rabobank heeft niet, althans onvoldoende medegedeeld dat met de renteswapovereenkomsten het risico bestond op een negatieve marktwaarde en dat zij gedurende de looptijd niet kon aflossen zonder tevens de (naar nu blijkt) aanzienlijke negatieve marktwaarde te vergoeden. Rabobank heeft [eiseres] geen uitleg gegeven met betrekking tot het begrip “Afgesproken Bedrag”, het toepasselijke obligolimiet of de plicht om de swaps te sluiten. Tot slot heeft Rabobank [eiseres] niet duidelijk gemaakt dat de liquiditeitsopslag, die onderdeel is van de gesloten kredietovereenkomsten, eenzijdig kon worden verhoogd en niet met de renteproducten kon worden afgedekt.
percentageper maand en niet van een vast bedrag per maand. Dat Rabobank haar anders heeft geïnformeerd heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwd gesteld.
De rechtbank ziet in deze omstandigheden aanleiding partijen de gelegenheid te geven zich bij akte uit te laten. De rechtbank heeft in ieder geval behoefte aan een toelichting over wat volgens partijen ten grondslag ligt aan de overeengekomen Super Collar en over wat volgens partijen de gevolgen zijn als blijkt dat de Super Collar is overeengekomen op basis van een onderdekking die feitelijk niet bestond. Al hetgeen [eiseres] stelt met betrekking tot de Super Collar kan in afwachting daarvan onbesproken blijven. Nu [eiseres] een expliciete koppeling maakt tussen haar beroep op dwaling en haar vordering onder III. van het petitum, in die zin dat volgens [eiseres] zonder de Super Collar er geen enkele noodzaak tot sluiting van transacties zou zijn geweest, omdat er dan ook geen overschrijding van de obligo zou hebben plaatsgevonden, zal iedere verdere beslissing met betrekking tot de sluiting van renteswapovereenkomsten worden aangehouden.
vasterente de contante waarde van de nog verschuldigde rentetermijnen worden berekend. Bij een renteswap is de afkoopwaarde afhankelijk van de stand van de
variabelerente. Dit brengt in potentie een veel grotere betalingsverplichting met zich dan bij een beëindiging van een kredietovereenkomst met een vaste rente en kan leiden tot onverwachte hoge kosten. Het vorenstaande brengt met zich dat van Rabobank mocht worden verwacht dat zij [eiseres] voldoende indringend – dat wil zeggen uitdrukkelijk en in niet voor misverstand vatbare bewoordingen – zou waarschuwen voor de aan de renteswapovereenkomsten verbonden aanzienlijke financiële gevolgen voor [eiseres] bij voortijdige beëindiging van de swaps en overschrijding van de obligolimiet. [eiseres] heeft gesteld dat Rabobank dit niet heeft gedaan, hetgeen Rabobank gemotiveerd heeft betwist.
5.De beslissing
woensdag 22 oktober 2014voor akte aan de zijde van beide partijen met het hiervoor onder 4.15 bedoelde doel;